Plenair Oomen-Ruijten bij behandeling Goedkeuring twee overeenkomsten tussen Canada en de Europese Unie



Verslag van de vergadering van 11 juli 2022 (2021/2022 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):

Voorzitter. Tussen het afsluiten van de onderhandelingen over CETA in 2017 en de dag van vandaag zijn de wereldorde en de krachtsverhoudingen danig gewijzigd. Meer dan ooit worden krachten gebundeld. Er worden coalities gezocht met gelijkgezinden en natuurlijke partners om internationale uitdagingen aan te gaan. Canada is evident zo'n gelijkgestemde partner. Lid van de G7 en de G20 en ook een belangrijke partner in de NAVO. De EU en Canada staan zij aan zij in een oorlog die woedt op ons Europese continent. Canada kan met ons internationaal bogen op een eensgezinde traditie, een traditie in waarden, het streven naar een internationale rechtsorde in bewezen en open democratie, veiligheid en diversiteit.

Op de hoorzitting, gehouden in juni 2020 al in ons huis, refereert de Canadese ambassadeur aan CETA ook als hoeksteen voor de sterke en historische banden die wij als Nederland hebben met Canada. We mogen niet vergeten. Ook onderschrijven we, zoals Canada dat ook doet, het grote belang van een mondiaal multilateraal handelssysteem en zetten we ons in voor het behoud daarvan. Ik zeg dat zo expliciet omdat het akkoord is onderhandeld en ook tot stand is gekomen in de periode dat president Trump liet weten er niets meer in te zien, sterker nog, aangaf een Amerikaans initiatief te nemen om alle multilaterale verbindingen af te bouwen. Daarover hadden we grote zorgen. Want het is juist vanwege de zeer lastige opstelling in het multilaterale systeem van de VS en China, beide toch protagonisten, dat de versterking van banden met second-tierlanden zoals Japan, Korea, het VK maar zeker ook Canada, zo belangrijk is. In de wereld van vandaag waar vele zekerheden onder druk staan, is een echt fundamenteel nadenken over structuur en openheid van de wereldhandel nodig. Dat is nodig voor de EU, maar ook voor ons land. Ons land dat voor de welvaart maar zeker ook voor het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen zo afhankelijk is van overleg, afhankelijk van doorzetting en internationale afspraken. Verder moeten we erkennen dat kwalitatieve welvaart enkel bereikt kan worden wanneer we op deze punten een gereguleerde wereldhandel hebben.

Wanneer we vandaag spreken over CETA, een strategisch partnerschapsovereenkomst tussen enerzijds de EU en haar lidstaten en anderzijds Canada, om een raamwerk te bieden voor politieke dialoog en het ontwikkelen en versoepelen van handel en investeringen, dan weten we dat dit voorstel ook in de Tweede Kamer op een meerderheid kon rekenen, wat, zoals ik gehoord heb, ook in dit huis het geval zal zijn.

De goedkeuring van de brede economische en handelsovereenkomst tussen Canada en de EU heeft meer vragen opgeroepen. Ik heb het verslag van de hoorzitting nog eens nagelezen en ik zie dat fracties in verschillende mate vragen hebben gesteld. Mevrouw Faber van de PVV toonde zich toen overigens ook al kritisch over ICS. De heer Otten zei toen ook al iets over ICS. Collega Beukering, toen nog namens Forum voor Democratie, sprak uit dat hij een garantie wenste te hebben dat Amerikaanse producten die niet aan onze Europese standaarden voldoen, niet toch via een achterdeur de EU binnenkomen. Die vragen zijn heel uitgebreid en overtuigend beantwoord. Dat heeft ons vele inzichten opgeleverd, die we vandaag moeten betrekking in onze beraadslaging. Op de afzonderlijke thema's zal ik nog ingaan.

Voorzitter. De CDA-fractie voelt zich verantwoordelijk voor de wijze waarop wij het EU-belang en dus ook het Nederlandse belang positie geven als belangrijke speler op het geopolitieke veld. Wij mogen de eenheid in Europa en de eenheid en samenwerking in geopolitieke zin met verbanden waarmee wij nu meer dan ooit verbonden zijn, zo zeg ik nog maar eens, niet belasten met een discussie die uiteindelijk slechts tegenstanders van onze gezamenlijke waarden in de kaart speelt. De heer Koole heeft dat in andere woorden ook zo gezegd.

Naast de geopolitieke noties zijn er natuurlijk ook gewoon de economische voordelen die dit verdrag als perspectief heeft. De Nederlandse export naar Canada is met 29% gestegen. Dat is twee keer het EU-gemiddelde. Het handelsoverschot met Canada is in die periode gestegen van 2,5 miljard naar 3,2 miljard. Overigens zijn negen van de tien exporteurs geen multinationals maar mkb'ers. De handel is goed voor 28.000 banen. Klopt het, zo vraag ik aan de minister, dat landbouw slechts 4% van het volume uitmaakt en de rest, dus 96%, niet? Dat betekent dat de niet-landbouw, waarover weinig wordt gesproken in de maatschappelijke discussie, dus vele extra kansen heeft gekregen. Graag een reactie.

Voorzitter. Met de collega's hebben wij in de voorbije jaren geprobeerd om op alle vragen en onduidelijkheden, die er zeker waren, een antwoord te krijgen. Het was niet simpel om te roeien tegen de vele insinuaties. Die insinuaties waren niet gefundeerd op echte informatie. Wij moesten ook dealen met terechte zorgen over tekortkomingen. Nu ik het nog eens op mij heb laten inwerken, stel ik in dit debat vast dat de twee jaar van discussie, met dank aan de regering, optimaal gebruikt is om de Europese Commissie, eerst Commissaris Hogan en daarna Commissaris Dombrovskis, van de stoelen af te krijgen en ons een aantal toezeggingen te doen. De voornemens die de Commissie gepubliceerd heeft in de brief van 13 juni betekenen een wezenlijke versterking van duurzaamheid in het EU-handelsbeleid. Ik kom daar nog op terug.

Voorzitter. We hebben heel veel mails ontvangen, bijvoorbeeld van Foodwatch. Zij zeggen dat ze 26.000 handtekeningen opgehaald. Ik heb een keer geprobeerd om een aantal van die mails te beantwoorden, maar het zijn gewoonweg fakeadressen. Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Ik doe als parlementariër de moeite om bezorgde burgers te beantwoorden, maar ik krijg het dus niet weg — over transparantie gesproken.

Voorzitter. Het Europees Parlement heeft in februari 2017 CETA goedgekeurd met een grote meerderheid. Ik meld dat, omdat de onderhandelaar destijds namens de Nederlandse regering continu en in positieve zin onze Tweede Kamer betrokken heeft bij de hele gang van zaken. Er waren volgens mij 39 commissievergaderingen. 77 maal is er plenair over gesproken. Op dit moment hebben de parlementen van vijftien lidstaten het verdrag goedgekeurd. Ook de Duitse rood-groene liberale regering is bezig met de ratificatie. Zij hebben vorige week ook al een eerste overleg hierover gehad.

Voorzitter. Uit wat ik uit Duitsland gehoord heb, begreep ik dat er een positieve grondhouding is — zo noem je dat netjes — over een bindende interpretatie van de investeringsbescherming, zodat die niet tot misbruik kan leiden. Ze willen ook een zwaardere rol van het Europees Parlement bij de samenwerking met Canada. Ook daarop krijg ik graag een reactie van de minister. Ze willen ook unanimiteit van de Raad bij bepaalde besluiten van het gezamenlijke CETA-comité. In het overleg dat men daar in Duitsland gevoerd heeft, werd gezegd dat het verdrag daarvoor niet gewijzigd te worden. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Waarover besluiten wij? Waar ligt de bevoegdheid van het Nederlandse parlement? Als ik kijk naar CETA en de debatten daarover, dan zie ik grofweg drie soorten van kritiek. De eerste is: waarom heeft de EU überhaupt het recht om handelsverdragen af te sluiten? De tweede is de geschilbeslechting. De derde, algemene kritiek is: tast CETA de hoge EU-standaarden ten aanzien van milieu, dierenwelzijn en het voorzorgsbeginsel niet aan? Ik kom daarop terug, want ik loop de punten na.

De voorzitter:

Mevrouw Karimi wil graag een interruptie plegen.

Mevrouw Karimi i (GroenLinks):

Ik heb even een vraag over het vorige punt. Volgens mij heeft collega Oomen het correct als het gaat om de drie punten die de Duitse regering nu aan de orde stelt. Dat kan leiden tot het onderhandelen van het CETA-verdrag. Is de CDA-fractie nu ook van plan om de regering te vragen om die houding te ondersteunen?

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Nee. In de artikelen over de onderhandelingen en de gesprekken die gevoerd zijn tussen niet alleen de Grote Coalitie maar ook CDU/CSU, lees ik dat ze überhaupt geen wijziging van het verdrag willen. Dat lees ik.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik wil hier natuurlijk niet de Duitse discussie overdoen, maar er zijn nu drie voorwaarden gesteld, zoals u zelf heeft verwoord. Ik weet niet of die drie punten leiden tot een verdragswijziging of niet, maar dan is de vraag … U heeft daar een vraag over gesteld. U kijkt zo vragend. U heeft daar net een vraag over gesteld. Het zou kunnen — ik weet het niet — dat dat dan leidt tot openbreken van het verdrag.

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Nee, wat ik gezegd heb — maar misschien heb ik mij fout uitgedrukt — is dat er een positieve houding was in Duitsland juist vanwege die drie punten. Dus ik heb mij waarschijnlijk fout uitgedrukt, maar dat is in ieder geval wat ik op papier had staan.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Ja, voorzitter. Laten we eerst kijken naar de bevoegdheid met betrekking tot de ratificatie. Het is uiteengezet in het position paper van professor Kuijper dat tijdens de hoorzitting is ingebracht. Daarin wordt haarfijn aangegeven wat de spelregels zijn nu CETA als een zogenaamd gemengd verdrag is aangeboden door de Europese Commissie. Daardoor behoort 95% van CETA tot de exclusieve competentie van de EU en het Europees Parlement. De nationale parlementen, en wij dus ook, oordelen in formele zin alleen over de geschilbeslechting.

Mijn tweede punt betreft het Investment Court System. Dit is een grondig gemoderniseerde vorm van investeerder-Staat geschilbeslechting en is onvergelijkbaar met het vroegere ISDS. Ik noem een aantal fundamentele veranderingen. ICS betreft geen private arbitrage, maar het is een permanent hof met een tribunaal in eerste aanleg en een tribunaal in hoger beroep. Er zijn goed vastgelegde investeringsbeschermingsbepalingen. Rechters zijn door verdragspartijen voor een vaste periode benoemd. Er zijn transparante procedures in de procesgang. Brievenbusfirma's zijn uitgesloten van investeringsbescherming. De beleidsvrijheid van landen kan niet worden ingeperkt. Er is dus een volledig nieuw en naar mijn mening juist evenwicht aangebracht tussen de publieke belangen van een land en de belangen van investeerders.

Voorzitter, dan mijn derde punt. De CDA-fractie voelt vanzelfsprekend ook de behoefte om zorgen die er leven op sociaal gebied en milieugebied te adresseren. Daarmee willen we overtuigen, niet alleen in dit huis, maar ook daarbuiten. Het klachtenmechanisme in de duurzaamheidshoofdstukken van CETA is uitgebreid besproken in onze senaat. Onder druk van vragen van de SER en de vakbeweging, maar zeker ook door het aandringen in ons huis, is dat mechanisme door de Commissie aanmerkelijk verbeterd. Ik dank oprecht de minister, die met haar Brusselse kennis en intense lobby in Brussel veel wist te bereiken. Ook bedank ik collega Ruud Koole voor het frappez toujours, waar een aantal van de vragen zijn omgezet in echte actie. Dan noem ik hier de geschilbeslechting. Dan noem ik de operating guidelines van het Single Entry Point. Die zijn strakker getrokken en bovendien - dat is terecht gezegd — voorzien van tijdslijnen. Die verbeteringen zijn al operationeel voor CETA. Daarmee moet de Commissie ingediende klachten snel en gedegen behandelen.

Voorzitter. De nieuwe Trade and Sustainable Development Review van de Europese Commissie, die we half juni ontvingen, zorgt ervoor dat de duurzaamheidshoofdstukken in toekomstige handelsakkoorden echt tanden krijgen. Ook wordt de positie van het maatschappelijk middenveld verder versterkt. Het gaat hierbij om de duurzaamheidsdimensie in het EU-handelsbeleid.

Het klachtenmechanisme voor de duurzaamheid is gekoppeld aan de operating guidelines van het klachtenmechanisme, die ook voor CETA gelden. Het biedt ook een ingang voor bedrijven, vakbonden en ngo's om alle zorgen over naleving van afspraken in handelsverdragen bij de Europese Commissie te signaleren. Dat moet leiden tot een betere en snellere monitoring en handhaving van de afspraken. Het klachtenmechanisme functioneert. Zoals blijkt uit het implementatierapport is het vindbaar en zichtbaar. Het kan dus ook simpel aangesproken worden.

Voorzitter. Ik begrijp dat de vakbeweging bezwaar heeft, omdat de nieuwe TSD nog niet in CETA is opgenomen. Dat klopt, maar we moeten niet statisch maar dynamisch denken. De wereld staat immers niet stil. Canada heeft aangegeven de nieuwe TSD-afspraken na ratificatie in CETA te willen opnemen. De Commissie heeft aangegeven na ratificatie via de zogenaamde review clause de nieuwe aanpak op te nemen. Wil de minister erop toezien, en aan deze Kamer toezeggen, dat deze belofte wordt ingelast?

Voorzitter. Ik heb in grote lijnen gereageerd met het aanhalen van drie kritiekpunten, ook die van de buitenwacht. Op die kritiek zijn — ik heb dat eerder aangegeven — goede antwoorden gekomen. De oplossingen zijn deels geldig voor dit CETA-verdrag en voor een ander deel moeten ze nog geïmplementeerd worden na de ratificatie. Het is wat de CDA-fractie betreft belangrijk vast te stellen dat CETA na goedkeuring in het Europees Parlement nu al vijf jaar in voorlopige zin functioneert. In die hele periode hebben zich, voor zover ons bekend, geen conflicten voorgedaan op sociaal terrein of op milieuterrein. In de vergaderingen van de Domestic Advisory Group, de waakhond van en voor maatschappelijke organisaties, waarin de Europese en de Canadese civil society zit, met tientallen vertegenwoordigers die ook moeten toezien op duurzaamheidsaspecten, is tot dit moment geen enkel concreet issue aan de orde gesteld, integendeel. Canada heeft wel in de tussentijd enkele ILO-verdragen geratificeerd. Misschien wil de minister daar nader op ingaan.

Voorzitter. De CDA-fractie staat positief ten opzichte van dit verdrag. CETA is geopolitiek van belang. Het heeft bewezen economisch voordeel gebracht en het biedt een nieuw ijkpunt en een hefboom om duurzaamheid in de Europese handelspolitiek te verankeren. Van de vele zorgen die door de critici werden opgebracht, heeft er nu, na vijf jaar, nog niet één zorg zich gematerialiseerd. We hebben met dit verdrag wel perspectief. Ik doel op perspectief met betrekking tot een betere duurzaamheidsdimensie, die overigens veel verder gaat dan de EU en die de facto dus ook meer oplevert. Voorzitter. Mocht dit huis besluiten om CETA niet te ratificeren, dan heeft dat vergaande consequenties. Dat moeten we ons realiseren. Er zal dan een einde komen aan de voorlopige werking, waarmee dan ook nog eens een einde komt aan handelsliberalisering. Dat is niet alleen zeer pijnlijk voor ons land, maar voor de hele EU. Bovendien levert het niets op om concrete nadelen terug te draaien die we niet hebben gezien, zoals ik eerder heb betoogd.

Voorzitter. Als we vandaag of morgen een keuze moeten maken tussen concreet en breed en tussen een substantieel voordeel en een hypothetisch nadeel, dat zich overigens in de voorbije jaren niet heeft voorgedaan, dan lijkt mij, en voor de collega's, de keuze helder over wat ze hun fracties zouden moeten adviseren.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Oomen. Er is nog een interruptie van mevrouw Prast.

Mevrouw Prast i (PvdD):

Ik dacht: er zijn helemaal geen interrupties gekomen; dat is toch sneu. Dat was bij mij ook het geval, dus ik weet hoe dat voelt. Mevrouw Oomen en ook anderen hebben benadrukt dat de arbiters onafhankelijk zijn. Daar kan je van alles over zeggen. Mijn vraag gaat over het volgende. De voorstanders willen die arbiters de mogelijkheid geven om te arbitreren, omdat in sommige landen mogelijkerwijs de publieke rechtspraak niet zo up to standard of betrouwbaar is. Mogen die arbiters ook uit die landen komen?

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Die worden door de EU en door Canada aangewezen. Daar heb ik dus niks over te zeggen. Net zo goed als ik in Nederland als parlementslid niets over de benoeming te zeggen heb, zal de Europese Commissie dat ook niet kunnen. Wat mij betreft zou het kunnen. Overigens, wat interrupties betreft: ik denk dan altijd "goh, ik heb mensen overtuigd".

Mevrouw Prast (PvdD):

Dat dacht ik inderdaad ook, dus ik heb mixed feelings. Op dit punt ben ik niet overtuigd, want wat ik bedoel is: waarom zou een private arbiter uit land X betrouwbaarder en van een betere kwaliteit zijn dan de regering of dan de politiek in dat land X?

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Nee, kijk. Het systeem zal zo gaan werken dat men een pool heeft van goede lieden, van mannen en vrouwen die goed recht kunnen spreken. Ter vergelijking: in het vorige systeem waren het vaak advocaten die door partijen werden aangewezen. Dat is nu niet meer zo. Het is onafhankelijk en doorzichtig. Wie benoemd wordt … Er zullen in Bulgarije uitstekende rechters rondlopen, maar als ik een investeringsgeschil voor moet leggen in Bulgarije, dan zal ik er wellicht soms ook over nadenken voordat ik dat doe, terwijl er toch hele goede mensen kunnen zijn die het kunnen doen. Daar heb ik een oordeel over.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Oomen. Ik ben het helemaal met u eens dat de kwaliteit van de inbreng niet afhankelijk is van het aantal interrupties, maar daardoor natuurlijk wel beter kan worden. Dank u wel. Ik geef het woord aan de heer Beukering van de Fractie-Nanninga.