Plenair Nanninga bij debat naar aanleiding van de regeringsverklaring



Verslag van de vergadering van 15 februari 2022 (2021/2022 nr. 17)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Dank u wel, voorzitter. Eerst een kleine mededeling van huishoudelijke aard. Gedurende dit debat zal ik vervangen worden door mijn fractiegenoot Lennart van der Linden. Dit omdat mijn aanwezigheid vanavond ook in de hoofdstad gewenst is. Het is verkiezingstijd, en daar is een verkiezingsdebat.

Voorzitter. Het kabinet-Kaag I is wat met veel kunst- en vliegwerk het resultaat is van een stembusgang die op geen enkele wijze resulteerde in een meerderheid voor het idee dat we Nederland moeten gaan ver-D66'en, maar dat is wel precies wat er nu gebeurt. Het moge duidelijk zijn wat mijn fractie van de meeste plannen vindt. Er wordt met miljarden gesmeten alsof het monopolygeld is, de permanente asielcrisis wordt domweg tot beleid gemaakt, het Nederlands landschap zal onherkenbaar worden verminkt door talloze windturbines, het woningtekort aanpakken is nu al een onhaalbare kaart — dixit minister De Jonge — en de koopkracht van de Nederlanders holt achteruit. Al die leuke plannen worden namelijk betaald door een burger die zucht onder torenhoge energiekosten en dito inflatie. Om het persoonlijke drama tussen de coalitiegenoten op te lossen, wordt er met geld gegooid. De lasten daarvan komen bij de burger terecht. De begrotingsdiscipline die we nog weleens zagen in eerdere kabinetten-Rutte, is overboord gegooid. De staatsschuld gaat enorm oplopen. Die komt boven de 60%-norm uit, en dat terwijl er maar liefst 60 miljard euro wordt begroot voor het stikstof- en klimaatprobleem. De AOW wordt ontkoppeld, de leenstelselstudenten ontvangen nauwelijks tot geen compensatie en er wordt nog verder op de jeugdzorg bezuinigd, terwijl het daar nu al enorm knelt.

Voorzitter. Mijn fractie keert zich tegen de ontkoppeling van de AOW en het minimumloon. De heer Eerdmans schonk hier al heel klare wijn over aan de overkant, zoals het nu symbolisch heet. De koopkracht van onze ouderen gaat hier ontoelaatbaar onder lijden. Buiten deze volstrekt ongerechtvaardigde ontkoppeling zal de koopkracht van ouderen nog verder achteruithollen door die voornoemde inflatie en het al jaren niet indexeren van pensioenen. Ook is deze ontkoppeling onrechtvaardig voor de jongere generaties; mevrouw Vos stipte dat net al even aan in een interruptie. Er zal voor hen een grote onzekerheid zijn over hun oudedagsvoorziening als dit doorgaat.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Mevrouw Nanninga geeft aan dat haar partijleider, de heer Eerdmans, klare wijn schonk in de Tweede Kamer. Maar hoe klaar is die wijn? Hij heeft ook aangegeven: als er grote toezeggingen worden gedaan, gaat de deur bij JA21 op een kier. Dus hoe hard is dat dan? Dan noemt hij bijvoorbeeld het strenge Deense migratiemodel. Maar gelooft u nou echt dat de minister-president die hier zit en die een poos geleden het verdrag van Marrakesh heeft ondertekend, daar iets mee kan doen? Gelooft u dat werkelijk?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Nee, dat geloof ik helemaal niet. Dat is ook precies waarom de heer Eerdmans dat zei. Ik zal dat even toelichten. Wat bedoelde de heer Eerdmans te zeggen? Ik weet op welke citaten u doelt; hij zei dat in een televisieprogramma van WNL, geloof ik. Hij maakte een soort statement: wij zijn echt tegen het loskoppelen van de AOW en er is echt niets waar dit kabinet mee kan komen waardoor wij als JA21 zeggen: nou, oké, dat is onderhandelbaar. Daarbij noemde hij juist — dat is precies wat mevrouw Faber zei — het totaal onwaarschijnlijke idee dat er hier eens een keer een fatsoenlijk asielbeleid wordt ingevoerd. Het was dus een soort hyperbool: nou ja, als ze dáár nou mee komen ... Maar dat was een beetje vanuit het idee: dat gaat toch niet gebeuren. Het was dus een wat verwarrend statement — dat geef ik toe — maar ik garandeer iedereen die hier meekijkt en -luistert en mevrouw Faber dat die ontkoppeling van de AOW niet onderhandelbaar is voor onze partij, ook niet voor spreekwoordelijk torenhoge zoenoffers.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik ben blij met deze hyperbool, zo zal ik u maar citeren. Dan mag ik dus concluderen dat JA21 tegen de ontkoppeling van de AOW zal stemmen. Ik vraag het mevrouw Nanninga nogmaals. Heb ik dat juist begrepen?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

U hebt dat volkomen juist begrepen. Zwart-op-wit. Ik wil het nog best drie keer zeggen.

De voorzitter:

Nee, nee, nee. Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

U kijkt naar de klok. Ik vervolg mijn betoog. Juist. Tegen de minister-president wil ik zeggen dat dit idee wat ons betreft niet door dit huis komt. De coalitie kan niet over links als ik de heer Rosenmöller en mevrouw Vos zo eens beluister en dit gaat niet over rechts. Dit gaat niet door. De dringende vraag aan de delegatie van het kabinet hier vandaag aanwezig is: kunt u hier en nu in uw beantwoording in eerste termijn toezeggen van dit plan tot ontkoppeling van de AOW af te zien?

Een andere plek waar het geld voor het ver-D66'en van Nederland wordt weggehaald, is zoals gezegd de jeugdzorg. Niet alleen de ouderen worden aangepakt; de jongere generatie is net zo goed de klos. Er zou op termijn een half miljard bezuinigd moeten worden op de jeugdzorg of "minder moeten worden uitgegeven", zoals de spin van het kabinet luidt. Hierover is mijn fractie bepaald niet te spreken. Het is namelijk niet al te best gesteld met de jeugdzorg in Nederland. Ik citeer de voorzitter van Jeugdzorg Nederland: "De zorg voor de meest kwetsbare jongeren en gezinnen staat op dit moment onder grote druk en de aanbieders van deze cruciale jeugdhulp kunnen een verdere bezuiniging niet aan." Mijn fractie snapt gewoon oprecht niet waarom juist deze bezuiniging is voorgesteld. Ik begrijp het gewoon niet. Op basis waarvan leek het dit kabinet een goede zet om op de jeugdzorg te bezuinigen? Welke indicatoren of gegevens gaven hier aanleiding toe? Kunt u ons daar eens in meenemen? Is dit kabinet het misschien niet eens met mijn fractie dat het knelt in de jeugdzorg? En welk signaal denkt dit kabinet af te geven door miljarden te investeren in zoiets als stikstof? Dan gaan we grassprietjes beschermen, maar onze kinderen niet! We bezuinigen op de meest kwetsbare jongeren. Is dit nu waar de titel "Omzien naar elkaar" voor moet staan?

Voorzitter. De gemeenten waren voor de coronacrisis al overvraagd door de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg. Ik zie dat in de stad waar ik in de gemeenteraad zit, Amsterdam. We horen al jaren noodkreten uit de sector; ik citeerde die net al even. Tel daar nog bij op de diepe sporen die de lockdowns en de coronacrisis nalaten bij de Nederlandse gezinnen en kinderen. Dan vindt mijn fractie een verdere bezuiniging op de jeugdzorg — of, zoals het door dit kabinet wordt verkocht: minder extra uitgeven dan beoogd — echt onverantwoord en ijskoud. Zowel qua signaal naar gezinnen en jongeren als concreet is deze keuze, ik herhaal het, onverantwoord en ijskoud.

Gelukkig is er tegelijkertijd ook nog wel een aantal positieve punten te bespeuren. Zo krijgt Defensie er structureel wat bij, stijgen de lerarensalarissen en wordt het minimumloon stapsgewijs verhoogd. Gek genoeg blijft dit overigens wel gekoppeld aan de bijstands- en Wajong-uitkering, in tegenstelling tot de AOW. Daarnaast wordt er eindelijk geïnvesteerd in kerncentrales. Het stelt mijn fractie overigens wel enigszins teleur dat er nog geen concrete stappen worden ondernomen om ons nodeloos ingewikkelde toeslagen- en belastingstelsel aan te pakken, iets waarvoor wij in dit huis ook al een tijd pleiten. We zijn verder met de kinderopvangtoeslagregeling, waarin ouders alleen nog een eigen bijdrage van 5% betalen.

Tot slot nog even dit. Hoewel het mooi is dat de partijen links en rechts van de coalitie elkaar in dit huis vinden op het sociaal domein of aspecten daarvan — het is eigenlijk beschamend dat die bescherming van het brede midden en het sociaal domein van de flanken moet komen en niet van de coalitie — staan we nu wel voor een keuze. En daar, in de woorden van minister Kaag, scheiden zich onze wegen, de wegen van JA21 en de linkerflank. Want we kunnen niet én de permanente asielinstroom en massa-immigratie, én de verzorgingsstaat laten voortbestaan.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik heb hier de motie-Eerdmans die bij datzelfde debat in de Tweede Kamer is aangenomen en die heel erg refereert aan de meerderheid in de Eerste Kamer. De heer Eerdmans schermt graag met de zetels die hij in de Eerste Kamer zou hebben — vooral dankzij het feit dat hij zelf niet op de lijst stond, denk ik, maar dat is een zijpad. Deze motie vraagt om de hand uit te steken naar ideeën vanuit de Eerste Kamer van JA21. Nou is mijn vraag aan mevrouw Nanninga: noemt u dan eens drie goede ideeën die u zou hebben — en die u niet van ons of van andere partijen heeft gejat — die u wilt realiseren met uw zetels hier in de Eerste Kamer? Want die heb ik tot nu toe nog niet echt gehoord. Ik hoor u veel kopiëren van andere partijen, maar wat zijn dan die goeie ideeën waar deze motie-Eerdmans op doelt? Dat hoor ik dan graag. Noemt u er eens drie!

De voorzitter:

Maar dan wel enigszins beknopt. Mevrouw Nanninga.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ik begrijp de vraag niet helemaal. Als u de ideeën van onze partij wilt weten, kunt u in ons partijprogramma kijken. Over de kwalificatie dat er iets gejat zou zijn, kan ik een opmerking terug maken, maar dat ga ik lekker niet doen. Ik begrijp de vraag niet precies. Wat wilt u van mij horen? U wilt drie ideeën uit onze Eerste Kamerfractie?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Uw motie constateert dat Rutte IV stoelt op een krappe meerderheid in de Tweede Kamer en dat die meerderheid zelfs ontbreekt in de Eerste Kamer en dat de steun voor dit kabinet in de samenleving momenteel uiterst gering is, en roept de regering op om de hand uit te steken naar ideeën vanuit de oppositie, inhoudelijke ideeën. Op welke inhoudelijke ideeën doelt u dan?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ik noem er toevallig net drie waarvoor we hier in de Eerste Kamer een andere verhouding hebben, qua meerderheid/minderheid, dan in de Tweede Kamer: de jeugdzorg, het leenstelsel — ik kom straks nog op de studenten die slachtoffer zijn van de leenstelselmalaise — en de koppeling van de AOW. Dat zijn dingen die hier op een andere meerderheidsverhouding kunnen rekenen doordat wij hier andere meerderheden kunnen vormen. Dat is wat hier bedoeld wordt, dus ik begrijp de vraag nog steeds niet zo goed.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik constateer dat ik nog weinig nieuwe ideeën hoor van mevrouw Nanninga. Dat constateren we dan maar. Dank.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ik ben verward door deze onkunde om een motie te lezen, maar dat is gelukkig verder niet mijn probleem.

Waar was ik gebleven? Ja. We kunnen dus niet zowel de permanente asielinstroom en massa-immigratie als de verzorgingsstaat laten voortbestaan. Het is de kool en de geit. Het is kiezen of delen. Deze coalitie maakt daarin nadrukkelijk geen keuze. Geen keuze! En geen keuze maken is uiteindelijk ook een keuze. Hoe ziet de minister-president de verhouding tussen deze niveaus van immigratie van mensen die bovengemiddeld veel aanspraak maken op het sociale vangnet en het lijfsbehoud van datzelfde vangnet? Of schuiven we die keuze door, met alle dramatische gevolgen voor de komende generaties van dien?

Voorzitter. Het cliché wil dat je aan het eind van zo'n verhaal zegt dat er genoeg werk aan de winkel is. Dat blijkt wel. Ik wens het kabinet kracht en wijsheid toe om dat werk te doen. Ik hoop en verwacht dat onze fractie het nieuwe kabinet een beetje de goede richting in kan sturen. Met alle respect voor D66, die het spel natuurlijk subliem heeft uitgespeeld, waarvoor complimenten, is die richting een beetje weg uit de D66-hoek en iets meer in de richting die de stemverhouding en de stemmen in dit land kan uitdragen, voor vandaag en voor de komende jaren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. Dan is nu het woord aan de heer Van Kesteren namens het CDA.