T00986

Toezegging Inzagerecht wethouders (30.902)



De staatssecretaris zal bekijken of de geheimhouding op grond van artikel 25 van de gemeentewet in de praktijk problemen oplevert in de situatie waarbij een wethouder niet aanwezig was bij een besloten vergadering en er gesproken is over zijn beleid. De staatssecretaris zal tevens bekijken of de positie van de wethouder wat betreft inzagerecht gelijkgesteld kan worden aan die van raadsleden.


Kerngegevens

Nummer T00986
Status voldaan
Datum toezegging 3 maart 2009
Deadline 1 juli 2010
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden prof.mr.drs. A.H.M. Dölle (CDA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Wijziging Gemeente- en Provinciewet in verband met evaluatie dualisering gemeente- en provinciebestuur (30.902)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 23

Blz. 1179

De heer Dölle

(...)

Wel willen wij de staatssecretaris nog vragen hoe het zit met het recht op inzage van wethouders in het verslag van besloten raadsvergaderingen waarbij deze wethouders niet aanwezig waren en waarbij eventueel ook geheimhouding van het besprokene is opgelegd.

(...)

Blz. 1183

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten

(...)

De heer Dölle vroeg nog concreet hoe het zat met de inzage door wethouders van het verslag van besloten raadsvergaderingen, waarbij eventueel ook geheimhouding ten aanzien van het besprokene is opgelegd en waarbij deze wethouders niet aanwezig waren. Ik zou haast willen zeggen: in beginsel heeft de wethouder in dat geval geen inzage. Die heeft hij alleen als hij er bij een vergadering is geweest. Verder bestaat de geheimhoudingsregeling overeenkomstig artikel 25 van de Gemeentewet. De VNG heeft hier wel opmerkingen over gemaakt, dus wellicht moet er nog eens naar worden gekeken. Als ik u goed begrepen heb, hebt u gezegd dat dit lastig is als het beleid van zo’n wethouder aan de orde is geweest. Ik ben dan ook best bereid om nog eens na te gaan of dit in de praktijk problemen oplevert. Daarover zijn bij mij nog geen meldingen

binnengekomen.

Blz. 1187

De heer Dölle

(...)

De minister noemt zelf al artikel 25 van de Gemeentewet. Het gaat mij inderdaad om het inzagerecht van wethouders in hetgeen in besloten vergaderingen wordt afgesproken. Misschien is dit meer theorie dan praktijk, maar de raadsleden die niet aanwezig waren, hebben wel inzagerecht. Is het de intentie van de minister dit punt gelijk te trekken?

(...)

Blz.1188

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten

Ik kom bij de vragen van de heer Dölle. (...) Op zich vind ik het punt van het inzagerecht van wethouders niet zo gek, want raadsleden hebben dit inderdaad wel conform artikel 25. Ik zal bezien of dat toch niet gelijkgesteld moet worden. Dat moet je wel zuiver bekijken. Het lijkt mij echter goed om dat punt nog eens op te pakken.


Brondocumenten


Historie