T02987

Toezegging Gevolgen tijdelijke verlenging van beslistermijn bij asielzaken vergelijken met andere EU-lidstaten (35.476)



De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de Stienen (D66) en Vos (PvdA), toe om bij de aan de Tweede Kamer toegezegde inventarisatie van de inspanningen van de andere EU-lidstaten om tijdige beslissingen bij asielzaken te bevorderen ook, voor zo ver het mogelijk is, met de andere EU-lidstaten te vergelijken wat de gevolgen zijn van de tijdelijke verlenging van de beslistermijn op de behandeling van asielzaken.


Kerngegevens

Nummer T02987
Status voldaan
Datum toezegging 6 juli 2020
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Kamerleden Drs. C.P.W.J. Stienen MA (D66)
dr. M.L. Vos (GroenLinks-PvdA)
Commissie commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen asielzaken
Immigratie en Naturalisatiedienst
Kamerstukken Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND (35.476)


Uit de stukken

Verslag EK 2019/2020, nr. 35, item 6, blz 4.

Mevrouw Vos (PvdA):

(…)

Mijn laatste punt gaat over het leren van andere lidstaten. Nederland is niet het enige land dat soms moeite heeft met tijdig beslissen. Artikel 31 — mevrouw Karimi had het er al over — van de Procedurerichtlijn gaat over de behandelingsprocedure. Hoe gaan ze in andere lidstaten om met tijdige beslissingen? Welke maatregelen nemen zij om de procedures te verbeteren en te versnellen? En wat zijn de gevolgen voor asielzoekers daar als er niet tijdig wordt beslist? Kunnen zij dan een besluit afdwingen en heeft de vertraging dan gevolgen voor hun aanspraak op verblijf? Wil de regering daar ook een onderzoek naar doen en het parlement daarover informeren? Kan dat bijvoorbeeld bij de eerste driemaandelijkse rapportage? Graag een reactie van de regering hierop, en liefst ook een toezegging

Verslag EK 2019/2020, nr. 35, item 6, blz 26.

Staatssecretaris Broekers-Knol:

(…)

Verder is gevraagd hoe andere lidstaten omgaan met beslissingen. In de Tweede Kamer heb ik op verzoek van de leden van de SGP-fractie toegezegd de komende tijd te inventariseren hoe andere lidstaten bevorderen dat tijdig wordt beslist. Dat ga ik ook betrekken bij de uitwerking van het voorstel voor de definitieve wet. Daar kunnen we namelijk van leren. Misschien zijn er fantastische ideeën die wij niet kennen en die ons enorm kunnen helpen.

Mevrouw Stienen (D66): Mijn fractie zou het op prijs stellen als u bij die inventarisatie ook wilt meenemen wat de tijdelijke verlenging van de beslistermijn in Nederland maar ook in andere EU-lidstaten voor gevolgen heeft gehad bij de behandeling van asielzaken. Misschien kunnen we nog van andere landen leren.

Staatssecretaris Broekers-Knol: Dan moeten we ook even kijken hoe dat precies in zijn werk is gegaan. De beslistermijn kan verlengd worden met negen maanden. In Nederland hebben we besloten tot een termijn van zes maanden, omdat ik het van belang vind dat we snel tot besluitvorming komen. Dus dan moet ik ook kijken naar waar het negen maanden, acht maanden of zeven maanden is. Ik wil mevrouw Stienen graag toezeggen dat voor zo ver mogelijk en voor zo ver het in onze macht ligt, we gaan kijken wat de verschillen zijn. We kijken wat we kunnen doen. Ik beloof dat we daar ons best voor zullen doen.


Brondocumenten


Historie