Plenair Van Ballekom bij voortzetting behandeling Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking



Verslag van de vergadering van 8 maart 2022 (2021/2022 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.01 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Ballekom i (VVD):

Voorzitter. Mijn fractie heeft tijdens een vorig debat de staatssecretaris alle succes toegewenst voor de komende jaren. Dezelfde wensen gaan natuurlijk uit naar het succes van minister Jetten in zijn huidige positie.

Gezien de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer en de schriftelijke behandeling van het voorstel in deze Kamer, zou in de visie van mijn fractie het ook voldoende zijn geweest te pleiten voor een afdoening zonder debat. Maar nu we toch genoeglijk onder elkaar zijn, maak ik van de gelegenheid gebruik om nog enkele vragen te stellen aan de bewindspersonen.

Het wetsvoorstel streeft na dat bedrijven die elektriciteit produceren, dat zo schoon mogelijk doen met zo min mogelijk CO2-uitstoot. Hiervoor zijn investeringen nodig. Met een minimumprijs die oploopt tot ongeveer €30 per ton in 2030 wordt het bedrijfsleven enige zekerheid geboden, zoals de regering dat heeft neergelegd in de wet. Dat zijn nastrevenswaardige doelstellingen, voorzitter. Maar met de huidige ETS-prijs, die ik niet zo snel zie dalen, is het vooralsnog een belasting die niets oplevert, dus in de zin van opbrengsten overbodig. Ik las dat de tegenvallende inkomsten zijn gecompenseerd, maar ik zou een vraag willen stellen aan de staatssecretaris. Was dat nodig, gezien de aanmerkelijk hogere opbrengsten van de ETS-inkomsten die naar de Nederlandse Emissieautoriteit vloeien? Of haal ik nu gewoon twee zaken door elkaar? Dat kan natuurlijk ook.

Ik zou de staatssecretaris in deze context ook nog twee aanvullende vragen willen stellen. In eerste aanleg zou de CO2-uitstoot die het gevolg is van het gebruik van biomassa niet worden meegeteld. Daarop is de belasting dus kennelijk niet van toepassing. De reden is dat er sprake zou zijn van een dubbeltelling vanwege de LUCF-verordening. Hoe verzin je zo'n afkorting? Maar oké. Deze verordening is in januari aangescherpt. Nu zou er van een dubbeltelling geen sprake meer zijn. Kan de staatssecretaris eens uitleggen welke uitstoot vanwege het gebruik van biomassa nu wel en welke niet wordt meegeteld?

Een tweede punt van belang voor mijn fractie is dat sprake moet zijn van een gelijk speelveld voor alle partijen. Binnen de Unie is dat niet zo'n probleem, lijkt mij, zolang de ETS boven die €30 per ton blijft. Voor externe partijen buiten de EU gaat de CBAM gelden, het Carbon Border Adjustment Mechanism. Over dit laatste is nog geen overeenstemming. Mijn vraag is of er nog steeds sprake is van een gelijk speelveld als die CBAM er niet komt en wanneer en of de ETS-prijs onder die €30 zakt. Want dan hebben we wel een probleem, lijkt mij. Om in de woorden van een van mijn voormalige bazen te spreken: het mag natuurlijk niet zo zijn dat de wereld warmer wordt en Nederland armer.

Ook zou ik, voorzitter, met uw permissie, ook enkele vragen willen stellen aan de minister. Bij diverse gelegenheden in dit huis is gesproken over de leveringszekerheid en de prijs van energie.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik hoor de heer Van Ballekom van de VVD over een gelijk speelveld en Nederland niet warmer en armer. We worden eerder kouder en armer op dit moment. Maar dat gelijke speelveld is er helemaal niet. De belangrijkste CO2-uitstotende landen, zoals China, US en India, doen helemaal niet mee aan dit systeem. Dan creëer je in feite toch een ongelijk speelveld voor Nederland met deze heffing? Hoe ziet de heer Van Ballekom dat?

De heer Van Ballekom (VVD):

Dat heb ik al aangegeven. Dat zie ik namelijk in de CBAM. Wanneer landen buiten de EU op een minder verantwoorde manier producten produceren, kunnen we daar in de Europese Unie bij invoer een heffing op leggen. Dat is de hele idee van de CBAM. Dat heb ik ook in mijn betoog naar voren gebracht.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat is dan duidelijk. Dus we gaan importheffingen opleggen aan andere niet-EU-landen die zich hier niet aan houden. Ik begrijp dat dat uw standpunt is. Maar hoe ziet u dan — de wereld is natuurlijk compleet veranderd, ook de afgelopen weken met de inval in Oekraïne — de consequenties voor het energiebeleid, voor de energievoorziening in Nederland? U heeft zelf voor de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie gestemd. Zelfs Eurocommissaris Timmermans komt daar nu al op terug. Is de VVD ook bereid daar weer opnieuw naar te kijken en is daar voortschrijdend inzicht? Dat vraag ik aan de heer Van Ballekom van de VVD.

De heer Van Ballekom (VVD):

De heer Otten legt mij regelmatig vragen voor die ik in de rest van mijn betoog zal beantwoorden. Dus als hij enig geduld heeft, kom ik daar vanzelf op en was ik misschien al bij die passage geweest als hij niet geïnterrumpeerd had.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik begrijp dat ik een hinderlijke onderbreking ben van het betoog van de heer Van Ballekom. Dan luisteren we gespannen naar wat de heer Van Ballekom te melden heeft.

De heer Van Ballekom (VVD):

Dat is altijd te adviseren, meneer Otten.

Bij diverse gelegenheden in dit huis is gesproken over de leveringszekerheid en de prijs van energie. Voor beide elementen is van belang de verbreding van de energiebasis en de beperking van de energieafhankelijkheid. Dit alles wordt door de regering zorgvuldig gemonitord, een verschrikkelijke term overigens en een verderfelijk anglicisme, maar dat terzijde. Want met monitoren los je geen probleem op.

Bij de huidige, tot voor kort onvoorstelbare gebeurtenissen in Oekraïne komt dit natuurlijk in een geheel ander daglicht te staan. De Commissie, bij monde van de heer Timmermans — daar hebt u hem, meneer Otten — heeft aangegeven dat nood wet breekt en dat er wellicht langer sprake is van afhankelijkheid van fossiele energievoorziening.

Nu komen de vragen aan de minister. Is de minister het met de Nederlandse commissaris eens? Denkt de minister dat Carbon Capture and Storage, of Carbon Capture and Utilisation, bij de huidige marktprijzen een oplossing is om langer gebruik te kunnen maken van de fossiele energieopwekking zonder dat dit de CO2-uitstoot verhoogt? Onderschrijft de minister dat zijn ambtsvoorganger, de heer Brinkhorst, uiteindelijk tóch gelijk heeft dat het verstandig is zeer efficiënte kolencentrales te bouwen op de Maasvlakte en in de Eemshaven om de energiebasis van Nederland te verbreden? Is de minister voornemens de fossiele energieproductie te koppelen aan CCS, zoals oorspronkelijk de bedoeling was? Is de minister het er uiteindelijk mee eens dat het er niet om gaat hoe de energie wordt geproduceerd maar dat het in het kader van de klimaatakkoorden gaat om het neutraliseren van de CO2-uitstoot? En heeft de minister nog een breder palet aan mogelijkheden, anders dan het versnellen van de energieproductie via wind en zon? Dat laatste is natuurlijk van belang, maar er moet ook een goede balans zijn, zoals regelmatig door mijn fractie in dit huis bepleit, tussen reguleerbare en niet reguleerbare energie.

Voorzitter, de VVD ziet met belangstelling uit naar de beantwoording van de vragen.

Dank u wel.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik kom toch nog even terug bij de heer Van Ballekom. Ik ben met stomheid geslagen. Het is alsof ik mijn eigen betoog tegen de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie hoor. Waarom heeft u dan als VVD een paar jaar geleden voor die sluiting van die kolencentrales gestemd, vraag ik aan de heer Van Ballekom. Heeft u daar nu spijt van?

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik heb nergens spijt van. En ik heb ook geen spijt dat ik niet eerder naar u heb geluisterd. De situatie is veranderd. Het gaat de VVD-fractie altijd — dat heb ik van begin af aan betoogd — om het terugbrengen van de CO2-uitstoot, zonder enig taboe. Dat betekent dat wij voorstander zijn van kernenergie. Dat betekent dat wij voorstander zijn van Carbon Capture Utilisation and Storage. Nu is de vraag, in deze omstandigheden: kunnen we van die elementen beter gebruik maken om toch onze energievoorziening gebalanceerd en zo goedkoop mogelijk te houden en onze basis te verbreden — daar gaat het om — zonder dat de CO2-uitstoot verhoogd wordt? Want we moeten wel die klimaatdoelstellingen halen.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Maar we hebben niet morgen een paar nieuwe kerncentrales, zeker niet met het tempo waarin Nederland dit soort besluiten neemt. Het kan dan wel twintig jaar duren voordat die operationeel zijn. Op korte termijn zitten we nu dus met een probleem. Die wet die door u is ingevoerd, over dat die kolencentrales dicht moeten, creëert nu dit probleem. We zullen daar op korte termijn dus toch iets aan moeten doen, want we krijgen een energietekort. Hoe wil de VVD dat oplossen?

De heer Van Ballekom (VVD):

Carbon Capture and Storage was jaren geleden al een mogelijkheid die gefinancierd werd door de Europese Unie. De techniek daarvoor is beschikbaar. Het was destijds economisch niet verstandig om het te doen. Dat is nu in een ander daglicht komen te staan, omdat de ETS-prijs veel en veel hoger is. Het is nu dus wel verstandig om het te doen. Ik denk dat die techniek snel toepasbaar is. Daarnaast — dit heb ik ook in mijn betoog naar voren gebracht — moeten we natuurlijk blijven inzetten op het vergroten van energieproductie via wind en zon. Maar er moet, zoals gezegd, een balans zijn tussen reguleerbare en niet-reguleerbare energie.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Otten.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Nou, het is in ieder geval goed om te horen dat er bij de VVD geen taboes meer bestaan met betrekking tot de energievoorziening.

De heer Van Ballekom (VVD):

Er zijn weinig taboes in mijn partij en dat wil ik ook zo houden.

De voorzitter:

Waarvan akte. Dank u wel, meneer Van Ballekom. Dan is nu het woord aan de heer Otten namens de Fractie-Otten.