Plenair Van Apeldoorn bij behandeling Aandelenemissie Air France-KLM



Verslag van de vergadering van 31 mei 2022 (2021/2022 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.28 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Al weken, zo niet maanden, lezen wij van alles in de krant over een op handen zijnde aankoop van aandelen van Air France-KLM; het is net ook al gememoreerd door de vorige spreker. Toch gebeurt er in het openbaar, in het publieke besluitvormingsproces, al die tijd niets. Wij worden vertrouwelijk geïnformeerd, maar veel van wat we daar aan informatie lezen en dus niet publiekelijk mogen gebruiken, lezen we min of meer ook gewoon in de krant. En dan ineens is het zover en moeten we met stoom en kokend water, binnen acht dagen — het is net ook al gezegd — als parlement hier een besluit over nemen. Net als de vorige spreker ben ik daar niet gelukkig mee. Had het nou niet anders gekund, vraag ik de minister. Dit was toch al veel langer in voorbereiding? Waarom moet het dan binnen een week, het hele parlementaire proces?

Voorzitter. De SP-fractie vindt de luchtvaartsector van maatschappelijk belang. Die is van belang voor onze economie, als wezenlijk onderdeel van onze nationale infrastructuur, en voor de werkgelegenheid: voor de vele mannen en vrouwen die bij KLM en bij Schiphol werkzaam zijn. Maar dat betekent niet hoe groter de KLM en hoe groter de luchtvaartsector, hoe beter, integendeel. Het maatschappelijk belang is vooral gelegen in een luchtvaart die toekomstbestendig is en daarmee dus duurzaam. Dat betekent dus minder vluchten, aanzienlijk minder vluchten en vooral ook minder transferpassagiers. Dit vraagt inderdaad om een hele scherpe strategie ten opzichte van de transitieopgave die er ligt voor een sector die echt zijn bijdrage levert aan de klimaatdoelstellingen en tegelijkertijd goed voor zijn werknemers zorgt, niet zozeer voor de mensen aan de top, want daar wordt al meer dan goed voor gezorgd, als wel voor de mensen op de werkvloer. Op beide punten schiet KLM, Air France-KLM wat mijn fractie betreft nu al langere tijd ernstig tekort.

Voorzitter. Mijn fractie heeft het steunpakket van 3,4 miljard van destijds niet gesteund, omdat met een lening en garanties de Nederlandse Staat geen of te weinig zeggenschap kreeg. Wel geld overmaken en het risico lopen dat de lening niet wordt terugbetaald, maar geen directe zeggenschap. Wel de downside, maar niet de upside. Wel de lasten, maar niet de potentiële lusten. Er zijn toen wel voorwaarden gesteld, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid en kostenreductie, maar die waren behoorlijk slap en voor een goed deel oude wijn in nieuwe zakken. Maar ook aan die beperkte voorwaarden blijkt KLM zich vervolgens niet te houden volgens de staatsagent. Welke lessen trekt de minister hier nu eigenlijk uit? Noopt dit tot ingrijpen en zo ja, op welke manier? De staatsagent kan niet handhaven, alleen maar toezicht houden, de minister kan wel handhaven. Is de minister het met mijn fractie eens dat het buitengewoon kwalijk is dat KLM deze afspraken gewoon aan haar laars lapt? Heeft zij de KLM-top hierop al aangesproken en zo ja, wat was de reactie?

In de brief van de staatsagent is te lezen dat hij niet van tevoren was geïnformeerd over de algemene loonsverhoging van 5%; collega Crone heeft het ook al gememoreerd. Het betreft niet alleen hogere lonen voor de lagere loonschalen — mijn fractie zou daarvoor zijn — maar ook voor de bestbetaalde cao-medewerkers. Los daarvan en van wat je daarvan vindt, is het niet conform de afspraken. Als KLM echt vindt dat een aantal lonen of de lonen van een deel van de werknemers omhoog moeten, waarom is men daar dan niet eerst over in overleg getreden met de staatsagent of met de minister? Misschien was er dan toch wel iets mogelijk geweest. Nogmaals, wat mijn fractie betreft zouden vooral de arbeidsvoorwaarden van de laagstbetaalden zeker verbeterd moeten worden. Maar KLM deed dit gewoon achter de rug van de minister en de staatsagent om. Dat is toch geen manier van doen? Graag een reactie van de minister.

In een nieuwe, nog niet vastgelegde piloten-cao die ook de voorwaarden schendt, zo stelt de staatsagent, gaan de bestbetaalde werknemers van KLM er ook nog eens structureel fors op vooruit. We hebben het hier over mensen die soms een paar ton verdienen. Natuurlijk is de nog steeds doorgaande belastingontwijking van KLM-piloten ook mijn fractie een doorn in het oog. Tonnen verdienen en dan toch nog belasting ontwijken, terwijl de broek van het bedrijf dat je salaris betaalt, wordt opgehouden door de Staat. Wanneer stopt dit alles, zo vraag ik de minister. En welke garanties zijn er dat KLM zich in het vervolg wel aan de voorwaarden gaat houden?

Het rapport van de staatsagent maakt dat mijn fractie er in ieder geval niet direct vertrouwen in heeft dat deelname aan deze aandelenemissie de positie van de Staat direct zal versterken, als het erom gaat KLM de goede richting op te duwen. Er worden immers geen nieuwe voorwaarden voor KLM verbonden aan deze aankoop, die geldt als markttransactie. Dat vergroot ons enthousiasme niet.

Voorzitter. Ook toen, bij het debat over het steunpakket, vonden wij het uitbreiden van de staatsdeelneming en daarmee ook van de zeggenschap, een betere weg. De Nederlandse Staat zou beter in staat moeten zijn de voorwaarden wél af te dwingen en van KLM een toekomstbestendig, duurzaam en sociaal bedrijf te maken. Dat betekent een bedrijf dat minder vluchten uitvoert, met name transfervluchten. Dat betekent een bedrijf dat minder nachtvluchten uitvoert, zodat er veel minder geluidsoverlast voor de omwonenden is zoals nu nog steeds het geval is.

Als je die lijn doortrekt, dan zou nationalisatie eigenlijk het meest voor de hand liggen. Dat heb ik destijds in het debat over het steunpakket ook betoogd. Want als er een publiek belang in het spel is en daarom KLM niet failliet mag gaan, dan zou het eigenlijk ook niet aan de markt overgelaten moeten worden. Dat zou echter uiteindelijk het losmaken betekenen van KLM van Air France. Het probleem is immers natuurlijk, ook nu, dat toch vooral de Fransen de dienst uitmaken. Telkens wordt er gezegd dat dit geen optie is. KLM zou niet door kunnen als zelfstandig bedrijf, ook niet als staatsbedrijf. Maar kan de minister hier toch nog eens op ingaan? Waarom is dit volgens haar echt onmogelijk? Of zou het onder voorwaarden toch kunnen en, zo ja, hoe zien die voorwaarden er dan uit?

Maar het gaat nu, bij het voorliggende wetsvoorstel of de voorliggende suppletoire begroting, niet om nationalisatie, of zelfs maar om een stap in die richting. Het gaat ook niet om het uitbreiden van het aandeel van de Nederlandse Staat in het kapitaal van het moederbedrijf. Het gaat slechts om het behoud daarvan, procentueel gezien. Door deze aankoop wordt voorkomen dat ons belang verwaterd van ongeveer 9% naar 2%. Dat kost de Staat en de belastingbetaler 220 miljoen. De vraag is wat we daar precies voor terugkrijgen. Die vraag is voor mijn fractie nog niet helemaal voldoende beantwoord. Hoeveel invloed geeft ons die om precies te zijn 9,3% eigenlijk? Het ging daar net al uitgebreid over. Echte doorzettings- of vetomacht geeft het in ieder geval niet. We hebben gelezen dat het om een informatiepositie gaat. En sinds kort weten we: het gaat om iets meer, want het gaat ook om een meer sturende rol van wat dan een "van de Staat afhankelijke board member" is, die dus ook instructies kan geven. Maar ik sluit me op dit punt graag aan bij vorige sprekers en bij vragen die hierover eerder zijn gesteld. Ik sluit me ook aan bij de vraag van collega Otten. Hij vroeg: is het andersom ook zo? Als we wel die 9,3% behouden, is dan ook gegarandeerd dat die board member afhankelijk is van de Staat?

Het is intussen wel duidelijk wat de Franse Staat ervoor terugkrijgt. Als ik het goed begrepen heb, vloeit 75% van die 220 miljoen rechtstreeks in de Franse staatskas doordat Air France-KLM dit opgehaalde kapitaal gaat gebruiken voor de aflossing van een lening van de Franse Staat. Kan de minister eens ingaan op de vraag hoe zij het Franse staatsbelang hier weegt tegen dat van Nederland?

Voorzitter. Ik zeg nogmaals: mijn fractie ziet wel het potentiële publiek belang, dat wil zeggen: het publieke belang van een duurzame nationale luchtvaart. Maar hoe gaan we dat publieke belang nu precies borgen? Hoe gaat de minister dat doen? Als wij hier vannacht, of misschien nog wel voor middernacht, in meerderheid voor deelname aan deze aandelenemissie stemmen, hoe gaat de Nederlandse Staat dan, hoe gaan wij dan het bezit van die 9,3% van de aandelen inzetten om dat publieke belang echt beter te bevorderen? Hoe gaan we dat beter dan voorheen doen, middels een actiever aandeelhouderschap? Naar het oordeel van mijn fractie heeft de regering hier tot nog toe te weinig laten zien en te veel laten liggen.

Voorzitter. Er zijn vanmiddag twee moties van mijn partij in de Tweede Kamer aangenomen. Een van die moties vraagt om dat actievere aandeelhouderschap waar ik het hier over heb. In de motie wordt met name van de regering gevraagd om zich als aandeelhouder in te spannen voor betere arbeidsvoorwaarden op de werkvloer, in plaats van voor weer meer bonussen aan de top. En er wordt de regering gevraagd zich in te spannen voor een substantieel lagere werkdruk bij KLM. Mijn fractie is erg benieuwd hoe de minister deze motie gaat uitvoeren. Gezien de manier waarop KLM zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden van de eerdere staatssteun, zijn wij sceptisch. Kan de minister KLM nu wél bewegen om beter te zorgen voor de belangen van de werknemers? En hoe zit het met de duurzaamheid en met de verlaging van de CO2-uitstoot richting 2030? Worden daar nu eindelijk echt sneller stappen toe gezet? En hoe afdwingbaar worden die afspraken nu? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat de af te spreken "milestones" — mijlpalen in goed Nederlands — de af te spreken mijlpalen op dat vlak ook echt worden gehaald? Hoe gaat de Nederlandse Staat zijn positie als "grootaandeelhouder" — dat blijft Nederland bij die 9,3% — daar ook echt voor inzetten? Voor mijn fractie hangt daarvan veel af. In hoeverre kunnen we de regering daar ook echt op afrekenen?

Ik zie daarom de antwoorden van de ministers met buitengewoon veel belangstelling tegemoet. Daarna zal mijn fractie tot een finale afweging komen. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Apeldoorn. Dan is het woord nu aan de heer Otten. Hij spreekt namens de Fractie-Otten.