T03334

Toezegging Gemeenschappelijk handelingsperspectief radicalisering en polarisatie (35.899)



De minister van J&V zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe zodra dit mogelijk is te zullen rapporteren over het voorstel voor een gemeenschappelijk handelingsperspectief tussen de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), gemeenten en politie inzake radicalisering en polarisatie. De brief aan de burgemeesters van het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) zal ook naar de Eerste Kamer worden gestuurd.


Kerngegevens

Nummer T03334
Status afgevoerd
Datum toezegging 23 november 2021
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Kamerleden G. Prins (CDA)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen coronamaatregelen
geweld
maatschappelijke onrust
polarisatie
radicalisering
Kamerstukken Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19 (35.899)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8, blz. 14

Minister Grapperhaus:

Ik heb het al eerder gezegd en vandaag aan de Tweede Kamer geschreven: je ziet dat er sprake is van georganiseerde groepen die gewelddadig optreden. De politie heeft daar ook een behoorlijk scherp beeld van. Je ziet daarnaast, alsof het een soort vuur is dat meer vuur aantrekt, dat daar relschoppende jongeren op afkomen, die via een soort copycatgedrag — excuseer het Engelse woord — ook steeds meer van dat grovere geweld aanwenden.

(…)

Ik heb ook vanmiddag nog in de korte pauze een uitvoerig overleg gehad met de burgemeesters van het Landelijk Overleg Veiligheid Politie. We hebben tegen elkaar ook een aantal dingen benoemd. Dat zal ook nog in een brief komen te staan die naar de Tweede Kamer wordt gezonden en waarvan ik zal zorgen dat die ook naar uw Kamer toe gaat.

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8, blz. 22-23

Minister Grapperhaus:

Ik heb nog twee onderwerpen. Een. Mevrouw Prins vraagt terecht aandacht voor de polarisatie en hoe daarmee om te gaan. Ik kan daar twee dingen over zeggen. Ik heb vanmiddag aangegeven dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid werkt aan een gemeenschappelijk handelingsperspectief voor alle lokale gezagen op het punt van het zo veel mogelijk tegengaan en bijsturen van radicalisering en polarisatie. Er is al heel veel gebundelde expertise. De Expertise-unit Sociale Stabiliteit, de ESS, bij het ministerie van SZW, wordt hierbij betrokken. Het ministerie van BZK heeft wat ze het Omo noemen. Ik kan echt niets aan die afkorting doen. Dat is het Ondersteuningsnetwerk maatschappelijke onrust. Daar participeer ik zelf ook in, evenals ambtenaren van ons departement en vooral burgemeesters. Dat is eind vorig jaar in het leven geroepen naar aanleiding van de polarisatie die toen heel duidelijk zichtbaar werd in de aanloop naar oud en nieuw, zoals u zich wellicht kunt herinneren. Dan is er nog een brede expertgroep maatschappelijke onrust, en daarin zitten de nationale politie, de VNG, de NCTV en de al genoemde ministeries. We bekijken dit dus echt vanuit diverse invalshoeken en de NCTV is daarbij toch vaak de kartrekker, om het vervolgens naar heel concrete handelingsperspectieven te brengen.

(…)

Mevrouw Prins (CDA):

Ik ben blij met de diverse expertgroepen. Tegelijkertijd is dan wel de vraag: wat komt daaruit? Praten is één ding, overleggen, onderzoeken, maar wat zijn nu stappen die we zouden moeten nemen, die de samenleving, maar ook de overheid zou moeten nemen, om ervoor te zorgen dat we weer wat meer tot een eenheid komen? Komen daar activiteiten uit voort of plannen? Komt daar een visie op? Wat kunnen wij daarvan zien?

Minister Grapperhaus:

Daar komen zeker activiteiten uit voort. Die kunt u ook afleiden uit bijvoorbeeld het dreigingsbeeld dat elk halfjaar door de NCTV bekend wordt gemaakt. U ziet het ook in de aanpak waarmee departementen op een gegeven moment samen met gemeenten dit soort dreigingen van polarisatie, om het zo maar te zeggen, op een goede wijze tegemoet treden. Nogmaals, er komt nu, naar aanleiding van wat we de afgelopen dagen hebben gezien, een voorstel voor een gemeenschappelijk handelingsperspectief, zodat dat overal zo veel mogelijk, met misschien wat lokale variaties, kan worden neergezet.

Mevrouw Prins (CDA):

Mag ik daaruit begrijpen dat wij daar ook een overzicht van en inzage in kunnen krijgen, zodat we een gevoel krijgen voor wat er gedaan wordt, aan de harde en aan de zachte kant — ik blijf toch beide sporen van belang vinden — om ervoor te zorgen dat er weer meer eenheid komt, dat de scheidingslijnen weer minder worden dan wat op dit moment in de samenleving zichtbaar is?

Minister Grapperhaus:

Dat moet nu eerst goed worden vastgesteld met de lokale gezagen, het OM en de politie. Ik denk dat we daar nu echt eerst prioriteit aan geven. Ik hoop dat mevrouw Prins dat begrijpt.

De voorzitter: Tot slot, mevrouw Prins.

Mevrouw Prins (CDA):

Ik heb alle begrip voor de volgorde. Dat neemt niet weg dat u een toezegging zou kunnen doen dat wij dat overzicht krijgen, zij het in de volgorde die u net hebt aangegeven.

Minister Grapperhaus:

We moeten even zien. Daarom ben ik daar een beetje terughoudend in. U hebt mij ook vrij terughoudend horen wezen toen journalisten mij vroegen om nou eens namen te noemen van organisaties en groepen en dergelijke. We moeten dat even laten afhangen van hoe NCTV en politie dat samen met de gemeenten willen gaan inrichten. Maar het moge duidelijk zijn, want zo kent mevrouw Prins mij ook, dat wij datgene wat we daarover kunnen rapporteren echt zullen rapporteren, zodra dat ook kan.

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8, blz. 72

Mevrouw Prins (CDA):

Meneer de voorzitter. Wij hebben begrip voor het feit dat het kabinet eerst zelf met de diverse experts over de polarisatie en de radicalisering in onze samenleving in gesprek wil gaan, en daarvoor een aanpak wil ontwikkelen. Wij pleiten er wel voor om ook sociologen, groepspsychologen en pedagogen hierbij te betrekken. Daarbij zouden wij graag de toezegging bevestigd zien dat als het beleid en de aanpak in dezen ontwikkeld zijn, de minister van Justitie en Veiligheid ons hierover informeert.

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8, blz. 72

Minister Grapperhaus:

Voorzitter. Dan als laatste inhoudelijke punt van vandaag de polarisatie. Ik heb al aangegeven dat dit zeker verder wordt uitgewerkt in het kader van dat gezamenlijk handelingsperspectief tussen gemeenten, de NCTV en de politie. In de tussentijd is er overigens een brief uitgegaan die bevestigt wat in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie is gezegd. Ja, er wordt wel degelijk op ingezet, mede aan de hand van, hoe akelig dat ook klinkt, de dreigingsbeelden die de NCTV periodiek maakt — dat heb ik ook al gemeld — en die al sinds anderhalf jaar een bepaalde coronacomponent hebben.


Brondocumenten


Historie