T01930

Toezegging Inkomenseffecten fiscale regeling en gemeentelijke maatwerkregeling (33.726)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ter Horst, toe om na te gaan wat de inkomenseffecten zouden zijn geweest als de 700 miljoen naar de gemeenten waren gegaan en dit effect -  in overleg met de staatssecretaris van Financiën - te betrekken bij een eventuele herziening van de fiscale regeling. 


Kerngegevens

Nummer T01930
Status voldaan
Datum toezegging 27 mei 2014
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Dr. G. ter Horst (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen fiscale maatregelen
gemeentelijk maatwerk
inkomenseffecten
Kamerstukken Afschaffing financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten (33.726)


Uit de stukken

Stenogram

Mevrouw Ter Horst (PvdA):

Kan de staatssecretaris ook aangeven of, als het hele bedrag van 700 miljoen naar de gemeenten zou zijn gegaan, de mensen met een lager inkomen daarvan meer geprofiteerd zouden hebben dan nu het geval is met een fiscale faciliteit van meer dan 400 miljoen? Kan hij misschien ook aangeven of een door een gemeente te ontwerpen regeling zich slecht zou kunnen verhouden tot de landelijke fiscale regeling? Is dat denkbaar? Tot slot van dit onderdeel wil ik de staatssecretaris vragen om toe te lichten wat zijn collega Wiebes heeft bedoeld met zijn aankondiging aan de Tweede Kamer dat hij de fiscale regeling opnieuw zal herzien. Hierover is enige onrust ontstaan en het zou goed zijn als daar helderheid over komt.

Mevrouw Ter Horst (PvdA):

Er is nog één punt dat ik aan de orde wil stellen. Het gaat om een vraag die de staats- secretaris niet beantwoord heeft. Als het totaalbedrag van 700 miljoen aan de gemeenten zou zijn gegeven, wat zou dat dan betekenen voor de groep waar het terechtkomt? Nog iets specifieker had ik in eerste termijn gevraagd of een groter deel van dat bedrag dan zou terechtkomen bij mensen met een lager inkomen. Voor de Partij van de Arbeid is het van groot belang dat het bedrag dat beschikbaar is, terechtkomt bij de doelgroep, en dan met name bij de mensen die het het meeste nodig hebben. Dat zijn over het algemeen mensen met lager inkomens. Als we die fiscale regeling niet invoeren, maar het totale bedrag aan de gemeenten geven, zou het dan terechtkomen bij mensen met lagere inkomens? Ik weet niet of de staatssecretaris die vraag kan beantwoorden. Als hij dat niet kan, dan is het misschien mogelijk om mijn vraag te betrekken bij de eventuele herziening van de fiscale regeling. Ik doel op datgene wat de staatssecretaris samen met zijn collega Wiebes gaat doen. Waar komt het bedrag voor de fiscale regeling terecht en waar komt het bedrag voor de gemeentelijke regeling terecht? Het antwoord op deze vraag zou een overweging kunnen zijn om op termijn niet voor de fiscale maar voor een andere regeling te kiezen.

Staatssecretaris Van Rijn:

Mevrouw Ter Horst vroeg of er andere inkomenseffecten zouden zijn als die 700 miljoen naar de gemeenten waren gegaan. Het eerlijke antwoord daarop is dat ik dat niet weet. Dat hangt natuurlijk af van wat de gemeenten daarmee zouden hebben gedaan. We kennen wel de inkomenseffecten van de fiscale regeling, maar van het gemeentelijk maatwerk kennen we die nog niet. Ik wil mevrouw Ter Horst wel toezeggen dat dit aan de orde moet komen in het verdere overleg met collega Wiebes over de werking van de fiscale regeling en de maatwerkregeling van de gemeenten en de betekenis daarvan voor de verschillende doelgroepen, met name voor de verdere gedachtenvorming over stroomlijning, vereenvoudiging of nadere afstemming tussen de beide regelingen. Ik zeg haar dus toe dat ik dat daar zeker in zal meenemen.



Historie