T01256

Toezegging Aanpassing wetsvoorstel aan wensen Kamer (32.430)



De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een - ook door de andere woordvoerders gesteund - voorstel van het lid Vedder-Wubben, toe een alternatief voor het wetsvoorstel te ontwikkelen dat uitgaat van de wensen van de Kamer en de Kamer hierover in januari 2011 schriftelijk te informeren.


Kerngegevens

Nummer T01256
Status voldaan
Datum toezegging 21 december 2010
Deadline 1 februari 2011
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden H.C.M. Vedder-Wubben AAG (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Algemene Ouderdomswet
novelles
partner
Kamerstukken Korting op de toeslag op grond van de Algemene Ouderdomswet voor de partner die jonger is dan 65 jaar (32.430)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 - blz. 51

Mevrouw Vedder-Wubben (CDA): Voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat dit wetsvoorstel zoals het nu voorligt, het niet haalt. Er zit geen fatsoenlijke overgangstermijn in en wij vinden de 110% van het wettelijk minimumloon aan de lage kant. Dat is toch het algemene gevoelen in deze Kamer. Daarom wil de CDA-fractie de minister voorstellen om dit voorstel zodanig te wijzigen dat met grote waarschijnlijkheid een meerderheid van deze Kamer met het voorstel akkoord kan gaan.

Handelingen I 2010-2011, nr. 13 - blz. 52

Minister Kamp: Voorzitter. Ik dank mevrouw Vedder, die een constructief voorstel heeft gedaan. Het voorstel van mevrouw Vedder ontving steun van de heer Kuiper, in zekere zin ook van de heer Elzinga en van mevrouw Strik, met een voorbehoud. Mevrouw Strik zei dat het haar duidelijk was dat het voorstel dat hier nu voorligt, in de huidige vorm, niet op een meerderheid in dit huis kan rekenen. Ik denk dat ze daarmee goed heeft samengevat wat de situatie is. Ik denk ook dat het voorstel dat mevrouw Vedder heeft gedaan mogelijk tot een goede uitkomst zou kunnen leiden. Ik denk niet dat het de bedoeling is van mevrouw Vedder, ook gelet op de woorden van de andere woordvoerders, om het precies op bedragen vast te pinnen. De hoofdlijn is dat er een grens van € 30.000 in beeld komt in plaats van dat inkomens tot € 20.000 worden vrijgesteld. Verder zal de korting in plaats van 8% een hoger percentage zijn. Dat zal 10% zijn, krijg ik ongeveer op mijn netvlies op dit moment. En de datum van invoering wordt niet 1 januari maar 1 juli aanstaande. Dat heeft twee achtergronden. De ene achtergrond is dat mensen langer de tijd krijgen om zich erop voor te bereiden. De tweede is dat voor de wijziging die nu aan de orde wordt gesteld ook enige tijd nodig is.

Ik heb al aangegeven dat dit voorstel voornamelijk een budgettaire achtergrond heeft. Wij moeten zorgen dat wij de inkomsten en de uitgaven in evenwicht krijgen. Dit is een belangrijk onderdeel van de dekking op de begroting 2011 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik wil dus diezelfde dekking op de een of andere manier realiseren. Het bedrag waar het om gaat, is 105 mln. in het jaar 2011, oplopend tot 118 mln. in het jaar 2014. Dat zijn mijn randvoorwaarden. Ik zal dus gaan proberen naar aanleiding van het voorstel van mevrouw Vedder om een alternatief te ontwikkelen dat uitgaat van die € 30.000, van die 10%, van die datum van 1 juli en binnen de budgettaire randvoorwaarde die ik net heb geschetst.

Ik schat in dat ik in de loop van januari met een brief bij deze Kamer kan komen, waarbij de Kamer kan bezien of de invulling die ik daaraan geef aan de wensen van de Kamer voldoet. In dat geval zal dus de stemming over het voorstel dat nu voorligt, kunnen plaatsvinden en vervolgens zal ik mij dan wenden tot de Tweede Kamer met een voorstel voor een novelle, die dan vervolgens daarna ook opnieuw in deze Kamer aan de orde komt. Ik merk op dat ik niet de bevoegdheid heb om wetsvoorstellen te veranderen. Ik heb wel de bevoegdheid om vast te stellen dat het wetsvoorstel dat nu aan de orde is geen meerderheid kan krijgen. Maar met de suggestie die door mevrouw Vedder naar voren is gebracht en met de reacties die andere woordvoerders hebben gegeven, is er zicht op een alternatief. Dat alternatief wil ik graag uitwerken. Ik wil dat ook met een positieve insteek in het kabinet brengen en het daar dus verdedigen. Vervolgens wil ik proberen met een brief in januari bij deze Kamer te komen die naar tevredenheid is, althans van de meerderheid van de Kamer. Met die toezegging hoop ik dat de Kamer op dit moment van stemming wil afzien en het besluit daarover wil nemen in de loop van januari na ontvangst van mijn eventuele brief.


Brondocumenten


Historie