T03401

Toezegging Informeren Nederlandse inzet bij onderhandelingen nieuw Europees migratiepact (35.295)



De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole, toe de staatssecretaris van Justitie te verzoeken de Eerste Kamer eveneens te informeren over de inzet bij het nieuwe migratiepact, met name voor wat betreft de spreiding van asielzoekers.


Kerngegevens

Nummer T03401
Status voldaan
Datum toezegging 8 februari 2022
Deadline 1 januari 2023
Verantwoordelijke(n) Minister van Buitenlandse Zaken
Kamerleden Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
commissie voor Europese Zaken (EUZA)
commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen asielzoekers
migratiepact
spreiding
Kamerstukken EU en de rechtsstaat (35.295)


Uit de stukken

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 37

De heer Koole (PvdA):

[…]

Een nieuw migratiepact, waar het Franse voorzitterschap zich nu voor inzet, kan daarbij behulpzaam zijn. Kan de regering aangeven dat de Nederlandse inzet bij dat migratiepact vooral is gericht op de spreiding van asielzoekers over lidstaten en niet slechts op het afkopen van Europese solidariteit door geld te sturen naar de zuidelijke lidstaten?

Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 48

Minister Hoekstra:

Voorzitter. Dan meen ik dat de heer Koole ook nog een vraag heeft gesteld over een eerlijke verdeling van asielzoekers. Dat ben ik op zichzelf met hem eens, maar ik denk dat we allemaal wel weten hoe lastig dat onderwerp is. Ik vind het iets dat bitter noodzakelijk is. Het past helemaal bij het betoog dat ik in eerste termijn heb gehouden over wederkerigheid en het hand in hand laten gaan van alle plussen en minnen van de Unie. Daarbij moet ik tegelijkertijd aantekenen dat, zoals de kaarten nu liggen en met de unanimiteit die lidstaten nu is toebedeeld, dat nog best een ingewikkelde discussie gaat worden. Op zichzelf ben ik het met hem eens dat je ook daar zou moeten proberen om op een Europese oplossing voor te sorteren.

De heer Koole (PvdA):

Dank. Daar ben ik op zich blij mee, maar mijn vraag was wat de inzet is van de regering is bij de onderhandelingen over een nieuw migratiepact. Ik begrijp daarvan dat Frankrijk daar nu aan trekt. Ik denk ook dat het een hele ingewikkelde kwestie is. Maar ik vraag of het de inzet van de regering is — ik vraag niet naar een resultaat, maar naar een inzet van de regering — om vooral te focussen op het model van spreiding van asielzoekers over de lidstaten. Mijn vraag is daarbij of de inzet niet al te snel en makkelijk zo zal zijn dat je, als je maar geld genoeg geeft, geen enkele asielzoeker hoeft te ontvangen. Dan geef je het maar aan Griekenland of Italië en dan koop je het eigenlijk af. Dat zit toch ook in dat voorstel, begreep ik. Dus mijn vraag is: is de inzet toch in eerste instantie, dus niet honderd procent, maar in eerste instantie, gericht op spreiding van asielzoekers over de lidstaten?

Minister Hoekstra:

Ik zou het eigenlijk nog breder willen trekken, als de heer Koole dat goedvindt. Want dit is iets waar de staatssecretaris van Justitie natuurlijk in het bijzonder mee bezig is. Dit zijn ook zaken die zo zwaarwegend zijn — ze raken aan het regeerakkoord en aan het voorstel van het Franse voorzitterschap — dat we dat gesprek volgens mij eerst ten volle moeten voeren in het kabinet. Vervolgens moet het via de geëigende route, zeker als het op het terrein van de collega's ligt, bij de Kamers terechtkomen. Dus is het goed als ik de heer Koole toezeg dat ik melding zal maken richting de staatssecretaris van Justitie dat deze belangstelling hier bestaat en dat we zorgen dat de Eerste Kamer hier ook over wordt geïnformeerd?

De heer Koole (PvdA):

Ik ben blij met deze toezegging, maar ik constateer dat het kabinet op dit moment kennelijk die inzet nog niet heeft gekozen.

Minister Hoekstra:

Ik wil niet op de specifieke inzet vooruitlopen, want dan zou ik echt de collega van Justitie even willen raadplegen, omdat die daarvan de laatste stand zal hebben. Dank aan de heer Koole dat hij ons die tijd gunt.


Brondocumenten


Historie