T01963

Toezegging Betrekken gereputeerde generatieonderzoekers door DNB bij generatie-evenwichtstoets op premiebesluiten van pensioenfondsen (33.610 / 33.847)



De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester (CU), toe DNB voor te houden om bij het generatie-evenwichtstoets op het premiebesluit van pensioenfondsen gereputeerde generatieonderzoekers te betrekken. 


Kerngegevens

Nummer T01963
Status voldaan
Datum toezegging 20 mei 2014
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014 (33.847)
Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (33.610)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 30 - blz. 29

De heer Ester (CU):

[...]

Het moet gezegd dat het kabinet werk heeft gemaakt van het inbouwen van toetsen die deze intergenerationele rechtvaardigheid moeten borgen. Ik noem hier met name de generatie-evenwichtstoets die DNB zal toepassen op het premiebesluit van pensioenfondsen. Het kwam al even aan de orde. Het is mijn fractie evenwel niet helemaal duidelijk welk generatiebegrip DNB nu precies gaat hanteren. En dat komt er zeer op aan. Gaat het om een louter statistische definitie van generaties in termen van geboortejaarcohorten of wordt een bredere definitie gebruikt? Blijkens hun memorie van antwoord zijn de beide bewindslieden niet echt geporteerd van mijn voorstel rond een externe consultatie door DNB van generatiewetenschappers, maar ik waag toch een nieuwe poging. Generatieonderzoek is complex. Je moet bijvoorbeeld leeftijd, periode- en cohorteffecten van elkaar scheiden. DNB heeft — met alle respect en begrip — geen trackrecord op dit gebied. Dat geeft ook niet, daar is de bank niet voor. Ik wil DNB via de beide staatssecretarissen verzoeken om hun generatietoets aan gereputeerde generatieonderzoekers voor te leggen om zo de sterkst mogelijke propositie te ontwikkelen. Inzet daarbij is het ontwerpen van een robuuste generatietoets die kan bogen op externe validatie. Dat onderwerp is daar ook belangrijk genoeg voor. Dat zal ook zeker terugkeren bij de herziening van het FTK waarover wij nog komen te spreken.

Dat deze kwestie nauw luistert, blijkt wel uit het volgende. Op een vraag van een fractie daarover schotelt het kabinet een wel erg grove generatie-indeling voor. Ik citeer: actieve deelnemers kunnen daarbij gezien worden als de jongere, premiebetalende generatie en gepensioneerden als de oudere generatie. Aldus de memorie van antwoord, bladzijde 31. Dat betekent dat alle 65-minners tot de categorie "jongeren" worden gerekend. Voor de ouderen onder ons is dit wellicht een vleiende aanduiding, maar het debat over de intergenerationele verdeling van pensioenlusten en pensioenlasten schiet hier niets mee op; het is veel te grofmazig. Ik herhaal daarom mijn verzoek en wacht het antwoord graag af.

Handelingen I 2013-2014, nr. 30 - blz. 9-10

Staatssecretaris Klijnsma:

[...]

Er zijn vragen gesteld over de premiewaarborgen. Wij hebben met elkaar negen premiewaarborgen afgesproken. Ik zal deze niet allemaal de revue laten passeren, maar ik zal alleen ingaan op onderwerpen waarover vragen zijn gesteld. Deze novelle introduceert een aantal maatregelen die bevorderen dat de pensioenpremies omlaaggaan als de pensioenopbouw wordt versoberd. In de wetsvoorstellen die binnenkort worden ingediend, zullen de aanvullende premiewaarborgen worden opgenomen. Aan het eind van mijn betoog zal ik minutieus aangeven wanneer die voorstellen precies in de Kamers zullen worden behandeld. Overigens hecht ik eraan om nogmaals te zeggen dat noch sociale partners, noch pensioenfondsen er belang bij hebben om de pensioenpremies onnodig hoog te houden. Waar nodig kunnen het medezeggenschapsorgaan van het fonds en de Nederlandsche Bank het premiebesluit toetsen. De Nederlandsche Bank zal altijd de generatie-evenwichtstoets case by case toepassen, om het in goed Nederlands te zeggen. Ook hierover heeft de ChristenUnie opgemerkt dat het belangrijk is om de expertise van buiten daarbij te betrekken. Dat zal ik heel graag aan de Nederlandsche Bank meegeven.

De heer Hoekstra van het CDA heeft gevraagd of de Nederlandsche Bank voldoende capaciteit heeft om te toetsen. Dat heeft zij. Zij toetst de uitvoering van de plicht van pensioenfondsen op grond van artikel 105 van de Pensioenwet om bij een premiebesluit een evenwichtige belangenafweging toe te passen. De Nederlandsche Bank heeft mij dit bevestigd in een brief. Die brief was gevoegd bij de brief van 18 december jongstleden.

[...]

Staatssecretaris Klijnsma:

Het is een beetje vanuit welke invalshoek je dit bejegent. Als je alleen kijkt naar de belangen van de pensioengerechtigden, dan is dat natuurlijk fundamenteel anders dan wanneer je alle generaties daarbij betrekt. Het gaat juist om de generatie-evenwichtstoets. In antwoord op een vraag van de ChristenUnie heb ik net gezegd dat alle expertise die daarop van toepassing is, door de Nederlandsche Bank moet worden benut.

[...]

Staatssecretaris Klijnsma:

Het is natuurlijk aan de Nederlandsche Bank om op basis van wat zij bij elkaar gaart de toets te maken. Dat is de Nederlandsche Bank nu aan het doen. Ik kom nu bij de vraag van de ChristenUnie naar de waarborgen die het kabinet gaat inbouwen zodat de premiedaling van het ABP van 2013 op 2014 met 3,8% ook in volgende jaren geheel zal doorwerken in de premie. Het gaat hier om de negende waarborg van de novelle. Het kabinet neemt de eigen verantwoordelijkheid als het om onderhandelen gaat, want het kabinet is ook overheidswerkgever. De invulling van deze waarborg komt aan de orde bij de onderhandelingen van het kabinet met het ABP. Ik kan daar nu niet verder op ingaan, omdat ik de onderhandelingspositie niet onnodig wil verzwakken. Ik ga ervan uit dat de Kamer dit begrijpt.

Ik ben net al ingegaan op het verzoek om de generatietoets ook aan gereputeerde generatieonderzoekers voor te leggen. Ik vind dat een mooie term, "gereputeerde generatieonderzoekers". Ik heb al ja gezegd om het de Nederlandsche Bank in ieder geval voor te houden.

Handelingen I 2013-2014, nr. 30 - blz. 15

De heer Ester (ChristenUnie):

[...]

Ik dank staatssecretaris Klijnsma voor haar toezegging om DNB te verzoeken om haar generatietoets ook aan externe generatiedeskundigen ter validering voor te leggen. Dat is een belangrijke toezegging, ook in het licht van de komende discussie over het ftk en de generatie-effecten daarvan.

Handelingen I 2013-2014, nr. 30 - blz. 17

Staatssecretaris Klijnsma:

[...]

Dan is er nog een vraag van de heer Ester. Hij vindt het plezierig als ik aan de Nederlandsche Bank zou voorleggen dat men aan die gereputeerde generatieonderzoekers natuurlijk altijd advies kan vragen over de generatie-evenwichtstoets. Dat zal ik zeker overbrengen aan de Nederlandsche Bank, maar ten behoeve van de finetuning merk ik op dat ik dat de Nederlandsche Bank natuurlijk niet kan opleggen. Ik adviseer dat dus.


Brondocumenten


Historie