Plenair Van Hattem bij voortzetting behandeling Begroting Justitie en Veiligheid 2022



Verslag van de vergadering van 21 december 2021 (2021/2022 nr. 12)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 16.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Dank voor de beantwoording door de staatssecretaris in eerste termijn.

Ik heb nog wel een paar puntjes, eerst de punten die ik zojuist al noemde die nog onbeantwoord waren, waar ik in de tweede termijn nog antwoord hoop te krijgen.

Ik wil nog even terugkomen op het punt van die aanwijzingen richting Nederlandse gemeentes. Er kwam eigenlijk maar een half antwoord over wat nu die juridische grondslag is. Dan hoor ik dat het situationeel bepaald is, en dat ruimtelijk bestuursrecht ervoor kan worden ingezet. Maar ik heb nog nergens iets kunnen ontdekken van een concrete aanwijzingsbevoegdheid van deze staatssecretaris om richting die gemeentes dwangmaatregelen te nemen om zo'n huisvesting te faciliteren, of dat in ieder geval op te kunnen leggen. Natuurlijk zijn er binnen het staatsrecht wel bepaalde mogelijkheden om in te grijpen bij een gemeente, maar dan hebben we het over taakverwaarlozing of al dat soort ontwikkelingen. Dan moet het wel heel ingrijpend en concreet zijn om zoiets te kunnen doen.

Mijn vraag blijft dus de volgende. Maatregelen moeten gewoon een formele grondslag hebben in ons land. Ik denk dat de staatssecretaris dat als jurist zeker ook kan beamen. Ik mis dat gewoon in dit verhaal. Er is een dwingend-rechtelijke, internationale vraag, volgens de staatssecretaris. Maar het internationale aspect, het internationaal recht, heeft betrekking op de Nederlandse rijksoverheid. De lokale autonomie staat daarbuiten, in principe. Dus mijn vraag blijft: welke formele grond is er nu eigenlijk om die aanwijzing te kunnen geven? Wat wordt er in de aanwijzing meegenomen als grondslag om tegen een gemeente te zeggen: u zult dit moeten accepteren van de rijksoverheid? Dus daar had ik graag nog enige beschouwing op.

Voorzitter. Ik heb het in de eerste termijn al genoemd: volgens de cijfers bij deze begroting bestaat 77% van de asielzoekers die binnenkomen uit alleenstaande mannen. Dan zien we nu een hele hoop gemeentes die noodopvanglocaties regelen, die asielopvang faciliteren. Dan wordt er voorgehouden: er komen ook gezinnen naartoe, en het is heel schrijnend voor die gezinnen, want er zijn kinderen in Ter Apel die 's nachts op stoelen moeten slapen. Dat soort verhalen worden gewoon letterlijk als tranentrekker aan zo'n gemeenteraad voorgehouden. Met zulk soort emotionele chantage gaat een meerderheid er vaak mee instemmen.

Nou zien we bijvoorbeeld de situatie in de gemeente Oirschot. Daar werd ook zo'n verhaal gehouden. Het was een voormalige verslavingskliniek. Aan de gemeenteraad werd voorgehouden dat er 150 asielzoekers zouden komen. 50 daarvan zouden alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn, kinderen tussen de 15 en 18 jaar, en daarnaast zouden er 100 mensen komen, grotendeels in gezinsverband. Daar ging ook het college van uit. Nog tijdens die raadsvergadering kwam er opeens informatie vanuit het COA dat het voornamelijk mannen zouden zijn. Dus je ziet dat er aan een gemeenteraad een heel ander verhaal wordt voorgehouden dan wat er daadwerkelijk komt. Dus kan de staatssecretaris nog eens aangeven hoe dat nou zit? Wordt er wel een eerlijk verhaal verteld vanuit het COA richting de gemeentes? Ik wil nog wel even de bron aangeven. Dit heeft in het Eindhovens Dagblad van afgelopen week gestaan.

Dan kom ik bij mijn volgende punt. Gisteravond is een besluit genomen door een rechtbank, in Limburg of Maastricht, geloof ik. Daar was een situatie met een gezin van statushouders. Die kregen een woning toegewezen die ze te klein vonden. Vervolgens werd er gezegd: u moet die woning accepteren. Dat deden ze niet, en zij worden nu door de rechter in het gelijk gesteld. Ik wou toch wel graag een reflectie van deze staatssecretaris op hoe dit zich nu verhoudt tot de Nederlandse woningzoekende. Die moet jarenlang op een wachtlijst staan, en hier krijgen we te horen: binnen veertien weken moet een statushouder een woning krijgen om aan zijn toekomst te werken. Nederlanders moeten tien, soms veertien jaar wachten op een sociale huurwoning, om daar aan hun toekomst te kunnen werken met hun gezin. Hoe eerlijk en oprecht is dit ten opzichte van onze Nederlandse woningzoekenden, en worden die niet gewoon glashard gediscrimineerd?

Voorzitter. We krijgen het verhaal te horen dat die aanwijzingen er dus komen. Tegelijkertijd krijgen we het verhaal te horen dat die noodopvanglocaties, de tijdelijke noodopvanglocaties, afgebouwd gaan worden. Kan de minister nog een tijdsplan aangeven, waarbinnen dergelijke beslissingen worden genomen? Want er vinden nu allerlei onderzoeken plaats naar bijvoorbeeld ruimtelijke locaties die misschien wel ingezet kunnen worden. Het verhaal daarbij is dat het voor noodopvang is. Kan de minister aangeven of die gemeenten straks in één keer overruled gaan worden door de rijksoverheid, waarbij dan wordt gezegd dat het een permanente opvanglocatie moet worden voor meerdere jaren, terwijl het nu misschien voor hooguit een paar maanden bedoeld is? Kan daar gewoon openheid en duidelijkheid over worden gegeven?

Ik had nog iets. Ja, de asielinstroom. Die is net al terecht genoemd. De minister ... Sorry, de staatssecretaris geeft aan: er is een hoge asielinstroom en we blijven als Nederland die opvang faciliteren. Tegelijkertijd zegt de staatssecretaris: wij zien heel veel gelukzoekers binnenkomen die daar gebruik van maken. Is het dan niet belangrijk om een duidelijk slot op die deur te hebben en te zeggen: we laten hier niet iedereen binnen? Dat is beter dan pas als iedereen eenmaal binnen is, eens gaan bekijken wat de situatie is. In ieder geval een heel groot deel blijkt dan gewoon gelukzoeker te zijn. Is dat niet een onmogelijk op te lossen probleem met zulke aantallen? Ik wil niet zeggen "trekken aan een dood paard". Maar een heel beperkt deel vertrekt. Dus nogmaals, kan er gekeken worden naar toch een beperking van de instroom? Wat de PVV betreft wordt die totaal stopgezet. Als de staatssecretaris dat niet wil, dan wil de PVV dat er in ieder geval wordt gezorgd dat er niet pas als iedereen Nederland binnen is, er nog eens gekeken gaat worden of iemand gelukzoeker is of niet, om vervolgens hier tot in lengte van jaren in het asielsysteem te blijven. We weten niet eens hoeveel illegalen er hier in Nederland zijn.

Voorzitter, tot zover mijn tweede termijn. Nogmaals, het is een memorabel moment om voor de laatste keer hier in deze mooie zaal te spreken. Voor deze staatssecretaris was het waarschijnlijk de laatste keer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan mevrouw Stienen van D66.