Plenair Oomen-Ruijten bij behandeling Betaald ouderschapsverlof



Verslag van de vergadering van 5 oktober 2021 (2021/2022 nr. 2)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.36 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):

Voorzitter. In antwoord op de minister, die ik dank voor zijn antwoorden, zeg ik dat bij ons het glas ook altijd halfvol is. Dat betekent dus dat wij hoe dan ook voor deze wetgeving zullen stemmen. Ik heb wel nog wat zorgen, waar ik de minister deelgenoot van wil maken.

Eén zorg, die ik ook in eerste termijn heb genoemd, is of we de richtlijn correct uitvoeren. De minister heeft gewezen op artikel 3 van de richtlijn. Ik heb het nog eens nagekeken, maar er in die richtlijn staat ook, bij overweging 31, dat het ook voor de meestverdienende mogelijk moet zijn om dat verlof op te nemen. Ik vraag me af of we dat wel precies doen.

Dan, voorzitter, de consequenties voor de laagste inkomens. Die vind ik toch erg naar.

Ik dank de minister voor zijn opmerking over stroomlijning in de toekomst van alle verlofregelingen. Ik denk dat dat goed is.

Over Europa heeft de minister gezegd dat wij moeten voorkomen dat er Europese koppen gezet worden op wetgeving die vanuit Europa komt. Ik bedoel natuurlijk richtlijnen die vanuit Europa komen, want bij verordeningen kan dat niet. Dat klopt en daar ben ik het helemaal mee eens, maar ik heb nog geen enkele sociale richtlijn gezien waar Nederland een Europese kop op gezet heeft. Ik heb ze niet gezien, maar de minister heeft er misschien nog een.

Ik vond uw uitleg over de gelekaartprocedure — als je als Nederland de gele kaart uitreikt, sta je afzijdig — een hele aardige. Ik dacht: goh, ik word gehoord.

Dan het minimumloon. Er is één argument dat ik daar nog bij zou kunnen noemen. Kijk, wij hebben ook in Nederland belang bij een richtlijn over het minimumloon. Waarom zeg ik dat? Omdat er ook veel arbeid over de grenzen heen gedaan wordt. We hebben het altijd over een level playing field en ik denk dat de minister dat ook nog had kunnen noemen.

Voorzitter, dat is zo ongeveer wat ik zou willen zeggen. Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw De Blécourt-Wouterse namens de fractie van de VVD.