T02517

Toezegging Belastingrente koppelen aan reëel rendement (34.785)



De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Grave (VVD), toe om bij de invulling van de motie-De Vries, zoals aangenomen door de Tweede Kamer, de concrete suggestie te betrekken om de belastingrente te koppelen aan het reëel behaalde rendement over vermogen, en hierover aan de Kamer te rapporteren.


Kerngegevens

Nummer T02517
Status voldaan
Datum toezegging 12 december 2017
Deadline 1 april 2018
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Mr. F.H.G. de Grave (VVD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen belastingrente
reëel rendement
vermogen
Kamerstukken Belastingplan 2018 (34.785)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 3 - blz. 11

De heer De Grave (VVD):

In samenhang hiermee: een andere steen des aanstoots voor veel mensen, burgers en bedrijven — naar de meningvan mijn fractie terecht — is de hoogte van de belastingrente die de fiscus in rekening brengt, te weten 4% voor de inkomstenbelasting en 8% voor de vennootschapsbelasting. De fiscus zelf vergoedt geen rente. Dat wil zeggen, na een extreem lange periode. Ik zie hier allemaal mensen glimlachen; ze herkennen het allemaal. Dat is gewoon niet verdedigbaar en ook heel slecht, dat zeg ik serieus, voor het draagvlak in de samenleving voor belastingheffing. Dus, dacht ik, laten we de belastingrente meenemen in dit systeem van een heffing gebaseerd op het werkelijk behaalde rendement. Is dat nou niet prachtig? Dan betaalt de burger er belasting over en als de burger aanvankelijk te weinig heeft betaald, vergoedt hij of zij de fiscus de schade, dus het reëel behaalde rendement dat de fiscus zou hebben behaald als er volledig op tijd zou zijn betaald. Dat is eerlijk oversteken. De fiscus vergoedt, wij betalen de fiscus en de fiscus int wat de burger over zijn vermogen aan reëel behaald rendement heeft. Ik vraag op dit punt nadrukkelijk een toezegging van de bewindslieden. Zo nodig — en dit is voor mij uniek, voorzitter, want ik heb nog nooit een motie ingediend — heb ik een motie in mijn achterzak voorhet geval er niet wordt geantwoord tot tevredenheid van de VVD-fractie en van een aantal fracties die ook hebben meegetekend. Maar ik reken eerlijk gezegd op de overtuigingskracht van de argumenten en de redelijkheid ervan.

Handelingen I 2017-2018, nr. 12, item 7 - blz. 54

Staatssecretaris Snel:

Er waren ook nog vragen over de belastingrente. De heer De Grave vroeg naar de hoge belastingrente. Hij zei eigenlijk: “Het is best wel unfair, of het wordt in ieder geval zo gevoeld. Het is asymmetrisch. Waarom sluit je niet aan bij een meer marktconform rentepercentage?” Op zich is deze oproep begrijpelijk. Hij is bepaald niet de enige die dit heeft gezegd. Sterker nog, in de Tweede Kamer is een motie aangenomen van een partijgenoot, van mevrouw De Vries, waarin het kabinet wordt opgeroepen om te onderzoeken in hoeverre de huidige regeling van de rente redelijk, billijk en rechtvaardig is en de gehanteerde percentages marktconform zijn, en welke eventuele aandachts- en verbeterpunten mogelijk zouden zijn. Ik denk dat dit min of meer dezelfde vraag is. Ik zal uw inbreng van vandaag ook bij deze motie betrekken, om het zo maar te zeggen. Ik zal proberen om daar voor 1 juli al over te rapporteren.

De heer De Grave (VVD):

Ik was zeer goed op de hoogte van die motie in de Tweede Kamer, maar dit is volgens mij toch nog wat anders. Dit is een heel concrete suggestie, namelijk om het te koppelen aan het reëel rendement, aan die discussie. (...) De motie in de Tweede Kamer was eigenlijk algemeen, zo van “dit systeem is niet goed, doe wat anders”. Dit is echt een concrete suggestie. Als u mij dus zou kunnen toezeggen dat u deze concrete suggestie in het kader van de herzieningvan de belastingrente zou willen meenemen — daar vroeg ik naar — dan kan die motie achterwege blijven. In die motie wordt u immers gevraagd om dit te onderzoeken en om de voor- en nadelen in kaart te brengen. Als u dit concrete punt in het kader van de motie van de Tweede Kamer wilt meenemen, dan kan de motie achterwege blijven.

Staatssecretaris Snel:

Voorzitter, ik zeg dat graag aan de heer De Grave toe.


Brondocumenten


Historie