T01159

Toezegging De Kamer zal per brief worden geïnformeerd over de wijze waarop over 5 jaar tijdens de evaluatie transparantie zal worden geboden over de (departementale) uitgaven ten behoeve van de BES (31.958)



De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Doek (CDA), toe dat zij de Kamer per brief zal informeren over de wijze waarop over 5 jaar tijdens de evaluatie transparantie zal worden geboden over de (departementale) uitgaven ten behoeve van de BES.


Kerngegevens

Nummer T01159
Status voldaan
Datum toezegging 11 mei 2010
Deadline 1 januari 2012
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Caribisch Nederland
evaluaties
transparantie
uitgaven
Kamerstukken Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31.958)


Uit de stukken

Handelingen I 2009/10, nr. 28 – blz. 1163

Doek (CDA):

Ik kom op de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Onze fractie wil stilstaan bij de verwerking van de overige BES-uitgaven door Nederland. De aankondiging in de nota naar aanleiding van het verslag met betrekking tot het instellen van een BES-fonds voor de vrije uitkeringen, met daarbinnen drie aparte geldstromen, heeft onze fractie met instemming gelezen. Het bevordert de transparantie en vergemakkelijkt ook de evaluatie na vijf jaar. Het is met name in verband met de evaluatie na vijf jaar dat wij ons afvragen of het wel zo verstandig is dat de overige uitgaven die de andere departementen opnemen in de totale rijksbrede uitgaven, niet worden gespecificeerd. In het kader van de voorziene evaluatie en de transparantie is de verwijzing naar de departementale uitgaven voor politie, onderwijs, etc. voor de Nederlandse gemeenten minder begrijpelijk. De vraag is of de staatssecretaris een departementale uitsplitsing in het kader van de komende evaluatie toch niet wenselijk acht. Ik voeg daaraan toe dat dat ook verstandig is ter voorkoming van indianenverhalen over de bedragen die ernaartoe gaan. Maak het gewoon duidelijk wat er wordt uitgegeven. Bepaalde algemene zaken kunnen daarbuiten blijven, maar er zijn een heleboel redelijk specifieke uitgaven om achterstanden op te heffen. Laten wij dat nou maar gewoon helder presenteren.

Handelingen I 2009/10, nr. 28 – blz. 1172-1173

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik heb al iets gezegd over de transparantie, namelijk waarom wij kiezen voor die fondsen. De heer Doek vraagt in dit kader naar het zichtbaar maken van de departementale uitgaven. Hij wil weten of het mogelijk is, die departementale uitgaven apart te specificeren om redenen van transparantie. Op zich deel ik deze transparantie, de wens om zo veel mogelijk transparant te laten zien wat er gebeurt. Ik heb de Tweede Kamer op 29 maart 2010 per brief geïnformeerd over de jaarlijkse uitgaven door de departementen na 2010. Ik krijg de indruk dat de Eerste Kamer deze brief wellicht niet heeft gekregen, dus ik zal ervoor zorgen dat zij deze alsnog ontvangt. Zoals al eerder in de schriftelijke beantwoording is aangegeven, is er inderdaad voor gekozen om de BES-uitgaven op te nemen in de totale, rijksbrede, uitgaven. We hebben de bedragen aangegeven die worden toegevoegd aan de verschillende begrotingen, maar uiteindelijk zal het niet zo gemakkelijk zichtbaar zijn. Dat betreft politie. Er is inderdaad een “politie-BES”, zoals toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag. Ik weet niet of het zinnig is om zulke kleine bedragen zo specifiek op de begrotingen zichtbaar te maken. Daar gaat het immers uiteindelijk om. Daarom hebben we in deze brief de omvang aangegeven. Het is uiteraard wel technisch mogelijk om het te doen, maar het is een enorme klus en we hebben nu al werk genoeg om alles voor elkaar te krijgen. Ik weet niet of het verstandig is om er nu aan te beginnen.

Doek (CDA):

Ik begrijp wat de staatssecretaris zegt. Maar toch. Ik lees tot mijn vreugde dat er 4 miljoen Antilliaanse guldens besteed mogen worden, ik dacht door het ministerie van Verkeer en Waterstaat ter verbetering van de haven op Saba. Het gaat om dat soort, toch majeure, bedragen, die ook van belang zijn voor de perceptie van het belang van hetgeen Nederland doet voor de BES-eilanden. Op andere departementen zullen er ook grote uitgaven worden gedaan ten behoeve van de BES-eilanden. Als je alle scholen op Bonaire moet vernieuwen, bijvoorbeeld, gaat het om een behoorlijk bedrag. Ik begrijp overigens dat het geen behoorlijk bedrag is op de complete begroting van OCW. Daar is het het zestiende cijfer achter de komma. Daar gaat het in dit geval echter helemaal niet om. Het gaat erom dat wij de bevolking aldaar het gevoel geven dat het niet om niets gaat in Antilliaanse guldens en straks in dollars, en het gaat erom dat we dat ook duidelijk maken aan de Nederlandse bevolking. Die heeft er vaak heel rare beelden bij. Je zou kunnen zeggen dat je juist beelden oproept door het transparant te maken of dat je het daarom maar in de grote getallen weg moet houden. Ik denk dat het beter is om er de komende vijf jaar heel transparant mee om te gaan. Ik roep de staatssecretaris op om de andere departementen te vragen om in hun begrotingsstukken een kort hoofdstukje te wijden aan de vraag of ze de komende jaren zeer specifieke uitkeringen doen om de BES-eilanden op het niveau te krijgen waarop we ze graag zouden willen zien, bijvoorbeeld uitgaven voor het aanpassen van gevangenissen. Het lijkt me verstandig om dit te doen, zodat we het ook straks bij de evaluatie in beeld te kunnen brengen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

We zijn op dit moment niet van plan om het zo te doen. Dat zeg ik nog maar een keer. Ik wil er best nog eens naar kijken, maar het is een omvangrijke interdepartementale operatie. Gezien de omvang is het de vraag of je het moet doen. Ik begrijp wel wat de heer Doek zegt. Ik ben het trouwens heel nadrukkelijk met hem eens dat het twee kanten op kan werken. Er wordt soms gezegd dat er miljarden naar de Antillen worden gestuurd. Dat is gewoon expliciet niet aan de orde. Door transparantie kun je zien dat het niet een dergelijke omvang heeft. Ik zie de voor- en nadelen dus wel. De heer Doek vraagt of ik het nog een keer wil bespreken. Ik wil zelf liever het evaluatiemoment, dat we toch al hebben over vijf jaar, benutten om er dan op terug te kijken. Primair reagerend op wat hij zegt, vind ik het handiger om dan te kijken wat er is gebeurd.

Doek (CDA):

Maar dan wil ik niet horen: we hebben het opgenomen in de rijksbrede uitgaven en kunnen er dus helemaal niets meer over zeggen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Nee, dat kan dan inderdaad niet.

Doek (CDA):

Zou de staatssecretaris daarom in de brief waarin zij uitlegt welke criteria zij zal hanteren bij de evaluatie nog wat aandacht kunnen schenken aan dit punt?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Oké, dat zou ik kunnen doen.

Doek (CDA):

Zo kunnen we elkaar wellicht daarin vinden.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik wil wel in de brief die ik toch moet schrijven over de criteria voor de evaluatie, bezien hoe we ook aandacht kunnen besteden aan de financiële kanten.

Handelingen I 2009/10, nr. 28 – blz. 1182

Doek (CDA):

Bij de uitsplitsing van de departementale geldstromen verwijst de staatssecretaris naar de brief van 29 maart. Die zal ik nog eens goed doorlezen. Ik noteer dat de staatssecretaris dit zal meenemen in de criteria voor de evaluatie over vijf, zes jaar. Die brief over de criteria komt natuurlijk al binnen een jaar.


Brondocumenten


Historie