T02442

Toezegging Het uitvoeren van een nulmeting en de Kamer daarover informeren (33.118)



De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Klip-Martin (VVD), toe dat zij in het kader van het monitoringsprogramma een nulmeting zal uitvoeren en daarover de Kamer zal informeren.


Kerngegevens

Nummer T02442
Status voldaan
Datum toezegging 30 mei 2017
Deadline 1 juli 2020
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Milieu
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Minister voor Milieu en Wonen
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Kamerleden drs. T. Klip-Martin (VVD)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen monitoringsprogramma
Nulmeting
Kamerstukken Omgevingsrecht (33.118)


Opmerking

Kamerstukken I 2016/17, 33118, AA (de motie is op 6 juni 2017 ingetrokken)

Uit de stukken

Handelingen I 2016-2017, nr. 29, item 7, blz. 57-61

Mevrouw Klip-Martin (VVD):

(...)

Tot slot. Wij hebben de regering in de persoon van de minister opgeroepen om een volwaardig en robuust monitoringsprogramma op te zetten met relevante indicatoren, terugkoppelmechanismen en alles wat daarbij hoort. De minister heeft, denk ik, duidelijk verwoord dat daaraan gewerkt en verder over nagedacht wordt. Dat monitoringsprogramma wordt dus ook nog met andere partijen verder ontwikkeld. Dat gaat inderdaad over het bereiken van doelstellingen en over de voortgang, maar wij gaan ervan uit dat er meer aspecten bekeken worden, bijvoorbeeld ook de dreigende juridisering. Graag dien ik namens mijn fractie aanvullend op de toezegging van de minister een motie in waarin wij de regering verzoeken om in het kader van het monitoringsprogramma een goede nulmeting uit te voeren, prioriteiten voor de invoeringsondersteuning op basis daarvan te herijken en deze Kamer daarover te informeren.

(...)

De voorzitter:

Door de leden Klip-Martin, Bikker, Bruijn, Diederik van Dijk, Stienen, Van de Ven, Vos, Flierman, Teunissen en Meijer wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

de invoering van de Omgevingswet zowel in de Tweede als Eerste Kamer en bij een breed scala aan maatschappelijke organisaties op breed draagvlak kan rekenen;

de omgevingswetgeving naast "harde" doelen als omgevingsvisies, omgevingsplannen en procedures, vooral ook inzet op een andere manier van werken die niet van de ene op de andere dag door alle betrokkenen tot uitvoering zal worden gebracht;

het totale Digitaal Stelsel Omgevingswet randvoorwaardelijk is voor een levensvatbare implementatie, maar op vele terreinen nog onzekerheden kent;

mede door de complexiteit van de implementatie en de overgangstermijn van tien jaar pas gaandeweg dit traject duidelijk zal worden of en met name hoe de Omgevingswet de achterliggende doelen helpt realiseren;

een belangrijk deel van het succes van de implementatie en daadwerkelijke uitvoering van de Omgevingswet derhalve "onderweg" bepaald zal worden, waarbij het gezamenlijk leren van successen en fouten essentieel is;

dit laatste niet vanzelf gaat en het ontwikkelen van "lerend vermogen" goed georganiseerd moet worden, waarbij het Rijk een grote verantwoordelijkheid heeft en voorlopig houdt voor een succesvolle maatschappelijke invoering;

een monitor onderdeel is van het implementatieprogramma en dat daarvoor inzicht in de uitgangssituatie van groot belang is;

verzoekt de regering, een goede nulmeting te doen, op basis daarvan de prioriteiten voor de invoeringsondersteuning te herijken en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter AA (33118).

(...)

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

(...)

Tot slot de monitoring zelf. Mevrouw Klip vraagt om een goede nulmeting uit te voeren en de Kamer daarover te informeren. Ik zie de motie daarover als ondersteuning van beleid. Een nulmeting is echt nodig als een goede basis om verder te monitoren. Komend jaar is daar volgens mij een geschikt moment voor. Ik ben bereid om die nulmeting uit te voeren en de Kamer daarover te informeren. Wij zullen de resultaten van de monitor meenemen in het implementatieprogramma.


Brondocumenten


Historie