T03074

Toezegging Beoordelingscommissie informeren over Europese taxonomie (35.570 XIX)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Vendrik (GroenLinks), toe de beoordelingscommissie van het Nationaal Groeifonds de Europese taxonomie als inspiratiebron mee te geven.


Kerngegevens

Nummer T03074
Status voldaan
Datum toezegging 15 december 2020
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Nationaal Groeifonds, begroting
Kamerstukken Begrotingsstaat Nationaal Groeifonds 2021 (35.570 XIX)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 16, item 25, blz. 7.

De heer Vendrik (GroenLinks):

(…)

Dan mijn allerlaatste vraag. Ik snap dat het kabinet niet afdwingt dat de commissie die de projecten beoordeelt, de Europese taxonomie gebruikt. Oké, maar het zou wel heel fijn als het kabinet de commissie nadrukkelijk in kennis stelt van het feit dat dat een mogelijkheid is, want die taxonomie in Europa hebben we niet voor niks. Graag ook op dat punt een milde toezegging van beide ministers.

Handelingen I 2020-2021, nr. 16, item 25, blz. 15.

Minister Hoekstra:

(…)

Voorzitter. Ik heb nog een paar laatste opmerkingen. De heer Vendrik vroeg nog naar de Europese taxonomie. Zijn interesse daarvoor en voor wat er op dat gebied breder gebeurt in de financiële sector komt mij zeer bekend voor. Volgens mij zijn hij en ik het erover eens dat de verduurzaming in de financiële sector verder moet. Nederland speelt daarin overigens echt een leidende rol. Dat is echter niet direct toepasbaar op het Groeifonds. Wat ik wel kan doen en hem ook kan toezeggen, is het volgende. Ik geef de gedachte dat die taxonomie als inspiratie zou kunnen dienen voor de beoordelingscommissie nog eens aan hen mee. Dat is wel in die context. Ik denk niet dat je het er een-op- een kan opplakken.

Handelingen I 2020-2021, nr. 16, item 25, blz. 16-17.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Wat betreft de taxonomie: ik snap de toezegging van de minister. De taxonomie is inderdaad geboren om transparantie in de financiële sector te bevorderen, tegen greenwashing enzovoorts. Maar het levert een fantastische staalkaart op van wat echt duurzame economie is. Laat dat een grote inspiratiebron zijn voor degenen in de commissie die gaan over de beoordeling van projecten. Het kan ze helpen. Ik denk dat wij, met zijn allen, ervan kunnen genieten hoe zij experimenteergewijs die taxonomie toepassen.

De voorzitter:

Dus de vraag is?

De heer Vendrik (GroenLinks):

De vraag is of de minister dat niet alleen wil aanbevelen, maar ook de commissie wil vragen: vertel ons, bevalt het, wordt de beoordeling beter, en wat kunnen we in de taxonomie verbeteren, zodat we aan twee kanten progressie boeken op de brede welvaart?

Minister Hoekstra:

Laat ik het zo doen dat ik aan de commissie meegeef dat sommige leden van deze Kamer nog een cri de coeur aan deze inspiratie hebben toegevoegd.

De voorzitter:

"Dank u voor deze toezegging", zou ik zeggen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dank. Mijn andere vraag in eerste termijn ging over de focus van het fonds. Deze minister heeft het over de koektrommel waar iedereen met zijn fikken af moet blijven. Dat snap ik. Er is een zware procedure opgetuigd om dat zo veel mogelijk te bevorderen. Mijn punt in eerste termijn was — misschien wil de minister daar expliciet op reageren — dat het voorkomen van misbruik van de koektrommel begint met een goede focus. Wat zit er eigenlijk in c.q. wat hoort erin te zitten? Waartoe dient het fonds? Daar hebben we vorig jaar over gedebatteerd. Nu, na een jaar, weten we wat het kabinet wil. Is dat nou voldoende gelukt. Kan de minister dat nog eens kort toelichten?

Minister Hoekstra:

Ja, volgens mij wel. Ik denk dat de heer Wiebes net heeft gezegd dat dit ook evident blijkt uit de behandelingen in de Tweede Kamer en de eerdere dingen die we daar ook hier- over besproken hebben. Ik moet hier toch nog wat meer tijd aan besteden, voorzitter. Als je kijkt wat nou duurzame groei oplevert en als je langs die lijnen iets goeds wil doen voor het land, dan zeggen eigenlijk alle experts die we over de hele wereld geconsulteerd hebben dat je dan verstandige dingen moet proberen uit te zoeken met lange horizons op het gebied van innovatie, R&D, kennisontwikkeling en infrastructuur. Het gaat om dat type projecten. Dan zit je natuurlijk ook dicht tegen andere vormen van onderwijs aan, maar dat hele palet levert typisch langetermijngroei, duurzame groei, op. Vervolgens hebben wij natuurlijk zelf, ook hier en in de dialoog met de heer Vendrik, allerlei criteria toegevoegd die maken dat je dat wel doet maar vervolgens niet in een ander probleem verzeild raakt en per ongeluk een fantastisch verdienmodel voor de twintigste eeuw aan het optuigen bent. Denk aan de opmerking die de heer Wiebes vaak gemaakt heeft. Hij wil niet een nieuw petrochemisch cluster in Rotterdam neerzetten. Dat is volstrekt evident. Ik denk dat dat is wat ik hier kortheidshalve over kan zeggen. Volgens mij is dat ook helemaal in lijn met de consistentie die ik heb betracht en ook met de inspiratie die de heer Vendrik op dit punt eerder nog heeft willen toevoegen.

De voorzitter:

De heer Vendrik, tot slot.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Oké, voorzitter. Ook hier helpt de taxonomie, maar dat zeg ik er ten overvloede even voor de gezelligheid bij. De laatste vraag. We hebben het zojuist over de interne CO2-prijs gehad. Ik neem aan dat wanneer de commissie projecten heeft beoordeeld en daarvan verslag doet aan het kabinet en het kabinet besluit om het over te nemen en daar budget voor vrij te maken, wij dat hier terugzien in de stukken. Ik denk dat het dan, ook voor het lerend vermogen van ons allen, zeer gedienstig zou zijn als we in de rapportage over die projecten waar het kabinet groen licht voor geeft en waarvoor het dus aan het parlement voorstelt om daar vanuit het fonds geld voor te alloceren, goed snappen hoe die interne CO2-prijs nou gewerkt heeft, hoe hoog die was, hoe die in de sommen meegelopen heeft en hoe die door de commissie in de eindafweging betrokken is. Ik denk dat de minister best zou kunnen toezeggen dat we dat allemaal in volle transparantie gaan meemaken.

Minister Hoekstra:

Ik zou het net wat anders willen formuleren. Ik zou willen zeggen dat we ook deze gedachte aan de commissie meegeven.

De voorzitter:

De heer Otten. O, meneer Vendrik, tot slot.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Nee, daarvoor is dit onderwerp net iets te belangrijk. Wij hechten zeer aan die interne CO2-prijs en hoe die zijn werking heeft. Daar zijn we het met het kabinet over eens. De hoogte doet er ontzettend toe voor de vraag of we echt kunnen spreken van een fonds waaruit projecten worden gefinancierd die het logo waard zijn dat zij later bijdragen aan de brede welvaart.

Minister Hoekstra:

Wat ik bij dit onderwerp natuurlijk toch wil … Ik ga het een beetje huiselijk zeggen. De heer Vendrik zit ergens in die auto en is voortdurend bezig met zelf het stuur te grijpen. Ik hou hem zo graag op de achterbank. Ik vind het zo belangrijk dat ik dit wel meegeef aan de commissie. De heer Wiebes heeft al allerlei dingen toegezegd over CO2 en wat je daar allemaal mee zou kunnen, ook in de rapportage. Het is ook het goed recht van het parlement om vervolgens, mocht de rapportage vanuit het kabinet straks tegenvallen, ons daarop te bevragen en te zeggen: dit willen wij eigenlijk graag anders. Tegelijkertijd zeg ik wel dat er nog niet eens projecten zijn geselecteerd; laat staan dat ze het levenslicht hebben gezien en laat staan dat we erover gerapporteerd hebben. Om dan nu al te bedingen hoe die rapportage op dit specifieke punt er exact uitziet, vind ik eerlijk gezegd wel heel ver gaan. Ik denk dat het best zo zou kunnen uitpakken. Ik vind het ook uitstekend om ook dit aan de commissie mee te geven. Dat zei ik zojuist iets minder royaal, maar het komt op hetzelfde neer. Maar ik zeg het nog een keer: als je zo'n achttienkaraatscommissie samenstelt die al deze debatten volgt, vind ik dat het niet nodig is om niet alleen de piketpalen te slaan maar die ook helemaal met prikkeldraad te omlijsten. Dat is niet nodig.

De voorzitter:

De heer Vendrik, ten slotte.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Deze kwalificatie betreur ik. Ik zit niet aan het stuur. Ik zit ook niet op de achterbank. Ik ben een eenvoudig parlementariër die vraagt om goede informatie en het gaat om publiek geld. Zo is het ook nog een keer. En ik denk dat dit een vrij vitaal onderdeel is. Hoe de commissie rapporteert en beoordeelt, dat gaan we allemaal zien, maar dit punt staat ook niet voor niks in de brief van 1 december van het kabinet. Dat deel ik zeer met het kabinet. Dit is een belangrijk punt; dit is een hoeksteen van de beoordeling. Daar zijn we het over eens. Dan is het toch niet zo vreemd dat ik een pure informatievraag stel, zodat wanneer de projecten hier voorgelegd worden voor goedkeuring in het kader van het budgetrecht, wij met z'n allen snappen hoe die hoeksteen van de beoordeling uitgevallen is, hoe de commissie dat gedaan heeft? Dat is toch niet zo vreemd?

Minister Hoekstra:

Nee, maar dan verwijs ik toch nog een keer naar mijn vorige antwoord. Kijk, het kabinet heeft het opgenomen in de brief. Dat is natuurlijk niet voor niks. Het kabinet gaat — en ik zei dat net — ook dit weer meegeven aan de commissie. Maar om nu al in detail te gaan beschrijven wat precies die rapportage moet zijn ... Ik ben eerlijk gezegd ook geneigd om daarvan te denken: laten we deze commissie, die haarscherp volgt wat hier allemaal besproken is, gewoon de kans geven om zelf ook het type rapportage over dit onderwerp te kiezen. Dat vind ik eerlijk gezegd getuigen van vertrouwen en ook van volwassenheid. Dus ik wil ze wel graag de specifieke contouren meegeven zoals we die in het parlement hebben afgesproken, maar ik wil nu niet ook alles aan de voorkant helemaal dichttimmeren. Dus ik denk dat het goed komt, maar verder zou ik u willen verwijzen naar mijn vorige antwoord.


Brondocumenten


Historie