Plenair Nanninga bij behandeling Behandeling



Verslag van de vergadering van 8 september 2021 (2020/2021 nr. 93)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 13.41 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Dank, voorzitter. Dank aan de minister voor de beantwoording in eerste termijn. Ik kreeg in de eerste termijn wel af en toe de indruk dat de minister een beetje van de hak op de tak sprong in sommige uitingen over de ontwikkeling van maatregelen en de bestrijding van de epidemie. Op het ene moment zitten we absoluut nog in de epidemie en wie dat durft te ontkennen, heeft het allemaal niet op een rijtje. Maar de minister zegt vervolgens zelf dat we inmiddels in de overgangsfase zitten. Op die punten gaat hij ook door, dus het blijft toch echt onduidelijk in welke richting we gaan, ook wat de toekomstige maatregelen betreft.

Voorzitter. In de eerste termijn stelde de minister ook dat we het hele alfabet aan varianten nog kunnen verwachten, alfa, delta, et cetera. Voordat we straks bij epsilon en zèta, et cetera, zijn, wil ik toch van de minister weten wat de toekomst brengt. Dat weten we natuurlijk nog niet precies, maar als de minister zijn eigen beleid, zijn eigen strategie en ook zijn eigen vaccinatiestrategie echt serieus neemt, hoeft dit ook geen probleem te zijn, omdat de samenleving daarmee voldoende beschermd zou moeten zijn, in ieder geval op termijn. Maar in plaats daarvan preludeert de minister op steeds weer een verlenging van de maatregelen. Nu worden er zelfs zaken vastgelegd in de Wpg, met telkens ook weer andere indicatoren. Ik wil de heer Van Hattem vragen of hij in de gaten heeft dat een pandemie een wereldwijde aangelegenheid is. U doet net alsof wij een eiland zijn. Als hier iedereen gevaccineerd is en wij allemaal binnenblijven, zouden we op die manier de pandemie kunnen beheersen. Ik weet dat uw partij er niet voor is dat mensen hiernaartoe komen, maar dat betekent dat wij ook nergens meer naartoe kunnen en allemaal binnen moeten blijven. Maar dat is niet de werkelijkheid, meneer Van Hattem. U vraagt allerlei dingen. Waar gaat het naartoe? Waar gaat het heen? Ik weet niet, hoor, maar heeft u het virus in de hand? Ik in ieder geval niet, en deze minister denk ik ook niet.

De heer Arbouw i (VVD):

oorzitter. In de eerste termijn stelde de minister ook dat we het hele alfabet aan varianten nog kunnen verwachten, alfa, delta, et cetera. Voordat we straks bij epsilon en zèta, et cetera, zijn, wil ik toch van de minister weten wat de toekomst brengt. Dat weten we natuurlijk nog niet precies, maar als de minister zijn eigen beleid, zijn eigen strategie en ook zijn eigen vaccinatiestrategie echt serieus neemt, hoeft dit ook geen probleem te zijn, omdat de samenleving daarmee voldoende beschermd zou moeten zijn, in ieder geval op termijn. Maar in plaats daarvan preludeert de minister op steeds weer een verlenging van de maatregelen. Nu worden er zelfs zaken vastgelegd in de Wpg, met telkens ook weer andere indicatoren.

De voorzitter:

Dat is een vraag.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Daar kan ik wel antwoord op geven. Ik beschrijf de vaccinatiestrategie van de minister. Die zet juist in op die hoge vaccinatiegraad. Dat zou de uitweg moeten zijn uit de crisis. Zo wordt het vanuit het kabinet in ieder geval neergelegd. Ik ben het met u eens dat het natuurlijk van heel veel factoren afhangt. Maar daarom moeten we wel in eigen land kijken waar het daadwerkelijk om gaat, hoe groot de ernst van de crisis is. Daarom heb ik vorig jaar al die motie ingediend over die indicatoren. Dan kun je dus kijken naar de ziekenhuisopnames. In de Tweede Kamer is ook een motie aangenomen waarin duidelijk is gezegd dat het aantal ziekenhuisopnames de leidende indicator moet zijn om dat te kunnen bepalen. Maar we merken nu dat het steeds weer op andere gronden gebaseerd wordt waarom maatregelen van kracht moeten blijven. Dat zijn ernstige, vrijheidsbeperkende maatregelen. Daarvoor moet er wel een juridische grondslag zijn. Als het op de manier gebeurt die mevrouw De Bruijn noemt, kunnen we zo'n beetje voor eeuwig in die maatregelen blijven hangen.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw De Bruijn, een korte vraag nog?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ja, dat klopt helaas, omdat we met zo veel onzekere factoren te maken hebben dat het eigenlijk niet in indicatoren is uit te zetten. U kunt wel een rekenkundige benadering willen van de crisis, maar ik denk dat dat niet de werkelijkheid is. Mijn vraag is dus iedere keer: waar bent u naar op zoek? Waar wilt u naartoe? Denkt u nu echt dat we, als alles in cijfers is uitgedrukt, daarmee de crisis kunnen beheersen? Dat was ook het punt waar ik gebleven was. Door met steeds andere indicatoren steeds weer een andere richting te geven, met nieuwe varianten die nog niet eens bekend zijn maar mogelijk ooit zullen opduiken, is het geen dansen met Janssen, zoals de minister het noemt, maar de tango met Hugo, een dans die met steeds nieuwe maatregelen maar niet losgelaten wordt en de Nederlandse samenleving in z'n greep blijft houden, met alle gevolgen van dien. Kortom, op basis van welke concrete indicatoren denkt het kabinet echt te kunnen stoppen met de vrijheidsbeperkende maatregelen? Op basis van welke indicator kunnen we het wetsvoorstel straks effectueren en de goedkeuringswet inzetten om de maatregelen weg te stemmen? Dan kan het kabinet zeggen "goed, dan is het hiermee klaar" en krijgen we niet opnieuw een pakket aan maatregelen over de schutting geworpen.

De heer Rietkerk i (CDA):

In ieder geval niet die vrijheidsbeperkende maatregelen, want die zijn ook nooit echt effectief bewezen gebleken. Van de 1,5 meter buiten, het op bepaalde tijden sluiten van terrassen en dergelijke is allemaal onduidelijk of het enig effect heeft gehad, laat staan die vermaledijde avondklok. Maar we moeten in ieder geval investeren in de zorg, zorgen dat de zorg op peil is. Als er dan een crisis komt — dat kan ook een andere ziekte zijn of een ramp waardoor we getroffen worden — moet er in ieder geval geen tekort zijn aan bedden in de zorg of aan ic-capaciteit, want dat is de reden geweest dat …

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Prins, een korte vervolgvraag.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ik heb nog wel een vraag, meneer de voorzitter. Als de maatregelen niet gewerkt zouden hebben … We constateren dat de afgelopen tijd in een korte periode de maatregelen zijn losgelaten. De besmettingen schieten nu omhoog, iets waar we allemaal zorgen over hebben. Dat is dan toch een bewijs dat de maatregelen werken? Waarom komen we anders tot deze besmettingen? Dit is eigenlijk een soort van … Ik zou het bijna cognitieve dissonantie willen noemen. Men wil gewoon die besmettingen zien als de leidraad om de crisis te bestendigen. Maar die besmettingen zijn natuurlijk van heel veel factoren afhankelijk, zoals het aantal mensen dat zich laat testen, de specifieke groepen die getest worden. Ik zei al dat het aantal niet altijd de beste indicator is om te zeggen dat er een groot probleem is. Het gaat nu echt om de druk op de zorg en het aantal ziekenhuisopnames. Het aantal ziekenhuisopnames is op dit moment stabiel laag. Het aantal ic-opnames daalt zelfs. Het aantal besmettingen wil niet altijd iets zeggen, dus daar zit gewoon een heel verkeerde interpretatie in. Je moet dus niet collectief achter dat beeld aan blijven lopen dat het aantal besmettingen het probleem is. Nee, je moet dat afpellen tot het niveau waarop duidelijk is wat het probleem is, …