Plenair Koffeman bij behandeling Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2022



Verslag van de vergadering van 21 december 2021 (2021/2022 nr. 12)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 14.35 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter. Ik vermoed dat het in de parlementaire geschiedenis niet eerder is voorgekomen dat de minister van Landbouw bij het afscheid van haar lopende termijn te horen heeft gekregen dat de nieuwe coalitie een bedrag voor herstelbetalingen van 25 miljard reserveert, maar liefst veertien keer de LNV-begroting zoals die nu voorligt. Begrijp me niet verkeerd: dat zijn geen herstelbetalingen om de problemen die ontstaan zijn door het huidige beleid te compenseren, maar herstelbetalingen voor de problemen die onder het ministerie van LNV ontstaan zijn in de afgelopen decennia, herstelbetalingen voor schade die goeddeels onder verantwoordelijkheid van een aantal bestaande coalitiepartijen en hun vertegenwoordigers in dit huis is ontstaan. Dat mogen we onszelf als volksvertegenwoordigers ernstig aanrekenen. We zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een marshallplan voor dieren, natuur en milieu en klimaat. We hebben het zover laten komen en op ons rust de zware taak om niet alleen herstelbetalingen te reserveren, maar ze ook op een zodanige manier te besteden dat herstel echt zal optreden.

Voorzitter. De problemen zijn niet veroorzaakt door individuele boeren. Die zijn net als dieren, natuur en milieu slachtoffer van een systeem waaraan vrijwel niemand in de sector zich kan onttrekken: geknecht door de bank, geknecht door veevoerleveranciers, geknecht door valse beloften en slachtoffer van een politiek van nooit genoeg. Toen in 2009 Ger Koopmans en Diederik Samsom vormgaven aan de Programmatische Aanpak Stikstof, was voor wie het wilde zien meteen duidelijk dat hier sprake was van een valse voorstelling van zaken. De uitstoot van stikstof mocht stijgen als natuurmaatregelen genomen zouden worden die later tot minder stikstofuitstoot zouden leiden. Een theoretische beleidswerkelijkheid waarin een onverantwoord voorschot werd genomen op de toekomst en die zou leiden tot de tot dan toe grootste crisis gedurende het premierschap van de heer Rutte, als we hem mogen geloven. Dus als ik lieg, dan lieg ik in commissie. Mijn collega in de Tweede Kamer, Esther Ouwehand, zei toen tegen Ger Koopmans: maar wat als dit systeem nu geen standhoudt bij de rechter, waar het nu wel naar uitziet? Daarop zei de heer Koopmans: dan hebben onze ondernemers er toch maar mooi een paar jaar van kunnen profiteren.

Voorzitter. Dat is een toonbeeld van kortetermijnbelangen, die de politiek zo vaak domineren. Niet zelden komen politici pas tot inzicht nadat ze hun ambt hebben neergelegd. Tijdens zijn ambtsperiode wilde minister Veerman niets weten van klimaatproblemen die veroorzaakt werden door broeikasgas vanuit de veehouderij, maar kort na zijn afscheid gaf hij toe dat het hele systeem is vastgelopen. We importeren immense hoeveelheden veevoer, we exporteren enorme hoeveelheden vlees en zuivel en met de rommel, 75 miljard kilo mest, blijven we zitten.

Wie enige afstand neemt, zoals Cees Veerman deed, moet wel toegeven dat de huidige veehouderij een onhoudbaar systeem is. Deelt de minister de mening dat de huidige productie van vlees en zuivel onhoudbare proporties heeft aangenomen? En als dat niet het geval is, waarom zijn er dan onder haar toeziend oog zulke enorme herstelbetalingen gereserveerd? En als de minister het wel met mij eens is, kan ze dan een analyse met ons delen van hoe het zover heeft kunnen komen en van waar zij de oplossing ziet? Want de 25 miljard waarover in het regeerakkoord gesproken wordt, is nog niet gealloceerd. Hoe kunnen we voorkomen dat er opnieuw een theoretische beleidswerkelijkheid ontstaat waarin de problemen weer voor ons uitgeschoven worden of waarin we de problemen verplaatsen van de ene naar de andere provincie, om ook daar tot onhoudbare situaties te leiden?

Emissiearme stalvloeren bleken niet te werken en luchtwassers hebben de problemen ook niet opgelost, tot ontsteltenis van boeren die door de enorme investeringen het hoofd niet boven water konden houden. De komende tien jaar zal het aantal melkveehouders met meer dan 33% afnemen, terwijl de productie bij ongewijzigd beleid nog verder zal toenemen. Cowmunity's nemen het over van het agrarisch gezinsbedrijf. Dagelijks stoppen zes tot zeven boeren omdat ze het niet meer volhouden. Er zijn politieke partijen die aangeven dat gedwongen uitkoop voor hen niet acceptabel is, maar feit is dat er al jaren een gedwongen uitkoop van ons platteland gaande is, niet door onteigening, maar door schaalvergroting, die een aanslag vormt op het agrarisch gezinsbedrijf. Dat wordt gevoed door grote spelers in de bankensector en de leveranciersmarkt. Die spelers maken onze boeren letterlijk het leven onmogelijk, onder het voorwendsel dat ze bondgenoot zijn.

Voorzitter. Dat roept de vraag op of we niet toe zijn aan de grootste ruilverkaveling uit onze geschiedenis. Twee derde van ons land is ingericht als landbouwgebied, niet om onze eigen bevolking te voeden, maar om de tweede landbouwexporteur ter wereld te zijn, zonder dat het een substantieel onderdeel vormt van ons bruto nationaal product en zonder dat de externaliteiten, de negatieve maatschappelijke effecten, tot uitdrukking worden gebracht in de kostprijzen. Is de minister het met ons eens dat in een land waar woningnood heerst, waar de stikstofcrisis heerst en waar agrarische ondernemers in groten getale worden gedwongen hun bedrijf te beëindigen, een proactief beleid gevoerd zou moeten worden om de ruimte in ons land logischer te verdelen? Is ze het met ons eens dat we niet kunnen doorgaan met het onderhouden van monoculturen, zoals van raaigras, snijmaïs en graan, die via het maagdarmkanaal van dieren in de landbouw leiden tot het grootst denkbare lek in de kringloop en verlies aan nuttige calorieën? En is ze het met ons eens dat kringlooplandbouw juist gebaseerd zou moeten zijn op het dichten van dat lek? Graag een reactie.

Voorzitter. Te veel kabinetten hebben weggekeken van de werkelijke problemen in de natuur en op het platteland. Er is met enorme subsidies zwaar ingezet op het behoud van de grutto, onze nationale vogel. Maar tegelijkertijd is het aantal broedparen enorm gedaald; het is gehalveerd naar nog maar 30.000. De helft van alle grutto's wereldwijd broedt in Nederland. In die zin, voor wat we onze natuur aandoen, is de grutto de kanarie in de kolenmijn. In totaal is er al 400 miljoen uitgetrokken voor de bescherming van onze weidevogels, maar de minister weet niet naar welke maatregelen het geld van haar ministerie, van de provincies en van de EU precies gaat. Dat is de harde conclusie van de Algemene Rekenkamer. Boeren kiezen met het subsidiegeld nauwelijks voor echt effectieve maatregelen, zoals het verhogen van de grondwaterstand en het creëren van zogenaamde plasdrasgreppels.

De minister is het niet eens met de conclusie van de Algemene Rekenkamer, maar tegelijk geeft ze toe dat geschikte leefgebieden sterk zijn afgenomen door intensivering van de landbouw en dat herstel veel tijd kost. Zit daar niet juist de kern van het probleem? Wat heeft de minister gedaan om die intensivering van de landbouw te stoppen? Die intensivering druist immers in tegen onze natuur.

Voorzitter. Als een bedrijfstak zo veel kost in termen van externaliteiten, zo weinig oplevert in termen van bruto nationaal product en zo veel bijdraagt aan de opwarming van de aarde, overstromingen, fijnstof uit overvolle stallen, zoönosen zoals Q-koorts en vogelgriep, die overspringen van dier op mens, als die het ernstige risico van antibioticaresistentie met zich meebrengt en als onze koeien zorgen voor de kap van het Braziliaanse regenwoud, dan wordt het toch tijd om de steven te wenden? Waarom zouden wij het leven en welzijn van 600 miljoen dieren aantasten als we 4 miljard mensen extra zouden kunnen voeden wanneer we de omweg van de veehouderij met alle negatieve neveneffecten achterwege zouden laten?

Er wordt vaak gesproken over het ontzien van boeren, maar de praktijk is dat boeren juist het slachtoffer worden van een nietsontziend beleid. In de vorige eeuw vielen drie kabinetten over de grondpolitiek: Drees, Cals/Vondeling en Den Uyl. Ondanks het feit dat de ontwikkelingen op het platteland sindsdien in een stroomversnelling zijn geraakt, is grondpolitiek het meest verzwegen onderwerp van de Staten-Generaal geworden. Heeft de minister daar een verklaring voor? Kan de minister ook aangeven of er met meer voortvarendheid gewerkt zal gaan worden aan verbetering van de leefomstandigheden in de intensieve veehouderij? Is het waar dat van de 25 miljard voor het stikstoffonds 7,4 miljard bestemd is voor het opkopen van melkvee-, pluimvee-, en varkensbedrijven en dat met dit bedrag hooguit 30% minder dieren in de veehouderij kan worden gerealiseerd? Is de minister bereid ook productierechten op te kopen om dat proces te versnellen en te voorkomen dat problemen zich zullen verplaatsen?

Voorzitter, ik rond af. Op de valreep kan de minister nog iets groots doen voor landschapselementen in de gemeente Zeewolde, waar Meta — Facebook — een hyperscale datacenter wil realiseren van 166 hectare op vruchtbare landbouwgrond. Voor dat hyperscale datacenter heeft de techreus heimelijk al 80 hectare landbouwgrond verworven. Die zal een groenestroomconsumptie hebben van 115 windturbines van 4 megawatt. Dat staat gelijk aan een stroomverbruik van 460.000 huishoudens. Is de minister bereid het Rijksvastgoedbedrijf te vragen de verkoop van grond op te schorten zolang er geen nieuwe kabinetsvisie ligt op de vestiging van nieuwe datacenters? Graag een reactie van de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is nu het woord aan de heer Karakus namens de fractie van de Partij van de Arbeid.