Plenair Otten bij behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 12 juli 2021 (2020/2021 nr. 45)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.23 uur


De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Onze fractie heeft vorig jaar tegen de tijdelijke covidwet gestemd, omdat deze disproportioneel is en een te grote inbreuk maakt op grondrechten. Wij zullen dan ook tegen verlenging van deze wet stemmen. Zoals bekend is de motie-Janssen voor een grotere rol van de Eerste Kamer door ons medeondertekend. Bepalende zeggenschap voor de Eerste Kamer bij verlenging van de tijdelijke wet is voor onze fractie cruciaal. Wel hebben wij de vraag aan de regering waarom de advisering van de Raad van State "zinledig" zou zijn, zoals de minister verklaarde.

Mevrouw De Boer i (GroenLinks):

Even heel kort, want ik was een beetje getriggerd door de opmerking van de heer Otten dat hij tegen de verlenging van deze wet gaat stemmen. Volgens mij is het juist de crux dat wij dat nog niet kunnen. Ik vroeg mij dus af wanneer hij dat gaat doen.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Wij hebben in oktober tegen deze wet gestemd. Wij hebben ook tegen uw motie gestemd, mevrouw De Boer. Ik heb daar een stemverklaring over afgegeven. Wij zijn wel mede-initiator van de motie-Janssen voor een sterkere rol van de Eerste Kamer, maar wij vonden de motie-De Boer voor de uitvoering daarvan te halfslachtig. Daarom hebben wij daar toen niet voor gestemd. Zoals ik vorig jaar oktober heb gezegd: een Eerste Kamer die niet voor zijn eigen rechten kan opkomen, verliest zijn bestaansrecht. Wat ons betreft kan die rol van de Eerste Kamer niet stevig genoeg zijn.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Dat begrijp ik, maar dat is geen antwoord op mijn vraag. U zei net: wij gaan tegen de verlenging van de wet stemmen. Wat bedoelde u daarmee?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Mocht deze wet op een gegeven moment weer verder verlengd worden, dan zullen wij ons oorspronkelijke standpunt van vorig jaar handhaven, omdat we de wet nog steeds disproportioneel vinden. Mocht dat aan de orde zijn, natuurlijk.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Ja, want dat is voorlopig niet aan de orde. Ik denk dat dat pas aan de orde is als de nu voorliggende wet wordt aangenomen en we in september gaan stemmen. Daar heeft u het dus over.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat klopt. Ik loop dus een beetje op de zaken vooruit. Maar de rol van de Eerste Kamer zullen wij ook naar aanleiding van dit debat evalueren en daarbij zullen we kijken hoe we daartegenover staan.

Voorzitter, ik vervolg mijn betoog. Na bijna anderhalf jaar corona zijn we weer terug bij af: "Ga terug naar start. U ontvangt geen bonus voor een goede aanpak van de coronapandemie." Door het structurele onvermogen van dit kabinet van historici, onderwijzers en andere alfa's om met een vooruitziende blik te handelen zitten we nu in no time weer met het snelst groeiende aantal coronabesmettingen ter wereld. Een prestatie van formaat! Dat krijg je als je een stel hobbypiloten in de cockpit hebt zitten die vooral geobsedeerd zijn door beeldvorming, oneliners en spin.

Voorzitter. Teun van de Keuken schreef vanochtend zeer treffend in de Volkskrant en ik citeer: "Ach, Hugo. Je zou nog medelijden met 'm krijgen als hij niet zo verschrikkelijk betweterig was, zo'n leraar die alles wil uitleggen aan zijn zwakbegaafde klas." Rake woorden! Incompetentie als businessmodel. En als het fout gaat, zeg je gewoon even snel "sorry" tegen de Nederlandse bevolking. Zo wordt Nederland bestuurd de laatste jaren. De Nederlandse bevolking wil heel graag betere mensen in de regering, maar het lukt de politiek maar niet om dit te realiseren. De broodnodige modernisering en professionalisering blijven steeds maar uit. De middelmaat rules in Nederland. Dat heeft het coronavirus wel pijnlijk aan het licht gebracht.

We hadden de coronacrisis natuurlijk kunnen en moeten gebruiken om het overwoekerde bestuurlijke polderlandschap eens goed aan te schoffelen en het vele bestuurlijke onkruid te wieden en het bestuur te stroomlijnen en klaar te maken voor de eenentwintigste eeuw. Maar die kans is niet benut, waarschijnlijk omdat deze bewindslieden zelf niet eens doorhadden wat daarvoor nodig is. Ze vinden namelijk dat ze het zelf voortreffelijk doen.

Vele malen heeft onze fractie inhoudelijk de vinger op de zere plek proberen te leggen: de falende communicatie met de bevolking, de bedenkingen bij de coronamelderapp, de tijdelijke wet corona, de rol van deze Eerste Kamer daarbij, het voorzienbare testwetfiasco van 700 miljoen, het falende IT-systeem rond de prikregistratie en ga zo maar door. Dit kabinet vaart te veel op de theoretische modellen van het RIVM en mist vaak de sociologische aspecten, die blijkbaar niet in het model van Jacco van het RIVM zitten, zoals jongeren die QR-testen met elkaar gaan delen, disco-eigenaren die een oogje dichtknijpen bij de toegangscontrole en mensen die de coronamaatregelen vooral zien als een gezelschapsspel met als doel de coronamaatregelen zo handig mogelijk te omzeilen. Wellicht komt dit ook doordat de minister-president zelf geen kinderen heeft en zich misschien niet goed kan verplaatsen in de hedendaagse Nederlandse jeugd, die behoorlijk veranderd is, ...

De voorzitter:

Meneer Otten! Mag ik u vragen om de minister niet op zijn privésituatie aan te spreken? De minister is hier in zijn capaciteit van minister en niet als privépersoon. Zijn familie en kinderen horen ook niet thuis in dit debat. Heel graag. En dat geldt ook voor de minister-president.

De heer Otten (Fractie-Otten):

... want bij de Nederlandse jeugd zijn er zeer grote veranderingen opgetreden de afgelopen anderhalf jaar. Dat kan ik de minister verzekeren en de minister-president ook. De zogenaamde "Demob Happy"-sfeer, zeer passende woorden die de heer Boris Johnson vorige week gebruikte, waarde begin juli in het land rond, met name onder de jeugd, en dat was blijkbaar niet ingecalculeerd in de modellen. Tienduizenden jongeren zijn besmet en in dit tempo lopen volgens de epidemiologen zo'n duizend jongeren per dag long covid op.

Voorzitter. Met de timing van het sorry zeggen is het kabinet helaas een stuk bedrevener dan met de timing van de coronamaatregelen. Maar de coalitiepartijen in deze Kamer denken of niet na, of snappen niet wat ze aan het doen zijn, of zijn zo cynisch dat ze het gewoon niet boeit wat er gebeurt. Als het fout gaat, dan zeg je toch gewoon sorry?

Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):

Meneer Otten zegt eigenlijk een beetje badinerend: tienduizenden jongeren lopen covid op. Daar geeft u impliciet, als ik tenminste uw verhaal goed volg, de regering de schuld van.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ja, klopt.

Mevrouw De Bruijn-Wezeman (VVD):

Ik wil de jongeren niet de schuld geven, hoor; laat ik daar heel duidelijk over zijn. Maar u bent ook geen voorstander van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19, dus u wilt eigenlijk helemaal geen maatregelen. Als wij de jongeren anderhalf jaar gewoon de dingen zouden laten doen die ze leuk vinden, dan waren die tienduizenden jongeren al veel eerder besmet geweest als uw beleid gevoerd was. Dus hoezo gaat u het beter doen dan deze regering?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik denk dat je best wetgeving had kunnen maken die niet zo ver ging als deze tijdelijke wet. Vorig jaar zomer werden de discotheken ook gesloten tot 1 september, dus daar was die tijdelijke wet toen helemaal niet voor nodig. Het punt is ook dat de communicatie naar de bevolking niet eerlijk en niet transparant is. De afgelopen persconferentie is helemaal verkeerd gevallen. Ik hoor nu ook alleen maar mensen in het land die zeggen: ik kan niet eens meer kijken naar die heren; ik ben er helemaal klaar mee. Ik denk dat mensen niet moeten onderschatten hoe erg het wantrouwen nu is na deze persconferentie. Ik denk dat met minder vergaande wetgeving, die minder inbreuk op de grondrechten had gemaakt, hetzelfde resultaat ook had kunnen worden bewerkstelligd, als je de bevolking kan overtuigen van het nut van de maatregelen. Dat is nu duidelijk niet gebeurd. Sterker nog, alles is à la minute vrijgegeven. Ja, dan moet je niet raar staan te kijken als jongeren die anderhalf jaar binnen hebben gezeten, daar dan helemaal losgaan. Dat is gebeurd. Ik kan u vertellen, mevrouw De Bruijn: ik woon in Amsterdam en begin vorige week was half jong Amsterdam ziek. Iedereen zat thuis te proesten. Je ziet het nu in de cijfers. Dat is allemaal gebeurd in de week voor vorige week. Toen is iedereen de disco's ingedoken. Dat is veel te snel gegaan.

Mevrouw De Bruijn-Wezeman (VVD):

Het is heel erg dat er zo veel jongeren ziek waren, maar dat komt juist omdat er regels losgelaten zijn waarvan u zegt dat ze nooit getroffen hadden moeten worden. Ik hoor u dit nu al anderhalf jaar roepen, maar ik heb nog geen enkel voorstel van u gehoord voor een regel waarvan u vindt dat die inderdaad minder de grondrechten zou aantasten, maar die dan vervolgens toch zou zorgen dat mensen niet besmet zouden worden.

De voorzitter:

Dus uw vraag is?

Mevrouw De Bruijn-Wezeman (VVD):

Komt u nou eens een keer met een voorstel.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik zeg tegen mevrouw De Bruijn via de voorzitter dat je de juiste maatregel op het juiste moment moet nemen. Dat gebeurt steeds niet. Men zit in de achteruitkijkspiegel te kijken: als de besmettingen stijgen, dan moeten we wat doen. Maar men voorziet dus blijkbaar niet dat als je de tanker wil sturen, je 20 kilometer eerder de bocht moet gaan nemen. Je moet voor de kleiduiven schieten, om het maar zo te zeggen, of voor de hazen schieten. Dat gebeurt telkens niet. Men fietst elke keer achter de feiten aan. Daardoor is ook dat wantrouwen bij de bevolking ontstaan. Dat staat niet los van die wet.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw De Bruijn.

Mevrouw De Bruijn-Wezeman (VVD):

Dat staat wel los van de wet, want tot nu toe heeft u geen enkele maatregel gesteund. U zegt: je moet op het juiste moment de juiste maatregelen nemen.

Voorzitter. Ik constateer dat meneer Otten zelf geen enkele maatregel weet te noemen.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Daar wil ik op reageren. We hebben wel degelijk een maatregel gesteund. Daar hebben we ook heel veel kritiek op ontvangen. Dat was de avondklok. Ik durf wel te zeggen — dat is geen populair standpunt; ik ben zelf vader van twee jonge kinderen — dat dat een van de maatregelen is die het best gewerkt heeft om wat er nu gebeurt te voorkomen. Dat wij geen enkele maatregel gesteund hebben, is nonsens. Wij hebben de avondklok begin dit jaar wel degelijk gesteund, omdat wij dachten dat die echt nodig was. Ik denk dat het effect daarvan ook behoorlijk groot was, ook al was hij niet populair. Je ziet nu wat er gebeurt als je disco's van 0.00 uur tot 4.00 uur 's nachts opengooit. Dan heb je dus wat je nu meemaakt. Je had the hammer and the dance. Nou, dit is the hammer and the trampoline. Het gaat nu nergens in de wereld zo hard omhoog als in Nederland.

De voorzitter:

Meneer Otten, u vervolgt uw betoog, nadat meneer Karakus u heeft geïnterrumpeerd.

De heer Karakus i (PvdA):

Ik heb toch een vraag. U heeft nu de kans om de minister een aantal maatregelen mee te geven. Welke maatregelen zouden op advies van u aan de minister morgen ingevoerd moeten worden?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Daar kom ik zo op. Daar hebben wij specifieke ideeën over. Die zal ik u nu vertellen.

De voorzitter:

Dan zet ik de klok weer aan.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat is goed, voorzitter. Ik kom op het antwoord op de vraag van de heer Karakus. Zoals gezegd is deze te snelle en te royale versoepeling wat ons betreft de zoveelste inschattingsfout van deze minister. Dat is wat ons betreft echt een brug te ver. Binnen een week zijn tienduizenden jongeren besmet met het coronavirus door de falende dansen-met-Janssenaanpak van deze minister, terwijl 700 miljoen euro uitgegeven is aan een ondoordachte testwet, die, zo wisten we al bij voorbaat, nooit ging werken. Dat kwam boven op de uitgave van 5 miljard die deze minister volgens de Algemene Rekenkamer niet kan verantwoorden bij zijn departement.

Ik kom op uw punt, meneer Karakus. Wat onze fractie betreft is de maat nu dan ook vol met deze minister. Daarom dienen wij de volgende motie van afkeuring in, die ik nu zal voorlezen.

De voorzitter:

Door de leden Otten en De Vries wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister van VWS herhaaldelijk niet in staat is gebleken de coronapandemie adequaat en op proactieve wijze onder controle te krijgen;

constaterende dat in Nederland binnen zeer korte tijd vele tienduizenden jongeren besmet zijn geraakt met het coronavirus als gevolg van aantoonbaar verkeerde beleidskeuzes door de minister van VWS;

spreekt hierover haar afkeuring uit;

roept het kabinet op om te bewerkstelligen dat de minister zo spoedig mogelijk wordt vervangen door een meer competent ter zake kundige bewindspersoon om de coronacrisis onder controle te krijgen en het vertrouwen tussen regering en de Nederlandse bevolking te herstellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt de letters BV (35526, 35874).

Dank u wel, meneer Otten. Wordt de indiening van de motie voldoende ondersteund? Ik kijk even hoeveel handen ik zie. Dat zijn er in ieder geval drie aan deze kant.

De heer Otten (Fractie-Otten):

En die van mijzelf.

De voorzitter:

Dan hebben we vier en vijf. Dan maakt de motie deel uit van de beraadslaging, onder 35526, 35874, letters BV.

Dan ga ik nu weer naar meneer Karakus.

De heer Karakus (PvdA):

Ik denk dat u begrijpt dat het geen antwoord was op de vraag. U heeft geen enkele maatregel genoemd. Een maatregel zou kunnen zijn dat u zegt: ik vind het een goed idee van de PvdA dat de regering meer internationale solidariteit toont en meer vaccins beschikbaar stelt. Dat is een goede maatregel. Zo zou u een aantal maatregelen kunnen opsommen. Ik ben echt oprecht benieuwd, even los van uw motie, want dat is een duiding, welke maatregelen u voorstelt.

De heer Otten (Fractie-Otten):

We kunnen wel internationaal vaccins gaan delen — daar ben ik helemaal niet tegen — maar dat helpt het probleem van de besmetting van de jeugd in Nederland natuurlijk niet. Onze belangrijkste maatregel is een andere minister. Daarom hebben we net deze motie ingediend. De hele aanpak moet op de schop. Ik denk dat het vertrouwen in deze minister zwaar beschadigd is. Dat was al aan het eroderen, maar dat is na die persconferentie echt gewoon gebeurd. Wat ons betreft begint de oplossing met een andere minister.

De heer Karakus (PvdA):

Volgens mij is het helder dat er in ieder geval steun is voor het internationaal beschikbaar stellen van meer vaccins. Daar ben ik blij om. Er worden verder geen maatregelen opgesomd door meneer Otten. Ik had dat verwacht, maar ik vind het wel jammer. U hebt wel kritiek, en dat mag, maar aan de andere kant mag u ook wat advies meegeven, zo van: beste minister, ik zou, als ik u was, deze maatregelen nemen. Dat mis ik in uw pleidooi, en dat vind ik jammer.

Mevrouw Prins i (CDA):

Daar zou ik graag even op aan willen sluiten. Ik ben toch wel heel benieuwd welke maatregelen u wilt nemen om te doen wat volgens u beter is dan nu het geval is.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dat is in ieder geval ervoor zorgen dat als eerste het vertrouwen in het beleid wordt hersteld bij de bevolking. Dat zie ik in de huidige setting niet zo snel gebeuren. Daar zou je mee moeten beginnen. Dat gaat niet met een simpel "sorry". Daar zal meer voor nodig zijn. Er is aanstaande woensdag ook nog een Tweede Kamerdebat in deze zaal. Daar zal ook nog wel het een en ander te berde worden gebracht. Maar wat ons betreft begint herstel van vertrouwen — dat is volgens mij de titel van het regeerakkoord, waar uw partij aan deelneemt, mevrouw Prins — met een andere minister.

Mevrouw Prins (CDA):

Welke maatregelen zou u een andere minister adviseren? Het gaat uiteindelijk niet om de persoon, niet om de minister. Het gaat om de maatregelen. U heeft problemen met de maatregelen. Voor mij is de vraag: welke maatregelen had u anders willen doen en wilt u nu anders gaan doen vanaf morgen?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik ben de minister niet, maar het gaat met name om de timing. Daar gaat het steeds fout. We moeten elke keer achter de feiten aan hollen. Daardoor komen we nu weer in de problemen. Dat is een terugkerend probleem. Dat heb ik hier al vele maanden bij allerlei wetsvoorstellen aangekaart. Dat komt blijkbaar doordat er onvoldoende inzicht is in het intuïtieve. Als je bijvoorbeeld een prik krijgt van Janssen, duurt het twee weken voordat die prik werkt. Dan moet je niet zeggen ... Ik ken mensen genoeg die nu ziek zijn en die een dag nadat ze een positieve testuitleg kregen, de uitnodiging voor de prik in de bus kregen. De timing van de maatregelen is gewoon niet goed.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Prins.

Mevrouw Prins (CDA):

Ik kan me voorstellen dat u vindt dat de timing niet goed is. Dat zou soms kunnen, soms niet. Aan de andere kant zijn er nog steeds heel veel maatregelen die u niet heeft gesteund en waarvan je kan zeggen "beter laat dan nooit". Toch heeft u dat niet gedaan. Ik ben heel erg benieuwd welke maatregelen u vanaf morgen zou willen doen. Dus niet alleen de timing — dat probleem staat al — maar welke maatregelen?

De voorzitter:

Tot slot, meneer Otten.

De heer Otten (Fractie-Otten):

In ieder geval had ik die verruiming nooit zo snel gedaan. Dat is helemaal uit de klauwen gelopen en dat is nu ook teruggedraaid. Om een voorbeeld te geven: die persconferentie wordt pas vrijdagavond om 19.00 uur gehouden. Dat kan je natuurlijk ook eerder doen. Die nacht gaat het nog niet in en we wachten weer een dagje. Zo maak je het probleem steeds groter. Het is elke keer te laat of te vroeg. De verruiming was te vroeg. Je moet dus iemand hebben die dat beter kan doorzien. Zoals al eerder door andere sprekers is gememoreerd: als je die prik hebt gekregen, wil dat niet zeggen dat die prik meteen werkt. Dat duurt een aantal weken of je moet zelfs nog een tweede prik hebben. Je kan als minister toch bevatten dat je niet kan zeggen: neem een prik en je mag naar de disco?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prins. Meneer Otten, vervolg uw betoog.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Voorzitter, ik was eigenlijk aan het einde van mijn betoog aanbeland. Dit was wat ons betreft de oplossing die voor de korte termijn noodzakelijk is. Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Dan geef ik het woord aan de heer Raven namens de Onafhankelijke Senaatsfractie.