Plenair Nanninga bij voortzetting behandeling Coronatoegangsbewijzen / Quarantaineplicht voor inreizigers / Maatregelen COVID-19



Verslag van de vergadering van 25 mei 2021 (2020/2021 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.06 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Nanninga i (Fractie-Nanninga):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst namens de fractie van JA21 natuurlijk de felicitaties aan de heren Keunen en Karakus voor hun maidenspeeches. Het is ook wel eens leuk om de Partij van de Arbeid te horen pleiten voor harder straffen en strenger handhaven, zij het op onzes inziens de verkeerde wetten. Maar dank voor uw speeches.

Voorzitter. Met dank aan de zegeningen van de medische wetenschap is er licht aan het einde van de tunnel zichtbaar. De coronacrisis wordt bedwongen door vaccins en niet door het ene na het andere grondrecht met voeten te treden. Toch is dat helaas precies wat er gebeurt. Vaccins zijn de sleutel tot heropening van onze economie, van onze samenleving en van onze levens. Dat is hoe wij het virus verslaan, en niet door het ondermijnen van onze juridische weerbaarheid of het verzieken en pathologiseren van onze samenleving. Dat zijn echter wel de consequenties van de wetsvoorstellen die nu voorliggen. Zowel de tijdelijke wet over testbewijzen als de quarantaineplicht voor inreizigers helpt ons niet uit de crisis, maar verzwakt slechts ons juridische immuunsysteem.

Mijn fractie heeft een groot aantal bezwaren tegen de wetgeving die vandaag voorligt. Ik wil graag beginnen met de wet over de testbewijzen. Ten eerste is de timing van deze wet volstrekt niet opportuun. Zal ik de frase "too little, too late" maar weer eens van stal halen? Op het moment dat het virus bedwongen lijkt te worden, wordt wetgeving geïntroduceerd die op geen enkele wijze de toets der kritiek kan doorstaan. De proportionaliteit van dit wetsvoorstel, dat een heel aantal grondrechten schendt op dit specifieke moment in de pandemie, is zeer ver te zoeken. Ten tweede leidt deze zet tot een tweedeling in onze samenleving. Wekelijks hoor ik in dit huis, maar ook in andere gremia, dat er nauwelijks iets ergers denkbaar is dan een tweedeling. Vooral de linkse partijen zijn er tuk op in alles een tweedeling te ontwaren en dat is in alle gevallen hevig onwenselijk, zo begrijp ik uit hun repetitieve jammerklachten. Mijn fractie is dan ook benieuwd wat zij vinden van de onvermijdelijke tweedeling in de maatschappij die door dit wetsvoorstel ontstaat; een tweedeling tussen hen die wel hun testbewijzen kunnen en willen behalen, en hen voor wie dat niet geldt. In het bekende jargon is dat een tweedeling tussen de haves en de havenots.

Deze wet is niet noodzakelijk, maar de implicatie ervan zal een samenleving zijn waarin grote groepen mensen worden uitgesloten van deelname aan het maatschappelijk leven. Dat is, zeker nu het vaccineren eindelijk op stoom is, echt te laat en buiten alle proportie.

Dat brengt ons ten derde op het punt van de noodzaak, of beter: het gebrek aan noodzaak. We laten de coronacrisis langzaamaan achter ons. Maar laten we ons geen illusies maken. Wij debatteren vandaag in dit huis over een ernstige inbreuk op de grondrechten om het falen van het Brusselse vaccininkoopbeleid en het Nederlandse vaccinatiebeleid toe te dekken. Deze maatregelen lijken nu alleen maar nodig omdat het vaccineren en de hele aanloop daarnaartoe een drama waren. Eindelijk gaat het beter. In deze fase van de crisis dalen de besmettingen en de ziekenhuisopnames heel hard. Ik zag net de nieuwste cijfers. Die zijn het laagste sinds november, dus sinds een halfjaar. We zetten bijna een miljoen prikken per week. Het is onbegrijpelijk dat nu nog een wet wordt ingediend die zo raakt aan meerdere grondrechten. De minister probeert met dit wetsvoorstel zijn eerder gemaakte fouten op een verkeerde manier te herstellen, al is dat ongetwijfeld goed bedoeld.

Ten vierde nader over de rechtsstatelijke aspecten die wij moeten meewegen in de beoordeling van dit wetsvoorstel. Het gemak waarmee de regering inbreuk maakt op grondrechten en het schrikbarende gemak waarmee partijen die geacht worden de regering te controleren daarmee instemmen, stemmen ons bezorgd. Juist in tijden van crisis en nood moeten we de Grondwet en de grondrechten respecteren. Bestuurlijke uitdagingen worden niet langer opgelost met respect voor die grondrechten, maar met buitenproportioneel paniekvoetbal. Voldoet dit wetsvoorstel aan de eisen van noodzakelijkheid, rechtsstatelijkheid, subsidiariteit, proportionaliteit, maatschappelijk belang en uitvoerbaarheid? Het antwoord op al deze punten is onzes inziens nee.

In dit verband citeer ik ook de zorgen van de stichting Privacy First: "Met grote zorgen heeft Privacy First kennisgenomen van het wetsvoorstel Tijdelijke wet testbewijzen covid-19. Onder dit wetsvoorstel zal een negatief coronatestbewijs verplicht worden voor toegang tot openbare gelegenheden, waaronder horeca, evenementen, sport- en jeugdactiviteiten, culturele instellingen en waarschijnlijk ook een deel van het hoger onderwijs, een en ander op straffe van hoge boetes. Dit zet ieders recht op privacy onder druk. Het wetsvoorstel vormt een zware inbreuk op talloze grondrechten en mensenrechten, waaronder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de lichamelijk integriteit en de vrijheid van beweging, in combinatie met andere relevante mensenrechten, zoals het recht op deelname aan het culturele leven, het recht op onderwijs en diverse kinderrechten, zoals het recht op recreatie."

Ten vijfde heeft mijn fractie grote zorgen over de verondersteld tijdelijke aard van deze wet. Onder die vlag van tijdelijk en met het voornemen dat de inzet van testbewijzen niet langer in stand wordt gehouden dan nodig zal zijn, wordt door de wijziging van de Wpg feitelijk een wet ingevoerd die tot in het oneindige een testsamenleving mogelijk maakt. Om dat te voorkomen dient er een harde einddatum te komen. Daar vraag ik de minister bij dezen ook om. Zit er een harde einddatum aan deze wet? Mijn fractie ziet geen gronden om voor dit wetsvoorstel te kunnen stemmen.

Voorzitter. Dan komen we bij het tweede wetsvoorstel dat vanmiddag voorligt: de quarantaineplicht voor inreizigers. Ook hier moeten wij het hoofd koel houden en analyseren of het voorstel voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en proportionaliteit. Daar is vanmiddag al het nodige over gezegd. Wat scoort de wet op deze punten? Om Pierre Bokma's onnavolgbare leraar Duits in Rundfunk te citeren: "Onvoldoende."

Ten aanzien van de rechtmatigheid: in feite voorziet dit wetsvoorstel in voorkomende gevallen in het opleggen van huisarrest. Dat kan normaal gesproken alleen door een rechterlijk bevel gebeuren, in de rechtsstaat zoals wij die kenden voor corona, en in de rechtsstaat die we ook nu moeten eerbiedigen. Huisarrest is er als je een misdaad hebt begaan.

Ten aanzien van de uitvoerbaarheid heb ik een aantal punten en vragen. Personen die uit een risicogebied komen, zijn niet per definitie ziek of besmet. Hoe kun je van mensen die zich kerngezond voelen, verwachten dat zij vijf dagen verplicht thuis gaan zitten? Hoe is dit te handhaven zonder een politiestaat op te tuigen? Het gemak waarmee een verplichte quarantaine voor mensen die niet per definitie ziek zijn als volstrekt normaal wordt beschouwd, is zorgelijk. Onder het mom van corona worden er zeer stringente, DDR-achtige taferelen opgetuigd. Hoeveel gaat dit kosten: financieel, maar ook in werkdruk? Hoe hoog worden de bestuurlijke boetes? Wat doet dit met de werkdruk van gemeenten? Hoe groot wordt de administratieve druk?

De heer Karakus i (PvdA):

Ik mag nu, hè? Ik heb een vraag. Hoe wilt u dan de import van virussen voorkomen? Wat is uw advies? Wat is uw voorstel?

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Mensen kunnen zich laten testen. Als ze positief zijn, kunnen ze in quarantaine, maar per definitie inreizigers uit risicogebieden verplicht in quarantaine laten gaan, is niet proportioneel en niet handhaafbaar.

De heer Karakus (PvdA):

Dus u stelt voor om geen quarantaine te verplichten, maar wel het testen te handhaven. Daar zitten risico's in. Het gaat in dit geval om het importeren van virussen. Dat kan je niet alleen met testen voorkomen; dat is bewezen.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ja, maar het gaat ook om proportionaliteit. Als je kijkt naar het aantal inreizigers uit risicogebieden, dan zijn die lang niet allemaal besmet. Met testen ondervang je een hele hoop. Is het 100% waterdicht? Nee. Maar het is nog altijd beter dan het inperken van grondrechten en het optuigen van een onmogelijk handhavingssysteem.

De voorzitter:

De heer Karakus, uw derde en laatste vraag.

De heer Karakus (PvdA):

Wat betreft het handhaven zijn we het met elkaar eens. Ik hoop dat u straks ook de motie ondersteunt dat dat er wat steviger in moet. Ik ben het met u eens maar ik heb, met uitzondering van testen, nog geen alternatief gehoord om import te voorkomen. Daar gaat het de PvdA wel om.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Nanninga.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Nu wordt de bewijslast omgedraaid. Er moet aangetoond worden dat het nodig is om met een kanon te schieten op de mug van iedereen die inreist vanuit een risicogebied, waarvan lang niet iedereen besmet is. Het is niet proportioneel.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

De quarantainenaleving van positief geteste personen is vele malen beter dan de quarantainenaleving van inreizigers uit risicogebieden. Uit de beantwoording van vragen hierover blijkt dat 76% van de geteste mensen gemiddeld ook echt thuisblijft. Daarvan ontvangt 98% ook geen bezoek. De naleving van inreizigers is veel slechter: slechts 21% blijft daadwerkelijk thuis en maar de helft van die mensen ontvangt ook geen bezoek. Alleen door extreme en buitengewoon arbeidsintensieve handhaving kunnen we afdwingen wat nu onvoldoende gebeurt. Het is niet opportuun.

Dan ten aanzien van de proportionaliteit. Is het helder wat dit wetsvoorstel zal opleveren? Wij vragen ons af wat de baten zijn en of die wel goed berekend kunnen worden, terwijl de kosten overduidelijk buitengewoon hoog zullen zijn.

Voorzitter. Mijn fractie zal gelet op het voorgaande ook tegen dit wetsvoorstel stemmen. Over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 wordt niet gestemd. Ik sluit me aan bij ambtsgenoot Janssen van de SP dat zijn motie daartoe eigenlijk onverwijld uitgevoerd had moeten zijn en uitgevoerd moet worden. Maar ik wil — for the record — ook kenbaar maken dat mijn fractie tegen een verlenging van deze niet-proportionele maatregel is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Nanninga. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Op verzoek van de regering schors ik de vergadering niet 20 minuten maar 30 minuten en wel tot 15.45 uur.