T02850

Toezegging Aandacht besteden bij evaluatie aan staatsrechtelijke noties (34.986)



De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie van de Omgevingswet aandacht te geven aan enkele staatsrechtelijke notities als de scheiding van de machten en het beginsel van democratie, met inbegrip van de toepassing van de instrumenten van de Omgevingswet en de werking daarvan binnen het rechtsbestel.


Kerngegevens

Nummer T02850
Status openstaand
Datum toezegging 28 januari 2020
Deadline 1 januari 2027
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Milieu en Wonen
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Prof.dr. M.J. Verkerk (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen constitutie
evaluaties
Invoeringswet Omgevingswet
Omgevingswet
Kamerstukken Invoeringswet Omgevingswet (34.986)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 18, item 3, blz. 16

De heer Verkerk (ChristenUnie):

(…)

Voorzitter, ik kom op het punt van de rechtsbescherming. Bij rechtsbescherming gaat het vooral om de verbinding tussen de burger en de overheid. De commissie-Remkes pleit in haar rapport Lage drempels, hoge dijken voor de versterking van de rechtsstaat. Onder andere pleit ze voor een constitutionele toets van wetgeving ex post door de rechter. De commissie schrijft op pagina 200/201: "Voorts is constitutionele toetsing een middel om de afnemende aandacht voor de wetgevingskwaliteit in het wetgevingsproces te compenseren. Ook is het een remedie tegen het veranderende karakter van wetgeving (van de wet als waarborg en normstelling naar beleidsinstrument en de terugtred van de wetgever)." Bij deze laatste zin staat nog een noot. Ik citeer: "Als voorbeeld hiervoor kan de Omgevingswet worden genoemd, die voor een belangrijk deel inhoudelijk vorm gaat krijgen in de daarop gebaseerde AMvB's." In deze noot wordt verwezen naar een artikel van Groothuijse en anderen, dat de titel draagt; Constitutionele aardverschuivingen in het omgevingsrecht? Een saillant detail is dat prof. Remco Nehmelman een van de auteurs was.

De conclusie van dit artikel is: "Door onvoldoende aandacht te besteden aan de constitutioneel rechtelijke gevolgen van dergelijke ontwikkelingen, kunnen (en zullen) deze belangrijke noties op den duur worden aangetast." De auteurs verwijzen hierbij naar de rechtstatelijke noties van de scheiding van de machten en het beginsel van democratie.

Voorzitter. De bovenstaande conclusie is van gerenommeerde wetenschappers. Een vergelijkbare conclusie heeft de Raad van State getrokken. Nu schaart de commissie-Remkes zich in deze rij. Daarom is het van belang dat er een uitermate goede evaluatie van de Omgevingswet komt om te onderzoeken of die zorg in de praktijk ook terecht is.

Kan de minister toezeggen dat — ik verwijs daarbij ook naar de bijdrage van collega Rietkerk — dat er een onafhankelijke evaluatie van de Omgevingswet komt? En dat bij deze evaluatie expliciet aandacht gegeven wordt aan de mogelijke aantasting van genoemde staatsrechtelijke noties?

Handelingen I 2019-2020, nr. 18, item 6, blz. 6

Minister Van Veldhoven-van der Meer:

(…)

De ChristenUnie refereert aan het artikel over de constitutionele aardverschuiving en zegt dat het daarom belangrijk is om de aantasting te voorkomen en bij de evaluatie expliciet aandacht te geven aan deze staatsrechtelijke noties. Daar ben ik heel erg graag toe bereid. Ook de toepassing van de instrumenten van de Omgevingswet en de werking daarvan binnen ons rechtsbestel, kunnen bij de evaluatie worden meegenomen.


Brondocumenten


Historie

  • 5 september 2023
    nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • 5 september 2023
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
  • 10 januari 2022
    nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
  • 10 januari 2022
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • 14 april 2020
    nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • 14 april 2020
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Milieu en Wonen
  • 28 januari 2020
    toezegging gedaan