T01740

Toezegging Doorgeleiding verzoek aan Centraal Planbureau (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Reuten (SP), toe het CPB te verzoeken opheldering te geven over de vraag waarom het CPB in de notitie over de gedragseffecten van de marginale belastingdruk bij hogere inkomens het arbeidsaanbod vertaalt in werkgelegenheid.


Kerngegevens

Nummer T01740
Status voldaan
Datum toezegging 18 december 2012
Deadline 1 juli 2013
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Centraal Planbureau
cijfers
koopkracht
Kamerstukken Wet verhuurderheffing (33.407)
Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405)
Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403)
Belastingplan 2013 (33.402)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 3 – blz. 18

De heer Reuten (SP):

Ik maak nu enkele opmerkingen over de belastingdruk. De relatie tussen belasting- en premiedruk en het aan bod van arbeid speelt een belangrijke rol in de fiscale politiek van het kabinet. Ik dank de staatssecretaris voor het feit dat hij naar aanleiding van onze vraag daaromtrent bij de algemene financiële beschouwingen het CPB inmiddels heeft gevraagd een notitie uit te brengen over de gedragseffecten van de marginale belastingdruk bij hogere inkomens. In de eerdergenoemde notitie van 10 december jongstleden van het CPB over marginale druk wordt gesteld dat verhoging van de marginale druk betekent dat werk minder lonend wordt, waardoor meer personen in deeltijd gaan werken en de werkgelegenheid in arbeidsjaren daalt. Het eerste gedeelte van deze zin, over geringer aanbod van arbeid, kan ik volgen. De te beantwoorden vraag is of en in welke mate zich dit empirisch voordoet. Wij zullen dit in de toegezegde notitie

zien. Het laatste gedeelte van de zin, namelijk de gevolgtrekking dat door de eventuele daling van het arbeidsaanbod "de werkgelegenheid daalt", kan ik niet volgen. Of er zou een markante evenwichtstoestand achter moeten steken, maar empirisch doet die zich naar mijn weten niet voor. Deze connectie komt steeds weer terug in de langetermijnscenario's van het CPB. Ik vraag de staatssecretaris het CPB te verzoeken in de betreffende notitie ook opheldering te geven waarom het CPB het arbeidsaanbod vertaalt in werkgelegenheid.

Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz. 119

De heer Reuten (SP):

Voorzitter. Ik dank de bewindsleden voor de schriftelijke en mondelinge beantwoording. Ik had de staatssecretaris gevraagd om bij zijn verzoek aan het CPB de gelijkstelling van de daling van het arbeidsaanbod aan de werkgelegenheid te betrekken. Ik zeg het nu even wat kort, maar ik heb het gisteren iets uitgebreider geformuleerd. Ik verwijs kortheidshalve naar mijn inbreng in eerste termijn.

Handelingen I 2012-2013, nr. 12, item 18 – blz. 125

Staatssecretaris Weekers:

[...] De heer Reuten heeft een vraag gesteld om een bepaald verzoek aan het Centraal Planbureau door te geleiden. Hij had dit verzoek in eerste termijn gedaan. Ik zal het zeker doen.


Brondocumenten


Historie