Plenair Otten bij behandeling Wet wijziging verlengingssystematiek en goedkeuring vierde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 21 februari 2022 (2021/2022 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Allereerst doet het ons goed om te zien dat we nu eindelijk een ervaren medicus als minister van Volksgezondheid hebben. Wij hebben altijd gepleit voor een kenniskabinet, met mensen met kennis van zaken en ervaring in hun specifieke vakgebied. Sterker nog, dat is een van de belangrijkste redenen waarom ik de politiek in ben gegaan. Nederland heeft echt zeer, zeer dringend een beter bestuur nodig, met betere mensen aan de knoppen. Daar is op het ministerie van VWS in ieder geval een begin mee gemaakt.

Kort na het dansen-met-Janssendebacle van vorige zomer diende onze fractie een motie in om de vorige minister onmiddellijk te vervangen door een competente medicus met kennis van zaken, die het vertrouwen van de bevolking kon herwinnen. Helaas haalde die motie het toen niet. We kregen destijds alleen steun van de PVV-fractie, maar het was natuurlijk veel beter geweest als minister Kuipers of een vergelijkbare medicus toen al de vorige minister had vervangen. Veel kostbare tijd is zo verloren gegaan.

Voorzitter. Het kabinet-Rutte IV bevat een belangrijke constructiefout: de voorganger van minister Kuipers maakt nog steeds onderdeel uit van het kabinet, zij het op een andere post. Hierdoor is het voor minister Kuipers niet goed mogelijk om de nu dringend noodzakelijke catharsis door te voeren en afstand te nemen van het slechte beleid van zijn voorganger. Toch adviseren wij minister Kuipers om dit wel te doen, want dat is de eerste noodzakelijke voorwaarde om van Nederland weer een gaaf en lief land te maken, om de woorden van premier Rutte van vanochtend te gebruiken, en om de polarisatie te beëindigen. Maar goed, onze motie had blijkbaar toch invloed op de kabinetsformatie. Beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen.

Voorzitter. Tijdelijke maatregelen duren het langst. Dat hebben we in Nederland in het verleden al diverse malen gezien, zoals bij de Wet op de economische delicten, de Wet op de loonbelasting, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, de tijdelijke btw-verhoging van Wouter Bos uit 2012, het kwartje van Kok uit 1991 en zo kan ik nog wel even doorgaan. Aan dit illustere rijtje moet de disproportionele en democratisch dubieuze Tijdelijke wet maatregelen covid-19 absoluut niet worden toegevoegd. De minister heeft onlangs het voornemen uitgesproken om deze spoedwet in de ijskast te plaatsen. Deze spoedwet moet niet in de ijskast, maar in de afvalbak worden geplaatst. Deponeer de wet, aangezien we aan afvalscheiding doen, dan ook meteen in de bak voor slechte wetgeving.

Al die extra bevoegdheden zijn toch wel lekker om te hebben, denkt de minister, of denken zijn opvolgers, wie dat ook mogen zijn. Dat zei ik op 26 oktober 2020 toen wij deze spoedwet hier in de Eerste Kamer behandelden. Hoe komen we hier ooit nog van af, vroegen wij ons toen ook al af. Helaas bleek deze waarschuwing niet overbodig, want het gaat nu precies zoals onze fractie bij invoering van deze spoedwet voorzag. Het kabinet wil de spoedwet nu in de ijskast zetten, want je weet nooit of je die nog eens nodig hebt.

Voorzitter. De uiterste houdbaarheidsdatum van deze spoedwet is allang verlopen, dus we moeten de wet niet in de ijskast zetten, maar weggooien. Zoals ik al vele malen heb gememoreerd, ben ik zelf een voorstander van vaccinatie, zeker voor 50-plussers en kwetsbare groepen, en ben ik zelf ook gevaccineerd. Er is in Nederland te veel een klimaat ontstaan waarbij je, als je voor vaccinatie bent, automatisch geacht wordt ook voor allerhande andere wetgeving te zijn. Daar moeten we van af. De meeste Nederlanders zijn voor vaccinatie, maar tegen QR-codes en tegen disproportionele wetgeving. Er is nu dringend behoefte aan een meer genuanceerde aanpak. Dat kan enorm helpen om de polarisatie terug te dringen.

Deze spoedwet maakt niet alleen disproportionele inbreuk op de grondrechten van 17 miljoen Nederlanders; het is ook een sterk staaltje slechte wetgeving, waarbij deze Eerste Kamer zichzelf ook nog eens willens en wetens buitenspel heeft gezet. Nu mag de Eerste Kamer de verlenging tot 1 maart goedkeuren: de Eerste Kamer als stempelfabriek achteraf.

Voorzitter. Uit de Wob-stukken die tot nu toe openbaar zijn gemaakt, komt een uiterst cynisch beeld naar voren, waarbij kabinet-Rutte willens en wetens de grondrechten van 17 miljoen Nederlanders bruuskeerde. Dat is iets waar vele juristen indertijd al voor waarschuwden, en waar ook onze fractie vanaf de eerste hoorzitting met minister Hugo de Jonge in de Eerste Kamer in de zomer van 2020 onophoudelijk op heeft gewezen. Om deze reden hebben wij dan ook altijd consequent tegen de invoering van deze tijdelijke wet en de verlengingen daarvan gestemd.

Ik heb hier een citaat uit een mail van 25 mei 2020. Aan de context en inhoud van de mail te zien moet deze mail wel opgesteld zijn door de voorganger van minister Kuipers. Ik citeer uit deze gewobde mail: "Punt is dat we daarmee natuurlijk ook impliciet moeten toegeven dat de noodverordeningen democratische legitimatie missen en een wankele basis zijn voor de grondrechtenbeginselen, maar dat zeggen we niet. (…) We zeggen wel dat met het wetsvoorstel een optimale balans is gevonden voor het dilemma dat het verenigen van de doelstellingen van het wetsvoorstel onontkoombaar oplevert (die zin was van mezelf en ik ben er nog trots op), daaronder kan namelijk alles volgen wat je maar wil! We produceren morgen wel wat zinnen." Tot zover het citaat uit de Wob-mail van 25 mei 2020.

En dan zijn we met de Wob-stukken nu nog maar aangekomen in mei 2020, terwijl het zwaartepunt van de wetgevingsactiviteiten rondom deze spoedwet vooral na de zomer van 2020 lag. Maar wat nu naar buiten is gekomen aan Wob-stukken voorspelt niet veel goeds voor wat er nog meer uit deze doos van Pandora zal komen.

De minister van VWS was zich dus wel degelijk bewust van de uiterst dubieuze en vergaande inbreuken op de grondrechten. Dat tonen de gewobde mails die tot nu toe zijn geopenbaard duidelijk aan. Het is in ieder geval duidelijk dat men ook in de boezem van het kabinet was doordrongen van het feit dat deze spoedwet disproportioneel is. Maar het kabinet ging er willens en wetens mee door en deze Eerste Kamer keurde de wet ondanks alle waarschuwingen gewoon goed en zette zichzelf en passant ook nog even buitenspel.

Een Eerste Kamer die niet voor haar eigen rechten kan opkomen, verliest haar bestaansrecht, zei ik bij de behandeling van deze spoedwet in oktober 2020. Juist fracties die in deze Kamer altijd de mond vol hebben over de juridische kwaliteit van wetgeving en die vorige week bij het debat over de regeringsverklaring nog pleitten voor het beperken van de rol van de Eerste Kamer tot het puur juridisch beoordelen van wetten, waren de felste voorstanders van deze evident slechte wet. De coalitiepartijen, daarbij geholpen door onder andere GroenLinks en de PvdA, jasten deze tijdelijke wet door de Eerste Kamer en voorzagen het kabinet snel van het benodigde stempeltje. En uit de gezamenlijke bijdrage van mevrouw De Boer van vandaag concludeer ik dat ze dat nu weer gaan doen.

Deze Tijdelijke wet covid-19 heeft tot een enorme polarisatie in de samenleving geleid. Vandaag zegt minister-president Rutte in het AD dat Nederland een gaaf en lief land is. Als Nederland dat al was, dan is het dat zeker nu niet meer, na twee jaar slecht coronabeleid door het kabinet-Rutte, waaronder, maar niet beperkt tot, deze slechte wetgeving, die disproportioneel is.

Voorzitter. Daarom dienen we de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de coronasituatie inmiddels onder controle is, aangezien de ziekenhuis- en ic-opnamen zeer beperkt en beheersbaar zijn geworden;

constaterende dat de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 een disproportionele inbreuk maakt op de grondrechten van 17 miljoen Nederlanders;

constaterende dat tijdelijke wetgeving vaak het langst duurt en daarom nu het moment is om de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in te trekken;

verzoekt de regering om de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 zo spoedig mogelijk in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is mede ondertekend door mijn fractiegenoot De Vries.

De voorzitter:

Wordt de indiening van deze motie voldoende ondersteund? Dat is het geval. Dan maakt de motie deel uit van de beraadslaging onder 35979, letter F.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Aangezien we morgen hoofdelijk stemmen over meerdere coronawetsvoorstellen, waaronder de verlenging van deze Tijdelijke wet, verzoek ik ook om een hoofdelijke stemming over deze motie, zodat voor de 17 miljoen Nederlanders volstrekt duidelijk is waar deze 75 Eerste Kamerleden staan als het aankomt op de bescherming van hun grondrechten.

De heer Janssen i (SP):

Ik heb even een verhelderende vraag over de motie. De heer Otten vraagt het kabinet om de Twm zo spoedig mogelijk in te trekken. Maar het kan dat de minister van VWS zegt: zo spoedig mogelijk is, zoals wij ernaar kijken, misschien voor 1 juni, maar het kan ook later worden. Wat is nou het doel van de motie van de heer Otten? Volgens mij wil hij dat de Twm nu ingetrokken wordt, maar nu laat hij het aan het kabinet, aan wanneer dat denkt dat het mogelijk is.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat is een goede aanvulling. Misschien moeten we er nog een deadline in zetten en moeten we dus verzoeken om de wet voor 1 maart in te trekken. Ik zal de motie dan nog aanpassen met deze goede suggestie van de heer Janssen.

De voorzitter:

U kunt die eventueel nu nog aanpassen, meneer Otten, als u dat wenst. Anders moet het in de derde termijn. Kunt u het nu doen?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ja, ik heb de motie uit handen gegeven, dus ik ben die nu kwijt.

De voorzitter:

Dan gaan we de motie weer in uw handen terugspelen via de bode. Gaat dat lukken?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Jazeker.

De voorzitter:

De heer Janssen heeft ondertussen een vervolgvraag.

De heer Janssen (SP):

Nou, niet zozeer vervolgvraag. Het was een vraag ter verheldering, omdat ik me afvroeg wat de motie behelsde. Dat is mij nu duidelijk geworden, voorzitter.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dan verander ik de laatste zin in "verzoekt de regering om de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 zo spoedig mogelijk en uiterlijk per 1 maart 2022 in te trekken".

De voorzitter:

Door de leden Otten en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de coronasituatie inmiddels onder controle is, aangezien de ziekenhuis- en ic-opnamen zeer beperkt en beheersbaar zijn geworden;

constaterende dat de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 een disproportionele inbreuk maakt op de grondrechten van 17 miljoen Nederlanders;

constaterende dat tijdelijke wetgeving vaak het langst duurt en daarom nu het moment is om de Tijdelijk wet maatregelen covid-19 in te trekken;

verzoekt de regering om de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 zo spoedig mogelijk en uiterlijk per 1 maart 2022 in te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter F (35979).

Dan kijk ik voor de zekerheid even rond om te zien of de indiening van deze motie nog steeds voldoende ondersteund wordt. Dat is het geval. Dan maakt de motie nog steeds deel uit van de beraadslaging onder 35979, letter F.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik dank de heer Janssen en vervolg mijn betoog.

Voorzitter. Tot slot het OMT: een kruiwagen vol kikkers die elkaar nu al twee jaar lang elke avond tegenspreken aan de talkshowtafels. De Nederlandse bevolking is daardoor helemaal het spoor bijster geraakt. Vorig jaar diende onze fractie een motie in om een chief medical officer te benoemen in navolging van vele andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, maar ook Canada, de Verenigde Staten et cetera. Dat is een veel prettiger en effectievere manier om te communiceren richting de bevolking. Dit advies is tot onze vreugde inmiddels opgevolgd in het coalitieakkoord op pagina 32. Het is volgens onze fractie nu dan ook de hoogste tijd om het OMT te ontbinden en de besluitvorming te stroomlijnen via deze chief medical officer. Hoe staat het daarmee, is onze vraag aan de minister.

Voorzitter, concluderend. Deze Tijdelijke wet covid-19 moeten we niet verlengen en die moet ook niet in de ijskast, maar we moeten die nu intrekken, anders komen we er nooit meer vanaf.

Dank u voor uw aandacht. Wij zien uit naar de beantwoording van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan is nu het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.