Plenair Ton van Kesteren bij behandeling Afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal



Verslag van de vergadering van 9 november 2021 (2021/2022 nr. 5)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.08 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Onderwijs is lesgeven. De rest is bijzaak. Het doel van het lerarenregister was om leraren meer ruimte en verantwoordelijkheid te geven en hun beroep sterker te maken. Door het lerarenregister zouden docenten meer ruimte krijgen om hun eigen ontwikkeling vorm te geven, waardoor de kwaliteit van het onderwijs zou verbeteren. Ook zou het lerarenregister door de beroepsgroep zelf zijn ontworpen. Maar niets daarvan is gerealiseerd.

Het lerarenregister is voornamelijk van bovenaf opgelegd en niet ontworpen door de beroepsgroep zelf. In de totstandkoming van het lerarenregister blijken overheid en reguliere bonden namelijk allesbepalend te zijn geweest. Enerzijds wordt met het lerarenregister gestreefd naar meer zeggenschap voor leraren en bescherming van het beroep en anderzijds blijkt er nog maar weinig bereikt, mede omdat er sprake is van een voortdurende afbrokkeling van de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van het onderwijspersoneel. Buiten dat is de werkdruk alleen maar hoger geworden door grote klassen en minder tijd voor lesvoorbereiding. De onderwijsbonden zijn sterk gepolitiseerd en allesbehalve neutraal, en zijn allang niet meer bezig met de werkelijke problemen in het onderwijs. De leraar die met plezier voor de klas staat en alle tijd en energie aan zijn leerlingen besteedt, en misschien wel om die reden niet genoeg punten heeft behaald, is slecht af met het lerarenregister.

Voorzitter. Daarom moet men terug naar de tekentafel met als doel om te komen tot een gedragen lerarenregister. Daarbij is het raadplegen van leraren en hun vertegenwoordigers natuurlijk een noodzaak.

Voorzitter. Ik wil daarbij graag een aantal vertegenwoordigers van leraren onder de aandacht brengen die niet of nauwelijks zijn betrokken bij de totstandkoming van het onderwijsbeleid en het lerarenregister in het bijzonder. Dat zijn respectievelijk PO in actie, Leraren in actie en Beter Onderwijs Nederland. PO in actie, Leraren in Actie en BON (Beter Onderwijs Nederland) zijn initiatieven van, voor en door leraren die zich tegen de versteende macht van bestuurders, consultants en adviseurs in het onderwijs keren omdat die voor een groot deel het onderwijs inhoudelijk zijn gaan bepalen. Genoemde belangengroepen hebben veel voeling en communicatie met het werkveld en hebben goede ideeën over de onderwijspraktijk, zowel onderwijsinhoudelijk alsook rechtspositioneel. Overeenstemming met het onderwijsveld wordt in de regel bereikt met de reguliere beroepsvertegenwoordigers van belangenorganisaties, maar die staan steeds verder af van de eigen achterban. Dat is ook de reden dat initiatieven vanuit het werkveld worden gestart zoals PO in actie, Leraren in Actie en BON. Het streven om goed gekwalificeerde leraren voor de klas te krijgen, zit niet in het aantal cursussen dat een leraar heeft gevolgd. Dat zijn ook de bezieling en inzet voor de klas, de aandacht voor de leerlingen. De professionele behoeften van de individuele leraar dienen weer centraal te staan. Maak rekenen en Nederlandse taal weer prominent. Het bijbrengen van basiskennis en basisvaardigheden moeten opnieuw de kerntaak van de leraar worden, met directe instructie omdat deze werkwijze veel meer effectieve leertijd oplevert.

Voorzitter. Dit pleidooi voor de positie van de leraar voor de klas en de echte vertegenwoordigers van het onderwijsveld houd ik met de bedoeling om het echte onderwijsveld veel meer te betrekken bij het onderwijsbeleid en bij wetsvoorstellen. De toegezegde 8,5 miljard voor het onderwijs is lucratief voor de vele consultants, adviseurs en onderwijsvernieuwers die zelf nooit voor de klas hebben gestaan. De leraar voor de klas wordt door de regering en de coalitiepartijen al jaren als sluitpost gezien.

Voorzitter. Ik zou willen afsluiten met een vraag aan de minister. Is de minister bereid, dan wel een toezegging te doen, om PO in actie, Leraren in Actie en Beter Onderwijs Nederland, die dicht bij de leraar voor de klas staan, veel meer te betrekken bij de ontwikkeling van onderwijsbeleid en de totstandkoming van wetsvoorstellen? Graag zou ik daar een antwoord op willen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kesteren. Dan is nu het woord aan mevrouw De Blécourt-Wouterse namens de fractie van de VVD.