Plenair Otten bij behandeling (eerste termijn Kamer)



Verslag van de vergadering van 13 december 2021 (2021/2022 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Allereerst is onze fractie verheugd dat als we de rooksignalen uit het Logement mogen geloven, we in het kabinet-Rutte IV voor het eerst in lange tijd weer eens kans maken dat een econoom minister wordt op het ministerie van Financiën, wellicht in de persoon van deze staatssecretaris Vijlbrief.

Vorig jaar heb ik uitgebreid kennisgemaakt met de staatssecretaris op het ministerie, want we spraken toen over een mogelijke invoering van de BIK-regeling, een regeling waar onze fractie niet per se onwelwillend tegenover stond. De volgende anekdote wil ik u niet onthouden. Het was al meerdere mensen opgevallen dat staatssecretaris Vijlbrief en ik enige gelijkenis vertonen. Ik vergeet dan ook nooit de bijzondere ontvangst die mij ten deel viel vorig jaar op het ministerie door de beveiligingsmedewerker die zich daar bij de ingang bevond: komt u maar mee, staatssecretaris, hier is de dienstlift. Het kostte mij toch minimaal een halve minuut om de overigens allervriendelijkste beveiligingsbeambte ervan te overtuigen dat ik toch echt niet de staatssecretaris was: ik ben Otten, niet Vijlbrief. Pas toen ik mijn paspoort liet zien, geloofde hij mij. We hadden overigens toen een productieve sessie, waarin we bespraken dat de BIK wellicht zou kunnen werken als het instrument erin zou slagen om reeds geplande en voorgenomen investeringen in de tijd naar voren te kunnen halen. Het risico dat de BIK toch als EU-steun zou worden aangemerkt waarbij ondernemers mogelijkerwijs de BIK later met rente weer terug moesten betalen, bleek later toch te groot en daarom behandelen wij vandaag de wet tot intrekking van de BIK. De EU zag de BIK niet zitten en zo schoot het kabinet een bok met de BIK.

Voorzitter. De inflatie neemt de laatste maanden bijzonder snel toe. Dat wil zeggen: ons geld wordt minder waard en onze koopkracht daalt in snel tempo. De marginale verhogingen van de heffingskortingen in dit Belastingplan kunnen deze inflatiestijging bij lange na niet compenseren. En dan loopt Nederland ook nog qua inflatie uit de pas met de gemiddelde inflatie van de eurozone. Dus wij hebben geen ingewikkelde rituele CPB-doorrekening nodig om te concluderen dat dit Belastingplan resulteert in forse reële koopkrachtdaling voor heel veel Nederlanders.

Maar nu de rente nog steeds laag is, bijna nul, is dit de laatste kans voor de Nederlandse Staat om gratis geld langdurig te lenen op de kapitaalmarkt met langdurige looptijden en om over tientallen jaren met geld, dat dan veel minder waard geworden is, deze leningen weer terug te betalen. Een aanpak die wij al enige jaren propageren in deze Eerste Kamer en nu wordt steeds duidelijker dat dit een intelligente aanpak is, zeker in de gegeven situatie. Hiermee kan een belastinghervorming en versimpeling van het belastingstelsel worden gefinancierd die natuurlijk allang had moeten plaatsvinden; ook andere sprekers wezen daarop. De koopkrachtgevolgen van de hogere inflatie kunnen dan ook gecompenseerd worden voor Nederlandse huishoudens en dan met name voor de lagere en middeninkomens. Ondertussen kan dan het dure en soms ineffectieve openbaarbestuursapparaat dat elk jaar meer dan 10% van ons nationaal inkomen opsoupeert, worden gereorganiseerd en gestroomlijnd.

Voorzitter. Het is de hoogste tijd om ons bestuurlijke polderlandschap eens flink op orde te brengen en te moderniseren. Als de coronacrisis iets aangetoond heeft, dan is het wel dat deze stroperige manier van werken echt totaal achterhaald is in 2022. Dit moet nu echt anders. Ik hoef alleen maar te wijzen op de permanente polderperikelen rondom de boosterprik, waarbij de traagheid veel mensen nu wel erg begint te irriteren. Het model voor besluitvorming moet minder complex, meer transparant en met duidelijker verantwoordelijkheden: wie is waarop aanspreekbaar? Dat kan dus nu ook.

Binnen de eurozone is deze belastinghervorming te financieren door een tijdelijk hogere staatsschuld. Dit is dan ook de enige rationele strategie. Dit heb ik ook al vaker aangekaart in debatten met staatssecretaris Vijlbrief, die, zoals wij weten, ook belangrijke functies binnen de eurogroep heeft vervuld. Vorig jaar is bij de onderhandelingen over het EU-herstelplan immers duidelijk gebleken dat Nederland niet in staat is om het beleid in de eurozone naar eigen inzichten vorm te geven. Massale en langdurige transfers naar Zuid-Europa zijn nu het gevolg, evenals het aangaan van gemeenschappelijke Europese schulden, waarvoor Nederland nu impliciet garant staat met de triple A-rating. "If you can't beat them, and if you don't want to get out, then join them" wordt dan het motto.

Wat moet er dan gebeuren met de belastingen? Verhoog de algemene heffingskorting met een fors bedrag voor alle werkenden en gepensioneerden, zodat er een stevige koopkrachtimpuls komt in deze moeilijke tijden, waarbij ook nog eens de inflatie de kop opsteekt. Het nieuwe mantra van centrale bankiers is dat deze inflatie slechts van tijdelijke aard is. Dat riepen de centrale banken ook in de jaren zeventig na de sterk stijgende olieprijzen. Eerder vandaag zagen we dat de Duitse groothandelsprijzen in november met bijna 17% zijn gestegen ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Het gaat om de grootste stijging op jaarbasis sinds 1962. Dat is toch wel een zeer opmerkelijke ontwikkeling. Ook de gasprijs steeg vandaag ongeveer met 10%. Begin jaren tachtig gierde de inflatie uit de klauwen tot wel 15%. In 1980 besloot de nieuwe Amerikaanse Fed-president Paul Volcker dat het maar eens afgelopen moest zijn en hij verhoogde de federal funds rate, een belangrijke rentevoet, naar meer dan 20%. Dat leidde toen tot een flinke, wereldwijde recessie, maar in 1983 was de inflatie teruggebracht naar 3% en begon de economische boom van de jaren tachtig.

Voorzitter. Inflatie wordt vooral gedreven door inflatieverwachtingen. Als die niet verankerd zijn — of "anchored" in economisch jargon — dan loop je het risico van een loon-prijsspiraal, waardoor de inflatie zeer snel toeneemt. De prijzen stijgen, vakbonden en werknemers eisen hogere lonen ter compensatie van de stijgende prijzen, werkgevers rekenen dat weer door in hun kostprijs, waardoor de prijzen nog weer sneller stijgen, de werknemers willen weer compensatie et cetera. Onze vraag aan staatssecretaris Vijlbrief is hoe verankerd, naar zijn inschatting — hij is natuurlijk ook econoom en in de eurogroep actief geweest — die inflatieverwachtingen op dit moment zijn. Dat is toch wel een essentiële vraag, waar de fiscale strategie van Nederland op afgestemd moet worden. Als dit anker loslaat, dan kan de inflatie namelijk zeer snel toenemen.

Voorzitter. Wat dient er dan nu wel te gebeuren? Het nieuwe kabinet moet nu echt doorpakken en snel een minder complex en transparanter belastingstelsel realiseren. We hebben hier in het verleden ook al diverse moties over ingediend en we overwegen dit in tweede termijn wederom te doen. Hierbij moet ook de belastingdruk op arbeid fors worden verlaagd, zodat het weer loont om te werken en ook om méér te werken. De marginale belastingdruk — het is al veel gememoreerd vandaag — is nu veel te hoog. In de memorie van antwoord van de staatssecretaris hebben we op pagina 8 gezien dat de marginale belastingdruk voor een alleenstaande in 2022 al bij €27.000 brutoloon 89% bedraagt. Dat stimuleert natuurlijk niet bepaald tot extra inspanning en het motiveert ook niet. Daarom pleiten wij al jaren consistent voor een systeem met een veel hogere algemene heffingskorting, zoals bijvoorbeeld in Engeland. Dat is veel transparanter naar de bevolking toe, vermindert de uitvoeringscomplexiteit en resulteert in meer economische groei, zodat de schuldquote ook weer op peil blijft door de zogenaamde noemereffecten.

Ik heb het even nagekeken. In 2022 is in Engeland, Wales en Noord-Ierland de personal allowance — dus dat is de algemene heffingskorting waarover je geen belasting betaalt — 12.570 pond. Tegen de huidige koers van vandaag is dat circa €15.000. Daar betaal je dus geen belasting over. Daarboven komen dan drie schijven van 20%, 40% en 45%. Maar ze hebben ook iets bedacht om dit te corrigeren voor de hogere inkomens. Voor elke 2 pond die je boven een inkomen van 100.000 pond verdient, gaat de personal allowance van 12.570 pond met 1 pond naar beneden. Dus als je 125.000 pond verdient, dan is je hele personal allowance weer opgesoupeerd. Dat is ook heel eerlijk, fair, simpel, duidelijk en transparant. Maak het belastingstelsel dus veel simpeler en transparanter, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is en zodat het weer loont om te werken en te ondernemen. Het is ook nog eens veel beter uitvoerbaar, dus waar wachten we nog op?

Net als bij de moeizame aanpak van de coronacrisis, moeten we nu onze blik openstellen voor andere landen en kijken wat werkt en wat niet werkt, in plaats van eindeloos te polderen en de economische navelstaarderij door het Centraal Planbureau; in een stuk las ik dat de staatssecretaris het zelf ook na een halfjaar voor gezien hield bij dit instituut, omdat hij een gebrek aan druk ervaarde.

Voorzitter. Verder missen wij in dit Belastingplan een vrijstelling van erf- en schenkbelasting tot een aanzienlijk bedrag, zodat de babyboomgeneratie, die al vijftig jaar economisch de wind relatief mee heeft gehad, de opgebouwde vermogens kan doorgeven aan de volgende generatie, die de klappen van allerlei achtereenvolgende crises en onverwachte tegenslagen kan opvangen. Stimuleer de solidariteit tussen de generaties via in ieder geval een aanzienlijke verlaging van de schenk- en erfbelasting.

Voorzitter. Tot slot de toeslagenaffaire. Het kabinet-Rutte is er op 15 januari 2021 over gevallen en is nu al bijna een jaar demissionair. Op zich is dat al een dubieuze prestatie van formaat. Tijdens een eerder debat met staatssecretaris Van Huffelen over de toeslagen, op 16 november, merkte ik al op dat onze fractie sprakeloos was over het gebrek aan oplossend vermogen. Een begin van de oplossing is om in ieder geval geen toeslagen- en belastingzaken meer te laten verrichten door het in opspraak geraakte kantoor Pels Rijcken, de landsadvocaat, waar voor vele miljoenen is gefraudeerd, nota bene door de topman. De staatssecretarissen willen met dat kantoor doorgaan alsof er niets aan de hand is. In de Tweede Kamer diende het lid Omtzigt bij de behandeling van dit Belastingplan daarom een zeer korte, maar krachtige motie in waarin werd verzocht om met onmiddellijke ingang geen gebruik meer te maken van de diensten van landsadvocaat Pels Rijcken voor belasting- en toeslagenzaken.

Deze motie had brede steun, maar kwam net een paar stemmen tekort in de Tweede Kamer. Daarom dienen wij haar vandaag opnieuw in, in deze Eerste Kamer, zodat de motie in de Eerste Kamer — als dezelfde partijen net zo stemmen als in de Tweede Kamer — met behulp van onze steun wél kan worden aangenomen. De verhoudingen liggen hier immers net even anders dan in de Tweede Kamer. Volgens onze berekening zou deze motie dan 38 stemmen moeten kunnen halen. Daardoor kan de samenwerking met Pels Rijcken dan alsnog worden beëindigd.

Voorzitter. Daarom dien ik in de eerste termijn de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Otten en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Belastingdienst alleen gebruik moet maken van een advocatenkantoor dat niet besmet is door een grote fraudezaak;

verzoekt de regering voor belasting- en toeslagenzaken met onmiddellijke ingang geen gebruik meer te maken van de huidige landsadvocaat, Pels Rijcken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt letter G (35927).

De heer Otten (Fractie-Otten):

Voor de kenners: dit is letterlijk dezelfde tekst als de motie-Omtzigt in de Tweede Kamer van enige tijd terug.

De voorzitter:

Bent u daarmee aan het eind van uw inbreng?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik wilde nog zeggen dat we uitzien naar de beantwoording van onze vragen door de staatssecretaris.

De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):

Ik heb nog wel een vraag aan de heer Vijlbrief ... de heer Otten, sorry. Dat Engelse model, waarover hij net vertelde, klonk zeer interessant, met die hogere voet en dat het er weer vanaf gaat bij hogere inkomens. Ook Eerste Kamerfracties hebben toegang tot het CPB voor berekeningen van vereenvoudigingen van het socialezekerheidsstelsel. Is het wellicht een idee dat de heer Otten daarmee aan de slag gaat en dat we er volgend jaar over kunnen doorpraten met die suggestie van het Engelse model en het afschaffen van een aantal toeslagen?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik heb hier de motie 35302 van 10 december 2019, waarin precies dit wordt geadresseerd. Het Engelse model wordt er ook in genoemd, inclusief de 12.500 pond, dus €15.000. We hebben er op 16 november de motie op stuk nr. 35925, letter M over ingediend, om hier nogmaals de nadruk op te vestigen. Wij willen dit in tweede termijn wederom doen. Nu zijn wij persoonlijk niet zulke bewonderaars van eindeloze berekeningen door het Centraal Planbureau. Als ik het goed begrijp, staat het CPB ook bij het huidige regeerakkoord een beetje aan de zijlijn. In de huidige turbulente tijden, waar elke dag de gasprijzen met 10% stijgen en waar corona heerst, is zo'n berekening natuurlijk al snel achterhaald. Wij zijn altijd erin geïnteresseerd om alles door te rekenen, maar we willen vooral dat er concrete actie wordt ondernomen. Daarom hebben we al vanaf 10 december 2019, dus al meer dan twee jaar geleden, erop gehamerd via twee moties. Die eerste motie is aangenomen en die andere hebben we aangehouden. Dus ja, wij gaan het gewoon verder proberen. Ik heb uit uw betoog begrepen dat u dit ook steunt, meneer Van der Linden. Dat doet ons heel erg goed. We hopen dan ook dat we samen met zo veel mogelijk partijen deze goede plannen kunnen realiseren.

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

De heer Otten maakt zich er wel een beetje gemakkelijk van af. Het is een motie voor het kabinet, maar dat gaat het ook weer laten berekenen. De motie wordt dus uitgevoerd door het CPB. Eigenlijk is mijn oproep: neem het heft in eigen hand en schakel het bureau zelf in. Dan kunt u het zelf volgen en kunt u er zelf aan sleutelen. Dan kunnen we als Kamer het heft in eigen hand nemen en laten zien dat er alternatieven zijn. Dat is eigenlijk mijn oproep.

De heer Otten (Fractie-Otten):

In tegenstelling tot de heer Van der Linden kunnen wij onze eigen berekeningen doen. We gaan ons niet afhankelijk maken van het Centraal Planbureau. De staatssecretaris heeft er korte tijd gewerkt en die kwam ook snel tot de conclusie dat hij weer iets anders ging doen. Dat begrijp ik wel. Er is niks mis met het Centraal Planbureau, maar zoals de heer Van der Linden misschien weet, worden heel veel onderzoeken bij het CPB ingekaderd. Er worden allerlei beperkingen aan gesteld, terwijl je gewoon out of the box moet gaan denken. Daar vinden wij de CPB-route niet de aangewezen weg voor.

De voorzitter:

Wenst een van de leden nog het woord in eerste termijn? Dat is niet het geval. Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van de Kamer.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Morgenochtend zal de beraadslaging worden voortgezet met het antwoord van de regering in eerste termijn. In tegenstelling tot wat vandaag eerder werd gezegd, is dat na het debat over het wetsvoorstel Verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen. Dat debat vindt dus niet vandaag plaats, maar morgenochtend.

Ik schors de vergadering en wens u allen wel thuis.