T03120

Toezegging Brief aan de Eerste Kamer sturen inzake wettelijke mogelijkheden quarantaineplicht en de toepassing hiervan (35.732)



De minister van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Boer (GroenLinks), toe dat hij de Eerste Kamer een brief stuurt over de wettelijke mogelijkheden voor het opleggen van een quarantaineplicht en de toepassing hiervan.


Kerngegevens

Nummer T03120
Status voldaan
Datum toezegging 19 februari 2021
Deadline 1 april 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Kamerleden Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen quarantaine
quarantaineplicht
Kamerstukken Tijdelijke wet beperking vertoeven in de openlucht Covid-19 (35.732)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 24, item 5, blz. 29-30

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Ik had me voorgenomen om niet te veel te reageren op dingen die niet gaan over dit wetsontwerp, maar dit triggerde mij toch wel. Ik wil het gewoon abstraheren van wat de rechter daarover heeft gezegd. De minister zegt: onze wettelijke mogelijkheden voor het opleggen van een quarantaineplicht zijn beperkt; dat kan alleen bij vastgestelde besmetting. Dan krijg je een brief van de voorzitter van de veiligheidsregio en dan moet je thuisblijven. Ja, die wettelijke mogelijkheid is beperkt, maar volgens mij wordt die niet toegepast. Mijn vraag is dus eigenlijk: wordt die mogelijkheid toegepast? Is daar beleid op? De vraag "zo nee, waarom niet?" is misschien voor een ander debat. De vraag is nu vooral of deze mogelijkheid wordt gebruikt.

Minister Grapperhaus:

Ja, die wordt gebruikt. Ik ben daarmee afgelopen zomer aan de slag gegaan, omdat er daarin ook een rol voor het Openbaar Ministerie is. Die mogelijkheid wordt gebruikt, maar ik moet toegeven ... Ik zou moeten voorstellen om uw Kamer nog even een briefje te sturen om te laten zien hoe dat precies werkt. Maar dat betreft toch een zodanige plicht ... Daarbij is er nooit uitgegaan van een pandemie zoals deze. Die plicht is ervan uitgegaan dat iemand uit een land komt en iets meeneemt, als ik dat even zo mag zeggen, en dat er tegen diegene wordt gezegd: u moet thuis gaan zitten. Als dan blijkt dat die persoon zich daar niet aan houdt, dan kan die voorzitter dat opleggen. Dat is gewoon niet goed toegespitst op deze pandemie. Onze wetgeving zit wat dat betreft echt lastig in elkaar om dat wettelijk voor elkaar te krijgen. Dan heb ik het ook over allerlei zaken met betrekking tot privacybescherming en dergelijke. We kijken daar echter nog steeds naar, want ik zou ook het liefst zien dat we daarin meer konden. De quarantaine wordt namelijk maar door 40% tot 45% van de mensen nageleefd. Daarin zouden we echt kunnen winnen. Ik kan iedereen die het betreft alleen maar oproepen: ga in quarantaine.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Die brief ontvang ik graag, want daarbij speelt volgens mij ook het volgende. Ja, de handhaving en de opvolging is heel ingewikkeld. Maar we leren bijvoorbeeld ook van de avondklok dat de opvolging veel beter is als iets een plicht is, dan wanneer het een dringend advies is. Nu krijgen mensen het dringende advies om thuis te blijven als ze besmet zijn. Het is mijn overtuiging dat als men een brief van de GGD krijgt met "het is uw plicht om thuis te blijven en als u dat niet doet, dan kan daarop gehandhaafd worden", je die handhaving nog maar voor een heel klein stukje nodig hebt. Maar ik zie de brief van de minister graag tegemoet.

Minister Grapperhaus:

Ja, maar ik wou mevrouw De Boer toch nog bedienen op dit punt, want zo eenvoudig is het niet. Ik krijg van de Raad van State het wetsvoorstel terug als ik niet kan laten zien dat ik ruimschoots de gelegenheid heb om een verplichting die ik opleg, ook te handhaven. Hier speelt echt wel ... Laat ik het zo stellen. We zouden in de wet moeten vastleggen waar mevrouw De Boer op duidt, bijvoorbeeld dat je een quarantaineplicht hebt als je met iemand in aanraking bent geweest. Maar je moet dan in het kader van het wetgevingsproces ook laten zien hoe je daaraan een vervolg gaat geven. Dat is echt lastig.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor dat we terugkeren naar het wetsvoorstel.

Minister Grapperhaus:

Maar ik kom in ieder geval met die brief voor mevrouw De Boer.


Brondocumenten


Historie