T01608

Toezegging Kamer op de hoogte stellen van eventuele wijzigingen AMvB en daarin meenemen terminologie in wet ("aanbestedende dienst") versus ARW ("aanbesteder") (32.440)



De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Reuten, Vlietstra en Franken toe om de Eerste Kamer op de hoogte te stellen van eventuele wijzigingen, naar aanleiding van het advies van de Raad van State over de AMvB, en in deze eventuele wijziging - als dit dus een probleem mocht zijn - het punt van het verschil in terminologie in de wet ("aanbestedende dienst") en het ARW ("aanbesteder") mee te nemen.


Kerngegevens

Nummer T01608
Status voldaan
Datum toezegging 23 oktober 2012
Deadline 1 januari 2013
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66)
dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
J.G. Vlietstra (PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Aanbestedingsbesluit
Aanbestedingsreglement Werken
ARW
Kamerstukken Aanbestedingswet 20.. (32.440)


Uit de stukken

Handelingen I 2012/13, nr. 4 - blz. 3:

Mevrouw Vlietstra (PvdA):

(..) Het Aanbestedingsbesluit wordt binnenkort voorgelegd aan de Raad van State. Wij kunnen ons goed voorstellen dat ook dit adviesorgaan zal wijzen op wetstechnische tekortkomingen. De minister heeft aan de Tweede Kamer toegezegd dat, mocht het advies leiden tot aanpassingen in de gids, die opnieuw voorgelegd zullen worden aan de Tweede Kamer. Wil de minister toezeggen deze wijzigingen eveneens voor te leggen aan deze Kamer?

Handelingen I 2012/13, nr. 4 - blz. 33-35:

Minister Verhagen:

(..) De heer Reuten wijst erop dat in het Aanbestedingsreglement Werken onder aanbesteden ook de specialesectorbedrijven vallen, maar dat ook daar geen delegatiebepaling voor is opgenomen. In de wet is opgenomen dat bij AMvB een richtsnoer wordt aangewezen over de wijze waarop de aanbestedende diensten overheidsopdrachten voor werken kunnen plaatsen. In dit artikellid worden alleen aanbestedende diensten genoemd. Specialesectorbedrijven vallen daar dus inderdaad niet onder. Dat betekent dat specialesectorbedrijven niet verplicht zijn om het ARW toe te passen. Ze zijn uiteraard vrij om het wél toe te passen. Deze discussie hebben we ook gevoerd naar aanleiding van de andere elementen van het amendement-Schouten/Ziengs (32440, stuk nr. 55). Ik kom daar zo meteen nog over te spreken, mede naar aanleiding van de vraag van de heer Ester.

De heer Reuten (SP):

Inderdaad staat dat in het wetsartikel. Als de minister echter het ARW leest, zal hij zien dat daarin niet de term "aanbestedende dienst" wordt gebruikt, maar de term "aanbesteder". De term "aanbesteder" is ruimer dan de term "aanbestedende dienst", namelijk inclusief de specialesectorbedrijven. Daar wringt het dus opnieuw.

Minister Verhagen:

Volgens mij is dit dezelfde discussie als die we gevoerd hebben in de Tweede Kamer naar aanleiding van het amendement. Toen heb ik duidelijk gemaakt dat de indieners van het amendement uiteraard gedacht kunnen hebben dat deze ...

De heer Reuten (SP):

Het is niet dezelfde discussie. Het is echt een andere. In de Tweede Kamer ging het om de vraag of de Gids Proportionaliteit ook van toepassing is op specialesectorbedrijven. Daar heb ik het niet over. Ik heb het nu over het volgende. In artikel 1.22 gaat het over "aanbestedende diensten" en wordt een en ander gedelegeerd naar het ARW. In het ARW wordt echter niet de term "aanbestedende dienst" gebruikt. Daaronder verstaan wij volgens de wettekst: overheden en publiekrechtelijke lichamen. In het ARW – kijk naar de definities vooraan – wordt de term "aanbesteder" gebruikt. En aanbesteder is ruimer dan aanbestedende dienst, namelijk wederom inclusief specialesectorbedrijven. Dat is dus niet consistent.

Minister Verhagen:

Ik heb dat artikel hier niet in zitten, maar ik zal nu vragen om dat artikel te brengen. Volgens mijn teksten gaat het in het wetsvoorstel over "aanbestedende diensten" en niet over "aanbesteders", zoals de heer Reuten zegt.

De heer Reuten (SP):

In het wetsvoorstel, ja, maar niet in het ARW.

Minister Verhagen:

Het wetsvoorstel is leidend voor wat we doen. Wij behandelen hier een wetsvoorstel, met alle respect. In het wetsvoorstel staat dat de aanbestedende dienst verplicht is om het Aanbestedingsreglement Werken toe te passen. Dat geldt dus niet voor de sectorgerelateerde bedrijven.

De heer Reuten (SP):

Maar waarom wordt in het ARW dan de term "aanbesteder" gebruikt, dat ruimer is dan aanbestedende dienst, en niet de term "aanbestedende dienst", zoals in het wetsvoorstel?

Minister Verhagen:

Ik baseer mij op het wetsvoorstel.

De heer Reuten (SP):

Maar de minister vaardigt ook een AMvB uit met een het ARW. Die ligt hier ook voor.

Minister Verhagen:

Die ligt hier ook voor. Daar heeft de heer Reuten gelijk in.

De heer Reuten (SP):

Die moeten consistent zijn.

Minister Verhagen:

De wet is leidend.

De heer Reuten (SP):

Fijn. Ik ben blij dat de wet leidend is. Dus wat er ook in die richtsnoeren wordt gezegd, de wet gaat altijd boven de richtsnoeren?

Minister Verhagen:

Dat is inderdaad de expliciete vraag die de heer Reuten heeft gesteld. Richtsnoeren mogen niet strijdig zijn of bovengeschikt zijn aan de wet.

De heer Reuten (SP):

Zijn wij het erover eens dat de term "aanbesteder" ruimer is dan de term "aanbestedende dienst"? Aanbesteder is namelijk inclusief specialesectorbedrijven.

Minister Verhagen:

Ik denk dat de heer Reuten formeel juridisch gelijk heeft.

De heer Reuten (SP):

Fijn. De wet telt dus. In het wetsvoorstel wordt het doen en laten van aanbestedende diensten gedelegeerd, maar vervolgens gaat het in het ARW toch over "aanbesteder". Mijn vraag is kort en bondig: vallen specialesectorbedrijven nu onder het ARW of niet?

Minister Verhagen:

Die mogen het toepassen, maar ze vallen er niet verplicht onder.

De heer Reuten (SP):

Oké, maar waarom staat er in het ARW dan niet "aanbestedende dienst"?

Minister Verhagen:

Ik heb geen idee.

De heer Reuten (SP):

Het komt van uw ministerie af en niet van mijn bureau, minister.

Minister Verhagen:

Dat is zo. Ik zeg dan ook als minister: de wet is bepalend. En u, als medewetgever, knikt daarbij instemmend.

De heer Franken (CDA):

Het zou goed zijn om de opmerking van de heer Reuten, die gaat over een uitwerking van een AMvB, hierin mee te nemen. Daar stemmen wij niet over. Wij stemmen over het wetsvoorstel. Daar heeft de minister helemaal gelijk in, maar dit is iets om in de oren te knopen en mee naar huis te nemen. Daar komen wij dan misschien nog eens op terug.

Minister Verhagen:

Dat is heel goed. Ik kan dit sowieso meenemen. Ik kom daar dadelijk nog op terug, want ook mevrouw Vos sprak over de AMvB. Zij vroeg of ik ook de Eerste Kamer erbij betrek als ik de Tweede Kamer informeer over eventueel door de Raad van State voorgestelde wijzigingen. Daar neem ik het dan bij mee. De wet hoort namelijk leidend te zijn. Richtsnoeren mogen sowieso niet strijdig of bovengeschikt zijn aan het wetsvoorstel. De suggestie van de heer Franken vind ik dus prima.

De heer Reuten (SP):

Maar ...

De voorzitter:

Mijnheer Reuten, wij blijven niet in een cirkel ronddraaien.

De heer Reuten (SP):

Dit gaat helemaal niet over politiek. Ik wil alleen benadrukken dat het wetsvoorstel en de richtsnoeren goed moeten zijn.

Minister Verhagen:

Dat ben ik volledig met u eens, mijnheer Reuten. Daar wijst de Eerste Kamer als chambre de réflexion terecht op. Daar hebt u volkomen gelijk in. Als dit dus een probleem mocht zijn, dan zal het uiteraard worden meegenomen in de wijziging die eventueel naar aanleiding van het advies over de AMvB van de Raad van State naar de Eerste Kamer wordt gestuurd.

De heer Franken (CDA):

Misschien kan er beleefdheidshalve dan een briefje komen van het ministerie over wat de minister daarmee gedaan heeft.

Minister Verhagen:

Daar kom ik zo meteen op naar aanleiding van de vraag om eventuele wijzigingen ook aan de Eerste Kamer voor te leggen, maar ik zeg het bij dezen toe: ik zal niet alleen de Tweede Kamer daarvan op de hoogte stellen, maar uiteraard ook de Eerste Kamer. Dat doe ik niet alleen beleefdheidshalve, maar ook om ervoor te zorgen dat een en ander op correcte wijze wordt afgehecht.


Brondocumenten


Historie