T01749

Toezegging Aanwezigheid Rijksdienst CN bij interdepartementaal juristenoverleg (33.400 IV)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Thom de Graaf, toe na te gaan of bij het interdepartementaal juristenoverleg, dat bedoeld is om tussen de departementen de legislatieve terughoudendheid te bewaken, de Rijksvertegenwoordiger dan wel andere vertegenwoordigers van de Rijksdienst Caribisch Nederland aanwezig kunnen zijn.


Kerngegevens

Nummer T01749
Status voldaan
Datum toezegging 4 juni 2013
Deadline 1 januari 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Mr. Th.C. de Graaf (D66)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen interdepartementaal juristenoverleg
Rijksdienst CN
Kamerstukken Begrotingsstaat Koninkrijksrelaties 2013 (33.400 IV)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 29, item 6, blz. 41

Minister Plasterk:

Er is inmiddels een interdepartementaal juristenoverleg dat niet anders doet dan proberen om tussen de departementen de legislatieve terughoudendheid te organiseren. Zo wordt er bij het eerste filter, voordat er iets de ministeries uitgaat, nagegaan of het allemaal nuttig en nodig is en of je postcodes moet uitrollen in een gebied waar 1.100 mensen wonen en waar slechts één weg is. Wij doen er van onze kant alles aan. Wij hebben goede afspraken gemaakt tijdens de Caribisch Nederland-week. Wij hebben tegen de bestuurders daar gezegd dat zij aan de bel moeten trekken als er iets van de rails loopt, zodat wij ernaar kunnen kijken. Dat is volgens mij de beste manier om dit aan te pakken.

De heer Thom de Graaf (D66):

Uit eigen ervaring weet ik dat als je een stel juristen bij elkaar zet, dat niet per se tot minder regels leidt. Dat zou toch tot nadenken moeten stemmen. Zou bij dat overleg niet bij uitstek de Rijksdienst Caribisch Nederland aanwezig moeten zijn, de Rijksvertegenwoordiger of zijn dienst? Die kunnen immers praktijkervaring inbrengen. Dat zou ik zeer op prijs stellen.

Minister Plasterk:

Ik weet niet of dat het geval is, maar het lijkt mij een nuttige suggestie. Ik zal nagaan of de Rijksvertegenwoordiger vertegenwoordigd is bij dat overleg.


Brondocumenten


Historie