T02785

Toezegging Het CBR vragen of er een mogelijkheid is bepaalde individuele gevallen sneller of met voorrang te behandelen (29.398)



De minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (PvdA), toe dat zij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) zal vragen of het mogelijk is om mensen die onder het Tijdelijk besluit verlenging geldigheidsduur rijbewijs in bepaalde gevallen vallen en daardoor niet in het buitenland kunnen rijden in individuele, incidentele gevallen snel medisch te beoordelen zodat iemand – indien geschikt – een fysiek rijbewijs kan gaan halen bij de gemeente.


Kerngegevens

Nummer T02785
Status voldaan
Datum toezegging 8 oktober 2019
Deadline 1 januari 2020
Verantwoordelijke(n) Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Kamerleden mr. J. Recourt (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie overig
Onderwerpen 75-plussers
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
rijbewijzen
Kamerstukken Maatregelen verkeersveiligheid (29.398)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2019/20, 29 398, R, blz. 11

De heer Recourt (PvdA): Op de vraag van mevrouw Nooren zei u dat u met het CBR gaat kijken of voorrang mogelijk is maar dat u het ergste vreesde. Ik hoorde u net zeggen dat het eigenlijk geen zin heeft en dat je je misschien individueel kan melden. Mijn vraag is of u met het CBR gaat praten over voorrang voor deze groep of niet.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga: Ik had het zo begrepen dat het niet ging om voorrang voor een groep, want we weten niet hoe groot die groep is. Heel eerlijk, als ik in de krant zou lezen dat het bij mensen die melden dat zij graag naar het buitenland willen, geregeld kan worden, dan wil iedereen dat natuurlijk. Het is lastig als groep. Ik heb het zo opgevat: om bij het CBR de vraag neer te leggen of er nog ergens een mogelijkheid is om die mensen, als zij zich melden in de procedure bij het CBR en dit

specifiek aangeven, sneller of met voorrang te behandelen. Dat is wat ik maximaal kan toezeggen, maar niet voor de hele groep, want dan is het de facto toch voor iedereen, denk ik.

De heer Recourt (PvdA): U zegt het toe, in de zin dat u dit gaat doorgeven aan het CBR en daar ook uw zegen aan geeft?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga: Dat zou wel heel aanmatigend zijn. Ik zeg toe dat ik dit probleem nog een keer zal bespreken met het CBR en met iedereen die daarbij betrokken is. We vragen ook aan hen om maximaal creatief mee te denken over wat we kunnen doen. Is het mogelijk om nog iets te versnellen als mensen een duidelijk gemotiveerd verhaal hebben, dat zij daar een tweede woning hebben of familie die zij moeten bezoeken? Je kunt allerlei dingen daarvoor bedenken. Dat is wat ik toe kan zeggen en dan zal ik jullie laten weten wat de reactie van het CBR is, of zij daar nog mogelijkheden zien. Zo zou ik dat willen formuleren.


Brondocumenten


Historie