T01383

Toezegging Brief inzake herziening Procedurerichtlijn en Opvangrichtlijn (32.317)



De Minister voor Immigratie en Asiel, dhr. Leers, zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Meurs en Strik, toe dat hij de Kamer per brief zal informeren over zijn mogelijkheden om de Kamer gedurende het onderhandelingsproces te blijven informeren over de ontwikkelingen rondom herziening van de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn.


Kerngegevens

Nummer T01383
Status voldaan
Datum toezegging 28 juni 2011
Deadline 1 oktober 2011
Verantwoordelijke(n) Minister voor Immigratie en Asiel
Minister van Veiligheid en Justitie
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden prof. dr. P.L. Meurs (PvdA)
mr. dr. M.H.A. Strik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen informatievoorziening
Opvangrichtlijn
Procedurerichtlijn
Kamerstukken JBZ-Raad (32.317)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2010-2011, 32317, AU, p. 9:

Mevrouw Strik (GroenLinks): Dat brengt mij meteen op de informatievoorziening, waarover wij het zojuist ook hebben gehad. Wij gaan natuurlijk de voorstellen hier in behandeling nemen. Wij twijfelen of wij een behandelvoorbehoud zullen instellen of niet. Wij zouden het willen doen vanwege die informatievoorziening. Wij merken dat wij, als wij alleen maar geannoteerde agenda’s krijgen, waarbij vaak de onderwerpen ook niet op de agenda staan, eigenlijk geen informatie krijgen. Pas na anderhalf jaar krijgen wij dan te horen of de onderhandelingen zijn gestrand of dat een voorstel is aangenomen, terwijl er in de tussentijd van alles is gebeurd met zo’n voorstel van de Commissie. Wij hebben er behoefte aan om de zaak beter te kunnen volgen, ook om te zien welke standpunten andere lidstaten innemen. Dus als de minister kan toezeggen dat hij bereid is om ons te voorzien van de relevante documenten van de Raad hoeven wij niet onze toevlucht te nemen tot een behandelvoorbehoud. Graag krijg ik daarop straks een reactie van hem.

(...)

Kamerstukken I 2010-2011, 32317, AU, p. 15:

Minister Leers: Nog heel even over de informatievoorziening. Neemt u van mij aan dat het bij mij ook altijd iets vervelends oproept. Ik krijg ook pas op het allerlaatste moment stukken vanuit Brussel over de JBZ-Raad of wat dan ook. Pas op het laatste moment zie ik dan wat er op de agenda staat met de annotaties daarbij. Dan is het altijd haastwerk, ook richting de Kamer die wij moeten informeren. Wat ik van tevoren heb, zal ik u geven, maar de standpunten van de verschillende lidstaten heb ik niet. Die worden pas bepaald op het moment dat zij worden uitgesproken. Natuurlijk wordt er van alles en nog wat voorbereid. Wij moeten zien of wij daar informatie over kunnen geven, maar formeel is het standpunt van een lidstaat pas een feit op het moment dat het is uitgesproken. Ik hoor hier naast mij van de heer Diez dat dit ook nog geheim is, dan is het dus lastig. Daar zit ik gewoon mee.

De voorzitter: Misschien nog één toelichtende opmerking in dit verband. Wij spraken hierover omdat wij de opvangrichtlijn en de procedurerichtlijn op de agenda hebben staan. Wij hebben met elkaar besproken hoe wij dat zullen aanpakken. Wij willen graag geïnformeerd blijven. Nu hebben wij de ervaring dat wij eigenlijk alleen maar aan het begin en aan het eind te horen krijgen hoe de zaak ervoor staat. Dus het kan heel goed voorkomen dat wij een jaar helemaal niets horen of zien. Juist omdat de onderhandelingen voortdurend plaatsvinden hebben wij heel weinig mogelijkheden om de vinger aan de pols te houden.

Minister Leers: Ik overleg even met mijn ambtenaren. Ik hecht er zeer aan dat ik u zo goed en open mogelijk informeer en dat u alle informatie hebt, anders kunt u uw werk niet doen. Ik snap uw punt dat u er altijd achteraan loopt. Daar waar er mogelijkheden zijn, wil ik u zo veel mogelijk informatie geven. Misschien moeten wij maar eens op papier zetten wat wij kunnen doen. Daarover wil ik nadenken, zonder nu al te pretenderen dat ik veel kan. Van uw kant zou het ook goed zijn om daar waar u zegt: nu willen wij dit of dat weten, mij dat dan gewoon te vragen. Zeg gewoon: wij willen graag informatie hebben over die en die punten. Dan zal ik u alles geven wat ik heb. Want voor mij is het van belang dat wij een uitwisseling hebben op basis van goede informatie. Als u niet geïnformeerd bent, kunt u ook geen stelling innemen, dat lijkt mij helder. Ik zal nog eens nadenken of ik u misschien een briefje stuur naar aanleiding van dit gesprek waarin ik aangeef wat wij zouden kunnen doen.

De voorzitter: Ik denk dat het al heel prettig zou zijn om van u te weten wat uw mogelijkheden zijn om ons gedurende het proces te blijven informeren. Dan zullen wij andersom ook steeds heel goed bekijken op welke momenten wij graag willen worden geïnformeerd.

Minister Leers: Dat is goed. De heer Diez merkt nog op dat wij dit even moeten afstemmen met het ministerie van Veiligheid en Justitie, want wij trekken altijd samen op. Daar zorgen wij voor.


Brondocumenten


Historie