T02356

Toezegging De aangenomen motie EK 34485 VI, D betrekken bij een samenhangende analyse van de strafrechtketen (34.485 VI)



De minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een motie van het lid Bikker (ChristenUnie), toe dat deze motie wordt betrokken bij de analyses van de integrale strafrechtketen die ten grondslag liggen aan de begroting voor 2017.


Kerngegevens

Nummer T02356
Status voldaan
Datum toezegging 5 juli 2016
Deadline 1 januari 2017
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen begrotingen
beleidsvoornemens
strafrechtketen
Kamerstukken Wijziging begrotingsstaten Veiligheid en Justitie 2016 (voorjaarsnota) (34.485 VI)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 37, item 14, blz. 19-23

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

(...)

En dan de lange termijn, want over 2016 heb ik het dan gehad. De minister heeft veel verteld over zijn voornemens voor de langere termijn. Tegelijk zullen we ook de begroting moeten afwachten. We constateren dat er meerdere rapporten bestaan, eigenlijk voor alle onderdelen van de strafrechtketen, waarin risico's gesignaleerd worden en waarin benoemd wordt waar de moeilijkheden ontstaan en in welke mate die structureel zijn. Naar de mening van mijn fractie ontbreekt echter een samenhangende analyse van dit kabinet en de beleidsvoornemens die uit dat geheel voort zouden moeten vloeien om deze begroting naar een gezonder niveau te brengen zodat we niet per rapport en op de grootste incidenten reageren. We moeten zorgen voor een duurzaam, rustig financieel beleid. Juist daarom dien ik een motie in, mede namens de collega's van D66, GroenLinks, SGP, SP en CDA. Ik denk dat zelfs de minister van Financiën deze zou moeten waarderen omdat het voorstel in de motie juist een solide begroting brengt. Nou, een minister van Financiën moet gewoon helemaal in de wolken raken door solide begrotingen. Het is van harte een steun in de rug van deze minister om ervoor te zorgen dat de begroting van het ministerie van Justitie voor de komende jaren een solide basis krijgt.

De voorzitter:

Door de leden Bikker, Strik, Engels, Diederik van Dijk, Ruers en Rombouts wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de suppletoire begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie 2016 enkele financiële risico's wegneemt;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer en verschillende rapporten inzichtelijk hebben gemaakt dat er financiële risico's zijn voor politie, rechtspraak en Openbaar Ministerie die voor 2016 niet geheel worden weggenomen door de suppletoire begroting en structureel ook nog een opgave met zich meebrengen;

overwegende dat door politie, rechtspraak en Openbaar Ministerie zelf ook nog steeds wordt uitgesproken dat aanvulling van de middelen noodzakelijk is om de operationele sterkte op orde te houden;

voorts overwegende dat de verschillende onderzoeksrapporten ten aanzien van de bekostiging, de bedrijfsvoering en de benodigde investeringen voor politie, rechtspraak en Openbaar Ministerie de knelpunten benoemen, maar dat een samenhangende analyse en daaruit voortvloeiende beleidsanalyse voor de komende jaren ontbreken;

verzoekt de regering om bij de begrotingsbehandeling 2017 met een samenhangende analyse te komen ten aanzien van de opgaven waar de verschillende partners in de strafrechtketen en uiteindelijk het ministerie van Veiligheid en Justitie in de komende jaren voor staan en welke beleidsvoornemens hieraan verbonden worden teneinde tot een gezond meerjarig financieel beeld te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter D (34485-VI).

(...)

Minister Van der Steur:

(...)

Ik vervolg met de motie-Bikker c.s. op letter D. Voor de zuiverheid moet ik vaststellen dat de eerste overweging in deze motie juist is en dat de tweede overweging grotendeels klopt, zij het dat ik zelf, op basis van mijn analyses ten aanzien van de rechtspraak en het Openbaar Ministerie, moet vaststellen dat de zorgen voor 2016 voor het Openbaar Ministerie in principe worden weggenomen op basis van het onderzoek, maar dat die als gevolg van tegenvallers er mogelijkerwijs alsnog zijn. Ik heb de heer Engels toegezegd om er met het OM grondig naar te kijken. Hetzelfde geldt in zekere zin ook voor de rechtspraak. Mevrouw Bikker weet dat die problematiek er bij de politie is. Voor de 55 miljoen hebben we in principe een oplossing en ik zal die meenemen in de gesprekken, zoals van mij verwacht mag worden. In de derde overweging wordt verwezen naar onderzoeksrapporten. Ik ben het niet eens met de constatering in die overweging dat er geen samenhangende analyse en geen beleidsanalyse zou zijn voor het komende jaar. Dit is juist wat ik het afgelopen jaar heb gedaan: alle onderzoeken laten doen om te kunnen vaststellen welke uitdagingen er zijn, zodanig dat ze gevalideerd zijn en niet op één rapport blijven hangen. Er is grondig naar gekeken, juist omdat wij vinden dat het belangrijk is om te weten waar je het over hebt. Ik ben zeker bereid om deze motie mee te nemen bij het samenstellen van de analyses die ten grondslag liggen aan de begroting. Dit betekent dat ik de komende maanden nog de mogelijkheid heb om de teksten van de onderliggende onderbouwing voor de begroting vanaf 2017, met deze motie in het achterhoofd vorm te geven, zodat ze voldoen aan de eisen die mevrouw Bikker daaraan stelt. Strikt genomen is de begroting niet anders dan een analyse van de behoefte van de verschillende partners, inclusief de opgaven en beleidsvoornemens die daaraan gekoppeld zijn en die leiden tot een gezond meerjarig financieel beleid.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

De minister begon zo mooi, maar aan het einde van zijn omarming levert hij de begroting in. Ik moet dan blij zijn dat de motie is ingevuld. Dat is net niet de vraag. Ik waardeer de veelheid aan rapporten die de minister heeft laten maken; hiermee is goed inzichtelijk geworden wat de structurele nood is bij de verschillende onderdelen in de strafrechtketen. In deze motie echter wordt gevraagd om de rapporten en de onderdelen niet los van elkaar te behandelen, maar juist naar het geheel te kijken, vervolgens een analyse op te stellen en dan voor meerjarig beleid te zorgen, zodat wij naar een gezonde begroting gaan. Dit is niet alleen maar het werkstukje 2017, maar een breder gravend verhaal, zodat de minister of zijn opvolger bij de volgende kabinetsformatie net iets ruimer in het jasje zit.

Minister Van der Steur:

Ik denk dat wij daarmee hetzelfde bedoelen. Ik zie de motie niet als een motie die tot concrete financiële verplichtingen zal leiden. In dat geval zou zij gedekt moeten zijn en dat is zij niet. Ik denk dat mevrouw Bikker dat ook niet bedoelt. Ik begrijp wat mevrouw Bikker bedoelt en kan daaraan inhoud geven bij de begroting. Ik moet dan wel de teksten van de begroting herzien om nog meer de samenhang te benadrukken die mevrouw Bikker wenselijk acht. De strafrechtketen als zodanig wordt natuurlijk sowieso integraal bekeken. Misschien weet mevrouw Bikker dat er sinds kort een aparte directeur op mijn departement is aangesteld die alleen maar tot taak heeft om die integraliteit te bewaken. Het gaat om een oud-officier van justitie die aan ons is uitgeleend. De hele strafrechtketen wordt integraal geanalyseerd en bekeken. Dat zal ik ook zijn beslag laten krijgen, indachtig deze motie, in de analyses die ten grondslag liggen aan de begroting voor 2017 en volgende jaren.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Het is fijn dat de minister denkt dat hij mij goed begrepen heeft. Dat hoop ik ook. Ik ga er nu wel van uit dat het, als deze motie wordt uitgevoerd, echt klaar is met de verhalen van de minister van Financiën dat er wordt gezeurd in de strafrechtketen. Er ligt nu immers een duidelijk verhaal over de problemen die er zijn en over de manier waarop het ministerie die denkt aan te vliegen. Hebben we elkaar zo goed begrepen?

Minister Van der Steur:

Ik ga natuurlijk niet over de woorden van collega-ministers, maar één ding is zeker: ik denk dat we elkaar goed begrepen hebben en dat we in de verdere analyse en onderbouwing van de keuzes die gemaakt worden in de jaren 2017 en verder, de reflectie van deze motie kunnen laten terugkomen.

NB: de motie is op 12 juli 2016 na stemming bij zitten en opstaan aanvaard. De leden van de fracties van de VVD en de PVV stemden tegen.


Brondocumenten


Historie