Plenair Van der Voort bij voortzetting debat over de verhouding tussen de centrale overheid en decentrale overheden



Verslag van de vergadering van 11 mei 2021 (2020/2021 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.10 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Voort i (D66):

Voorzitter. Allereerst wil ik de minister bedanken voor de nauwgezette antwoorden die gegeven zijn, evenals natuurlijk de ambtenaren die haar hierin hebben ondersteund. In mijn eerste termijn heb ik de nadruk gelegd op publieke waardecreatie als taak van de overheid. Als wetsvoorstellen de bedoeling hebben waarde te creëren voor de burger, moeten wij in deze Kamer wetsvoorstellen ook met die bril beoordelen. Ik denk overigens dat wetgevers ook met die bril wetten moeten maken. Ik ben ervan overtuigd dat het schrijven van wetten vanuit dat gezichtspunt, dus met het vooropstellen van de noden van mensen en van groepen, al veel problemen kan voorkomen. Wetgeving beoordelen wij hier dan ook op de menselijke maat, op het bestaan van hardheidsclausules, op uitgaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen et cetera.

In het beoordelen van wetsvoorstellen met de bril van waardecreatie moeten we ook hier, in deze Kamer, dus een kritische blik naar onszelf hebben. Hebben we dat uitgangspunt in het verleden wel voldoende in het oog gehad? Een aantal van ons hebben dat vandaag ook al benoemd. Vertaald naar verantwoordelijkheidsverdeling tussen centrale en decentrale overheden betekent dit ook dat we scherp moeten zijn als het binnen wetsvoorstellen die bij ons voorliggen, gaat over het toebedelen van taken en budgetten. Als taken en budgetten niet uitvoerbaar zijn, moeten we als Kamer ook durven ingrijpen. Dit alles is meer een constatering dan een vraag. Misschien is het wel een oproep aan onszelf en aan de minister.

In de eerste termijn hebben veel partijen gesproken over de democratische legitimiteit van samenwerkingsverbanden en regiovormingen. De minister geeft aan dat ze wil onderzoeken of een soort handreiking naar de gemeenten hen kan helpen om deze samenwerkingen beter vorm te geven, naast de WGR. De D66-fractie juicht dit toe en hoopt dat de minister hier inderdaad een toezegging over kan doen. Ik hoor graag of ik dit goed heb begrepen.

Voorzitter. In de aanpak van de coronacrisis is het verschil van verschillende en niet overlappende regio's duidelijk naar voren gekomen. Veiligheidsregio's, GGD-regio's, ROAZ-regio's, ic-regio's … Ik heb er dagelijks mee te maken. Daarnaast is er veel uitvoering bij de gemeenten terechtgekomen. De vraag aan de minister is of ze in de evaluatie van de coronacrisis, die ongetwijfeld uitvoerig zal plaatsvinden, ook actief zou willen kijken naar het vraagstuk dat wij hier vandaag aan de orde hebben gehad, namelijk democratische controle, congruente regio-indeling en waardecreatie, zeker ook als de gedachte bestaat om sommige elementen van de nu Tijdelijke wet maatregelen misschien wel permanent in de wet op te nemen. Hoe verhoudt dit zich dan tot de menselijke maat en tot waardecreatie van de overheid voor de burgers?

Dit zijn de resterende vragen die ik heb, voorzitter. Ik wacht graag op de antwoorden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van der Voort. Dan is het woord aan de heer Van der Burg namens de fractie van de VVD.