T00203

Toezegging Debat naar aanleiding van de Regeringsverklaring



De minister-president zegt toe om met de minister van Justitie te zullen spreken over het doel van het wetgevingsbeleid van het kabinet, dat er op is gericht zoveel mogelijk novelles te voorkomen in het licht van de door de Kamer naar voren gebrachte complexiteit waarin de senaat zijn wetgevende werk moet verrichten.


Kerngegevens

Nummer T00203
Oorspronkelijke nummer tz_AZ_2007_1
Status voldaan
Datum toezegging 3 april 2007
Deadline 1 januari 2008
Verantwoordelijke(n) Minister van Algemene Zaken
Kamerleden prof.dr.ir. E. Schuurman (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen novelles
Kamerstukken Begrotingsstaat Algemene Zaken, Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2007 (30.800 III)


Opmerking

Na overleg met de minister van Justitie kan het volgende worden bericht:
Er bestaat overeenstemming dat de voorstellen die aan de Eerste Kamer worden voorgelegd van een dusdanig goede kwaliteit zijn dat de noodzaak van het gebruik van novelles zo veel mogelijk wordt beperkt. Dit vereist een versterking van het wetgevingsbeleid, waarover de minister van Justitie een nota in voorbereiding heeft. In deze nota zal worden ingegaan op een mogelijke verbetering van de instrumenten die wetgevingsjuristen ter beschikking staan om wetsvoorstellen op een juiste wijze, met een goed oog voor de effecten ervan, voor te bereiden. Verder zal ook de rol van de minister van Justitie bij de voorbereiding aan de orde komen. De verwachting is dat betere voorbereiding zal leiden tot een verminderde inzet van de novelle voor het herstel van wetstechnische en inhoudelijke gebreken. Dit laat echter onverlet dat ook in de toekomst het instrument van de novelle een nuttige functie kan blijven vervullen, met name om zwaarwegende wensen van de Eerste Kamer te kunnen verwerken. 31200 III, A (13 feb. 2008)

Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, nr. 25 – blz.797

Blz. 828. Schuurman

(...)

“Voorzitter. Doet de minister-president wel voldoende recht aan de toenemende complexiteit waardoor de Eerste Kamer tot zulke vragen naar novelles komt? Het kabinet biedt de novelles niet alleen aan. Ze worden ook wel gevraagd, overigens lang niet altijd publiek. Dan ligt het voor de hand dat de commissie daar om heeft verzocht, bijvoorbeeld achter gesloten deuren. Er worden ook veel toezeggingen richting de Eerste Kamer gedaan, iets wat bijvoorbeeld 20 jaar geleden helemaal niet gebeurde. Wij houden daar een registratie van bij. Dat kan men op de website zien. De bewindslieden worden  herinnerd aan het al dan niet nakomen daarvan. Het is voorgekomen dat een voorstel in de Eerste Kamer wordt gedaan een AMvB af te kondigen. Dat wordt toegestaan. Er is blijkbaar iets aan de hand. Twee jaar geleden is het verzoek gekomen om er intern naar te kijken. Dat rapport moet nog altijd komen, maar dat geeft al aan dat het een ingewikkelde kwestie is. Is de minister-president gevoelig voor de stelling dat het best iets anders zou kunnen zijn dan 20 jaar geleden?

Minister Balkende, minister-president, minister van Algemene Zaken (blz.829)

(...)

“Ik ben daar zeker gevoelig voor, maar de vraag in dit debat is hoe wij het fenomeen novelle duiden. De heer Schuurman geeft er nu voorbeelden van. Wij moeten heel goed bezien hoe het komt dat hier de noodzaak tot een novelle wordt gevoeld. Wij hebben dan al wel een aantal stadia doorgemaakt. Er ligt een wetsvoorstel van het kabinet. Er ligt een advies van de Raad van State. Er heeft en behandeling in de Tweede Kamer plaatsgevonden. Dan komt hier het finale oordeel. Zoals de heer Kox stelde, dan is het ja of neen. Het kan zijn dat er dan nog iets moet gebeuren, maar eigenlijk is dat een soort laatste middel. Het doel van het wetgevingsbeleid moet juist zijn, gegeven het voortraject, de novelles zoveel mogelijk te voorkomen, al kun je zoiets nooit uitsluiten. Ik heb het signaal van de Kamer goed begrepen. Ik zal dat uiteraard bespreken met collega Hirsch Ballin, want dit raakt de aard en het wezen van het wetgevingsbeleid. 

(...)



Historie