Plenair Van der Linden bij behandeling (eerste termijn Kamer)



Verslag van de vergadering van 13 december 2021 (2021/2022 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.26 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):

Voorzitter. Ik wil het in onze bijdrage over de belastingplannen hebben over drie zaken: het verleden, toen wij met elkaar nog streefden naar een kleine overheid, het heden, ons huidige, complexe belastingstelsel waar al veel over gezegd is, en de toekomst, hoe dat anders kan en anders moet.

Het verleden: de kleine overheid. Het streven naar een kleine overheid met zo laag mogelijke overheidsuitgaven lijkt een relikwie uit vervlogen tijden, een soort oud normaal. Een kleine overheid wordt zelfs door de Mark Rutte-partij met argusogen bekeken. Angstdromen van een verfoeide negentiende-eeuwse nachtwakersstaat doemen kennelijk op, maar een kleine overheid is helemaal niet zo'n oud ideaal en was enkele decennia terug weinig omstreden. Was het ook niet vadertje Drees die uiteindelijk brak met de Partij van de Arbeid omdat de Staat onder de sociaaldemocraten in zijn beleving te groot groeide? Het nieuwe normaal, het nieuwe mainstream, is een grote, uitgedijde overheid. De overheid is al geruime tijd de grootste werkgever van Nederland, en dat terwijl het niet de overheid is die voor welvaart zorgt, maar het bedrijfsleven. Met name het mkb is van essentieel belang voor de werkgelegenheid en de vitaliteit van de Nederlandse economie. Juist het mkb wordt het niet makkelijk gemaakt. Een overschot aan regels, klagers, procesbegeleiders, complianceofficers en risicomanagers nekken het mkb in toenemende mate, terwijl een kleine overheid, lage overheidsuitgaven en beperkte bureaucratie de randvoorwaarden zijn om houdbare, eenvoudige en rechtvaardige belastingen te heffen bij burgers en bedrijven. Wij pleiten ervoor om het streven naar een kleine overheid te bevrijden uit de geschiedenisboeken en in het heden weer te gebruiken als uitgangspunt van beleid.

Dan het heden: ons belastingstelsel, de basis van de vandaag de voorliggende wetten. Ons belastingsysteem is op een aantal onderdelen hopeloos ouderwets en nodeloos complex. De Belastingdienst pompt in opdracht van de politiek jaarlijks tientallen miljarden rond aan belastingen, heffingen, aftrekposten en toeslagen. Dat rondpompen leidt tot enorme bureaucratie en uitvoeringsproblemen. Het kost veel energie en geld en werkt menselijk leed in de hand.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik hoor de heer Van der Linden een heel betoog houden voor een kleinere overheid. Een hele simpele vraag: hoe dan? Hoe gaat u dat doen?

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

We zouden kunnen schrappen in het aantal ministeries. We zouden kunnen schrappen in het aantal toeslagen. We zouden kunnen schrappen in de gigantische kosten van de energietransitie en de klimaatdoelstellingen. We zouden kunnen schrappen qua uitgaven op het gebied van immigratie. We zouden kunnen schrappen in het gigantische overheidsapparaat in Brussel, waar we een afdracht aan doen. Daar heeft u een aantal voorbeelden.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ja, maar dat gigantische overheidsapparaat in Brussel is relatief helemaal niet zo groot, vergeleken met het Nederlandse overheidsapparaat. Wilt u dan ook mensen ontslaan? Hoe moet ik dat zien? Hoe wilt u die overheidsrol terugdringen? Dit is natuurlijk in de praktijk heel belangrijk. Met welke concrete maatregelen wilt u dat bereiken? Het is natuurlijk makkelijk gezegd, maar hoe gaat u dat dan doen?

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik heb de voorbeelden zojuist genoemd. Dat de heer Otten dat kennelijk slechte ideeën vindt, dat is aan hem. Ik heb het gehad over gigantische uitgaven voor klimaatbeleid, overheidsuitgaven aan klimaatbeleid. Dat is ook onderdeel van de overheidsuitgaven. Ik heb het gehad over de uitgaven op het gebied van immigratie en over de bijdrage aan Brussel, niet alleen voor het apparaat dat daar zit, maar ook voor het beleid dat daar wordt gevoerd.

De voorzitter:

De heer Otten, tot slot.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik hoor een hoop woorden, maar geen concrete manier hoe we hier dan komen. Misschien horen we dat wel een andere keer. Dank u.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Voorzitter. Dat rondpompen van geld leidt tot enorme bureaucratie en uitvoeringsproblemen. Het kost veel energie en geld en werkt menselijk leed in de hand, zoals we ook zien bij de kindertoeslagenaffaire. Het belastingstelsel, ons stelsel, moet wat ons betreft radicaal vereenvoudigd worden. De komende jaren moeten en kunnen daarvoor knopen worden doorgehakt. De tijd is er rijp voor. Er wordt al jaren over gesproken, maar opeenvolgende kabinetten kwamen niet over de brug. Sterker nog, zij slaagden het afgelopen decennium in consequent belastingen verhogen zoals de btw en de energiebelasting. De algehele belastingdruk is sinds 2010 met ruim 4 procentpunten gestegen en ligt inmiddels op bijna 40%. De marginale druk — er is vandaag al veel over gesproken: wat iemand meer overhoudt als hij of zij meer gaat verdienen — ontwikkelt zich ongunstig. Het loont voor veel mensen niet om te gaan werken, om meer te gaan werken of om promotie te maken. De extra bruto-inkomsten die daaruit voortvloeien, wegen simpelweg vaak niet op tegen de beperkte extra netto-inkomsten door wegvallende toeslagen.

Volgens het kabinet, in antwoord op onze vragen, is een hoge marginale druk nodig voor herverdeling van welvaart om minima te compenseren, maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Dat kan namelijk ook prima nadat grondig is gesnoeid in het ingewikkelde toeslagencircus in ruil voor simpelere alternatieven zoals een lagere inkomstenbelasting en een hogere vrije voet en door eenvoudige standaardtoelagen in het leven te roepen. Standaardtoelagen rieken al snel naar een basisinkomen, maar in de praktijk hebben we dat al. Alleen ziet het er niet zo uit, omdat het een complexe brij is van allerhande specifieke regelingen. We noemen het anders, maar feitelijk kent dit land al een basisinkomen. Een simpeler en rechtvaardiger belastingstelsel moet wat ons betreft de marginale druk verminderen, zorgen dat meer werken altijd loont en bijdragen aan een kleinere en doelmatigere overheid op het gebied van uitvoering en belastingwetgeving: één die minder geld rondpompt dan in het heden.

Voorzitter, dan de toekomst. Het moet anders, maar hoe dan? Het is duidelijk dat het anders moet, maar als het eenvoudig was, dan was het allang doorgevoerd. We zijn benieuwd naar de formatie en wat daar uitkomt. Maar aangezien dezelfde partijen formeren die de afgelopen jaren regeerden, verwachten we op het punt van radicale vereenvoudiging van het belasting- en toeslagenstelsel geen doorbraak.

Het vorige kabinet presenteerde in het dossier Herziening belastingstelsel in mei 2020 — ik heb het net ook al gememoreerd — de rapporten Bouwstenen voor een beter belastingstelsel met als bijlage de Fichebundel beleidsopties: een menukaart van 306 pagina's met 169 zeer gevarieerde gerechten, van simpele prak zoals de btw verhogen tot exotische amuses zoals de slachttaks en accijnzen op aggregaten. Deze overdaad aan gerechten voor een beter belastingstelsel leidt net als een volle menukaart in een restaurant tot keuzestress, terwijl de aandacht gericht zou moeten zijn op de hoofdgang: een simpel en rechtvaardig stelsel. Wanneer men er in het regeerakkoord niet uitkomt, zou het van een nieuwe bestuurscultuur en nieuw elan getuigen als de Tweede Kamer, met misschien hulp van de Eerste Kamer, zelf het heft in handen neemt en probeert om, ondanks alle politieke tegenstellingen, daadwerkelijk de komende jaren tot een doorbraak te komen, waarbij iedereen wat water bij de wijn doet en men versimpeling van het belastingstelsel lostrekt van de eigen politieke stokpaardjes.

Voorzitter. Dan kan echt wel. Er zijn partijen die vorig jaar een poging waagden. Zo lieten D66, FVD en 50PLUS vorig jaar het CPB herzieningen van het sociale zekerheids- en belastingstelsel doorrekenen. Ik kan u als ervaringsdeskundige met een van die doorrekeningen vertellen: dat is geen sinecure. De versimpelingen moeten ten eerste niet leiden tot een onoverkomelijk tekort op de rijksbegroting …

Voorzitter, even een punt van orde. Er wordt echt ontzettend veel luidkeels gepraat hiernaast. Dat stoort bij het leveren van de bijdrage.

De voorzitter:

Dan is het verzoek aan de leden om dat minder te doen. U vervolgt uw betoog.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Het is geen sinecure. De versimpelingen moeten ten eerste niet leiden tot een onoverkomelijk tekort op de rijksbegroting en ten tweede niet grote groepen Nederlanders onevenredig benadelen in hun huishoudboekje, in de koopkrachtplaatjes. De genoemde drie partijen deden zoals gezegd een poging. Zowel D66 als FVD schrapten de huurtoeslag, het kindgebonden budget, de kinderbijslag en zorgtoeslag, alsook de hypotheekrenteaftrek, en introduceerden een verzilverbare heffingskorting op huishoudniveau. FVD en 50PLUS gingen verder en vervingen ook de algemene heffingskorting en arbeidskorting ten gunste van verzilverbare heffingskortingen. FVD trok dit zelfs door naar de AOW en de bijstand. 50PLUS schrapte overigens ook de hypotheekrenteaftrek, maar liet de huurtoeslag ongemoeid; een gemiste kans. Maar 50PLUS heeft qua verzilverbare heffingskorting in die doorrekening wel een belangrijke noviteit. De berekende verzilverbare heffingskorting was bij hen namelijk niet op huishoudniveau, maar een persoonlijke korting.

De uitkomst van die doorrekening — dat mag ook gezegd worden — was tamelijk spectaculair: vereenvoudiging, maar ook de koopkracht gemiddeld 5% hoger, en zowel werkenden, gepensioneerden als uitkeringsgerechtigden gingen erop vooruit, tegen "slechts" 6,5 miljard negatieve effecten op de rijksbegroting. Staatssecretaris Van Huffelen verwijst ook naar enkele van deze doorrekeningen in haar in december 2020 gepresenteerde beleidsopties voor alternatieven voor het toeslagenstelsel.

Voorzitter. Het punt dat wij willen maken hiermee vandaag, is er een van de verbindende kerstboodschap. De ingrediënten voor een eenvoudiger en rechtvaardiger belastingstelsel liggen klaar. Het is binnen handbereik, als de schouders daar gezamenlijk onder gaan. Daarna is er nog alle ruimte voor politieke meningsverschillen, het draaien aan de belastingknoppen en het berijden van de eigen stokpaardjes. Mijn vraag aan de bewindspersonen vandaag is: hoe zien zij de vervolgstappen nu voor de vereenvoudiging van dit stelsel? Zien zij daar een belangrijke rol voor het kabinet of is er een belangrijke rol weggelegd ook juist voor de Kamer, voor de Tweede Kamer en wellicht zelfs de Eerste?

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Ik heb met buitengewoon veel aandacht geluisterd naar de heer Van der Linden. Compliment dat hij zijn huiswerk zo goed doet en alle stukken nog weer eens goed heeft doorgenomen. Ik begrijp dat hij ook eerder betrokken is geweest bij de voorbereiding van zijn eigen stuk, zeg maar. De suggestie die hij doet, Tweede en Eerste Kamer, vind ik heel boeiend. Want als de Tweede Kamer iets wil en wij niet, schieten we er ook niks mee op, of omgekeerd; dus samen. Misschien is het een idee dat zijn fractie, de D66-fractie en de 50PLUS-fractie hier in deze Eerste Kamer misschien een initiatief ontwikkelen om dat samen met de Tweede Kamer een beetje apolitiek — het klinkt wat raar voor politici, "apolitiek", maar dat bedoelt u denk ik ook — op te pakken.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ja, dat is inderdaad een van de opties. Wellicht staat het vereenvoudigen, het radicaal vereenvoudigen van het stelsel op punt één van een nieuw kabinet. Dan bespaart het ons werk. Maar het is zeker een optie om daarover in gesprek te gaan. Wat ik hiermee maar wil aangeven, is dat je eigenlijk een knip zou moeten maken in enerzijds radicale versimpeling, vereenvoudiging — dat is echt belangrijk — en anderzijds dat er nog alle ruimte is daarnaast voor iedereen om zijn eigen politieke stokpaardjes te berijden. Daar ligt, denken wij, wel een kans.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik dank de heer Van der Linden voor dit antwoord. Ik wil hem nogmaals complimenteren met het vele werk dat hij heeft gedaan. Laten we kijken hoe we dit samen kunnen oppakken.

De voorzitter:

Voordat u elkaar snikkend in de armen valt, stel ik voor dat u uw betoog vervolgt, meneer Van der Linden.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Voorzitter, het is bijna kerstmis, hè.

Wij hebben natuurlijk zelf ook wel wat wensen. Ik behandel er tot slot van mijn eerste termijn vandaag twee. Dat is enerzijds box 3 — ook al een paar keer aangehaald — en anderzijds een punt over de btw.

De box 3-regeling is al jaren een monstrum, een gedrocht. Sparen en Hollandse zuinigheid worden zwaar bestraft. Spaarders betalen doordat zij belast worden voor fictief rendement. De zuinige spaarders betalen meer belasting over hun vermogen dan dat ze erop verdienen. Bij de huidige rentestanden, mede mogelijk gemaakt door de euro en de ECB, is dit niets anders dan spaarders oneigenlijk uitkleden. De advocaat-generaal van de Hoge Raad was er duidelijk over. Hij concludeerde dat deze belasting van spaarders in strijd is met het eigendomsrecht, maar dit wordt pas in 2025 gerepareerd. Waarom duurt dit zolang, vraag ik de staatssecretaris.

Suggesties van DNB en IMF om in Nederland de zuurverdiende eigen woning in box 3 te gaan belasten, zijn al helemaal de limit en voor ons onacceptabel. Het is weer de oude riedel: meer belasting om meer overheid te betalen. Laten we dat eens omdraaien. Dan kunnen we wellicht een aantal belastingen geheel schrappen.

Dan het tweede punt, de btw. Wij willen afsluiten met een stukje laaghangend fruit, of beter gezegd: laaghangende groente en fruit. Op groente en fruit zou onzes inziens een zo laag mogelijk btw-tarief moeten gelden. Het is gezond. We eten er te weinig van, terwijl Nederland een toonaangevende wereldspeler is in de agf-sector. We zijn er meer dan goed in. Het verheugt ons dat de Europese ministers van Financiën het vorige week dan ook eens zijn geworden om lidstaten de mogelijkheid te bieden om het btw-tarief op groente en fruit op 0% te zetten. Dat is nu nog minimaal 5%. Wij zien uit naar die 0% op groente en fruit en zijn daar voorstander van. Het is nu echter al mogelijk om binnen internationaal gemaakte afspraken niet één maar twee lage btw-tarieven te hanteren als lidstaat, dus naast het 9%-tarief ook bijvoorbeeld het laagste 5%-tarief. Wij juichen zo'n extra verlaagd tarief toe, specifiek voor groente en fruit.

Het is frustrerend dat een extra tarief al jaren niet kan worden ingevoerd omdat de computer van de Belastingdienst nee zegt, omdat het IT-aangiftesysteem van de Belastingdienst dat niet aankan. Nederland moet het klimaat redden in 2030, maar krijgt een extra vakje in de btw-aangifte niet geïmplementeerd. Dat kan toch niet waar zijn? Mijn vraag aan de minister of de staatssecretaris is: hoe staat het hiermee? Is er nou opdracht gegeven om dit technisch euvel te verhelpen? Waar staan we nu? Wij overwegen op dit punt een motie samen met collega Prast van de Partij voor de Dieren.

De voorzitter:

U bent bijna klaar, denk ik?

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ja.

De voorzitter:

Maakt u het even af. Daarna geef ik de heer Van Strien alle ruimte.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Oké, voorzitter. Wij pleiten ervoor om van het verleden weer het heden te maken voor wat betreft het streven naar een kleinere overheid. Wij pleiten ervoor om de status quo van het heden te doorbreken, waar het ons veel te complexe bureaucratische belasting- en toeslagenstelsel betreft. En wij pleiten voor een toekomstscenario waarin we met zo veel mogelijk politieke partijen samenwerken aan een simpeler en rechtvaardiger belasting- en toeslagenstelsel, met uiteraard ook ruimte voor politieke meningsverschillen. Dat lijkt ons een mooi wensenlijstje voor onder de kerstboom.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Strien heeft een vraag.

De heer Van Strien i (PVV):

Ik heb de heer Van der Linden met genoegen beluisterd toen hij het had over vereenvoudiging van het belastingsysteem en de ideeën die hij daarvoor aanbrengt, maar tot mijn verbazing zei hij aan het eind van zijn betoog dat we nog een extra btw-tarief moeten invoeren. Dat kan ik even niet volgen. Dat lijkt mij volledig in strijd met het eerste deel van zijn betoog.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik begrijp die vraag wel, maar dat is natuurlijk niet zo, want de btw — één vakje met één percentage — is op zich een vrij eenvoudige maatregel. Natuurlijk kun je dat heel complex maken met de discussie wat precies in welke categorie moet, maar één vakje met 5% is in technische zin natuurlijk niet zo complex als al die toeslagen afhankelijk van allerlei inkomsten en tabelletjes. De btw is eigenlijk een vrij eenvoudige maatregel. Daarnaast stellen wij voor om die ook nog eens toe te voegen in het allerlaagste segment, dus lagere belastingen. Dat moet de heer Van Strien toch aanspreken?

De heer Van Strien (PVV):

Dat lagere tarief spreekt mij helemaal aan: 0%, fantastisch! Maar u zegt nu dat het eigenlijk niet zo moeilijk is. Dat is nou precies wat al die partijen iedere keer weer zeggen als het gaat om aanpassing van de belastingwetgeving: tariefje zus, tariefje zo. Het is allemaal heel simpel: bij elkaar maakt dat er één gigantische kluwen van.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik heb ook gevraagd aan de staatssecretaris hoe het hiermee staat. Als blijkt dat de computer nog steeds "nee" zegt en er een overtuigend verhaal komt waarom het echt onmogelijk is om dat ene vakje in de aangifte voor dat percentage op te nemen in onze stelsels, dan zullen we dat meenemen en betrekken bij onze tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de fractie van de SGP.