Plenair Rietkerk bij behandeling Huurprijzen woonruimte



Verslag van de vergadering van 16 maart 2021 (2020/2021 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Voorzitter. Naast de crisis in de koopsector is de wooncrisis in de huursector ook enorm. Betaalbaar huren is er met name in de steden vaak niet meer bij. Het tekort aan betaalbare woningen — anderen hebben daar ook al over gesproken — heeft geleid tot torenhoge prijzen van koopwoningen aan de ene kant en jarenlange wachtlijsten voor een huurwoning aan de andere kant. Veel steden zijn onbetaalbaar voor jonge gezinnen en middeninkomens en ook in kleinere gemeentes is er inmiddels te weinig ruimte voor nieuwbouw en trekken jongeren helaas weg. De reden is pijnlijk eenvoudig: het geloof in de markt was te groot. Dat is ook al in eerdere debatten geduid, door meerderen in deze Kamer. Voor investeerders is het bouwen van duurdere koopwoningen of de aanleg van een bedrijventerrein lucratiever dan woningen bouwen voor de huursector of betaalbare koophuizen voor gezinnen.

Daarnaast zijn woningbouwcorporaties steeds verder beperkt in hun maatschappelijke taak en zijn bouwregels en procedures steeds ingewikkelder en tijdrovender geworden. De verhuurderheffing — ik noem haar toch nog eens, een gedrocht van VVD en PvdA — helpt daarbij ook niet. Hierdoor zijn andere opgaven namelijk blijven liggen: de verduurzaming, de renovatie en de transformatie.

De heer Crone i (PvdA):

U vindt het een gedrocht van de Partij van de Arbeid en de VVD. Het was een crisismaatregel. In die tijd wilde Buma nog veel meer bezuinigen. Al vier jaar lang in tegenbegrotingen ... Ik moet mijn mondkapje afdoen. Ik doe het altijd verkeerd om. Ik doe het al een jaar fout.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Crone (PvdA):

In tegenbegrotingen wordt de verhuurderheffing steeds geheel of gedeeltelijk geschrapt, maar daar heeft uw fractie altijd tegen gestemd. U dient stoere moties in over een minister van volkshuisvesting en meer geld voor volkshuisvesting, maar u doet niks, behalve de tijdelijke huurcontracten verlengen. Wie is hier nu de laatste vier jaar aan de macht geweest?

De heer Rietkerk (CDA):

Ik kan me voorstellen dat er een besluit wordt genomen, want je wilt betrouwbaar zijn. De VVD en de PvdA hebben een deal gemaakt om structureel 2 miljard — 2 miljard, mind you — om te buigen, waardoor de woningbouwcorporaties niet de zaken konden doen die nodig waren voor de huursector, zoals de verduurzaming. Dat punt heb ik gemarkeerd. Dat is een gedrocht. Ik kom daar straks op terug.

Dan de vraag waarom dat in de afgelopen vier jaar niet veranderd is. Mijn collega in de Tweede Kamer, Ronnes, heeft een aantal voorstellen gemaakt. Gelukkig zijn de eerste voorstellen tijdelijk geaccepteerd. We zullen zien of we ons er in de komende periode in de onderhandelingen opnieuw sterk voor kunnen maken om de verhuurderheffing te schrappen, maar daar hebben we wel andere partijen bij nodig.

De heer Crone (PvdA):

Maar als u dat twee jaar geleden had gedaan, hadden we volgend jaar geen dip gekregen in de woningbouw. De woningbouwproductie stort in omdat niemand de zekerheid heeft dat u die zal verlagen na de verkiezingen, nog los van de uitslag. U heeft minstens twee jaar lang de tijd gehad om de verhuurderheffing te verlagen, al is het maar tijdelijk, voor een paar jaar. Dat heeft u niet gedaan.

De heer Rietkerk (CDA):

Nee, maar we hadden die verlaagd als de PvdA niet tot de domme gedachte was gekomen om een verhuurderheffing van 2 miljard te organiseren met de VVD.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Rietkerk (CDA):

De CDA-fractie wil dat woningcorporaties, als echte maatschappelijke ondernemingen, weer alle ruimte krijgen om betaalbaar te bouwen, in het bijzonder voor de middenklasse. Ook moeten woningbouwcorporaties kunnen investeren in de sociale leefbaarheid van wijken, buurten en dorpen. Het CDA is er een groot voorstander van om die ruimte te geven aan corporaties en om aan hen de investeringskracht terug te geven die ze vroeger wel hadden. Daarnaast is het noodzakelijk dat er werk wordt gemaakt van de doorstroming op de woningmarkt, zodat te grote eengezinshuizen beschikbaar komen voor jonge gezinnen. De voorstellen, een tijdelijke huurkorting en een wijziging van de huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen in de Woningwet, kunnen naar ons idee bijdragen aan deze doorstroming.

De fractie van het CDA waardeert eveneens de inspanning van initiatiefnemer Nijboer — ook een felicitatie van onze kant — om middels een initiatiefwet met een oplossing te komen voor het probleem van de huurstijgingen. Het CDA is al langer voorstander geweest van het beperken van de huurprijzen, zodat er in de vrije sector ook betaalbare huurwoningen zijn. In 2018 hebben de Tweede Kamerleden Ronnes van het CDA — ik noemde hem net al — en Van Eijs van de D66-fractie reeds een motie ingediend over een noodknop waarmee exorbitante huurstijgingen kunnen worden tegengegaan. Daarom steunt de CDA-fractie ook initiatiefnemer Nijboer, die de plannen van minister Ollongren fors heeft aangescherpt. Dat heeft onze steun.

De CDA-fractie vindt het een kerntaak van corporaties om diegenen te huisvesten voor wie dit nagenoeg onmogelijk is. Deze kerntaak werd in de afgelopen jaren uitgelegd alsof dit alleen mensen met een kleine beurs betrof. Door de huidige woningnood is het helaas ook voor middeninkomens nagenoeg onmogelijk geworden om een betaalbare woning te vinden. De CDA-fractie is dan ook van mening dat corporaties deze middengroepen weer moeten gaan huisvesten, omdat de markt dat in de afgelopen jaren heel duidelijk heeft nagelaten. Daarom steunt de CDA-fractie de verruiming van deze inkomensgrenzen. Dat betekent echter niet dat er niet gekeken moet worden naar de doorstroming en dat die niet bevorderd moet worden voor degenen die echt veel te veel verdienen. De andere fracties hebben dat ook aangegeven. Het verbaast mij dat de PVV-fractie, die zich toch sociaal noemt, de mensen die echt veel te veel verdienen, de scheefwoners, niet wil verleiden om verder te gaan.

Voor bepaalde huren hebben we zowel de investeerders, de vrije sector als de woningbouwcorporaties hard nodig.

De heer Van Hattem i (PVV):

Ik verbaas mij er meer over dat het CDA nog steeds niets doet om een einde te maken aan het massaal toewijzen van woningen aan statushouders die het land binnenkomen. Die zouden hier eigenlijk tijdelijk moeten verblijven, maar krijgen massaal meteen een sociale huurwoning. Dat is toch een veel grotere en veel ernstigere vorm van scheefwonen?

De heer Rietkerk (CDA):

De scheefwoners die vanwege een veel te hoog inkomen zouden moeten bewegen naar een woning die passend is, zijn ook een prioriteit voor het CDA. Als het gaat om de scheefwoners die u bedoelt, dan ben ik zelf ook voorstander van gelijke rechten voor starters op de sociale huurmarkt en statushouders.

De heer Van Hattem (PVV):

Wat betreft te hoge inkomens: tegelijkertijd worden, ook door het CDA, allerlei woningbouwprojecten gesteund. Juist in de grote steden wordt heel sterk binnenstedelijk gebouwd aan woningen waar mensen gaan wonen als starter. Er is dan die dwang om door te stromen, maar kan het niet zo zijn dat mensen gewoon gelukkig zijn op de plek waar ze wonen, onafhankelijk van hun inkomen? Is die factor ook niet relevant? Of zegt het CDA dat we dan maar moeten stoppen met het bouwen op dat soort populaire plekken?

De heer Rietkerk (CDA):

Het CDA is voor bouwen, bouwen, bouwen, niet alleen op die plekken, maar ook op andere plekken. We zijn er ook voor om de contingenten af te schaffen in sommige regio's. Dat is ook veel te beperkend. Wanneer er meer woningen komen, betekent dat dat de doorstroming kan toenemen en dat die scheefwoners in beweging moeten komen, want dat is gewoon niet sociaal.

De heer Van Hattem (PVV):

Tot slot over die scheefwoners die in beweging zouden moeten komen. Nogmaals, de PVV wil niemand zijn woning uit jagen, ook zijn huurwoning niet. Maar waar zouden die huurders dan heen moeten? Er is een groot tekort aan woningen. Als er elders geen betaalbare woning beschikbaar is, blijven mensen dus toch op die plek wonen. Dat is vaak ook nog een plek waar wij zich prettig voelen. Die keuze is aan mensen zelf.

De voorzitter:

De heer Rietkerk, tot slot.

De heer Rietkerk (CDA):

Die keuze is aan mensen zelf, maar wij vinden wel dat de breedste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Mensen die een veel te hoog inkomen hebben, zouden wat ons betreft moeten bewegen, zodat er ruimte komt voor anderen die wel recht hebben op een huurwoning.

De heer Kox i (SP):

Het is fijn om te horen dat collega Van Hattem niemand uit z'n huis wil jagen, behalve dan mensen die van buitenaf hiernaartoe zijn gekomen. Dat vind ik dan weer jammer, maar wie weet. Collega Rietkerk verwelkomt een aantal stappen die in het huur- en woonbeleid gezet zijn. Ik denk dat het beter is om niet te gaan spreken over de pot en de ketel die elkaar verwijten dat ze zwart zien, maar ik wil wel aan collega Rietkerk vragen of het CDA inmiddels ook blij is dat de huren in de sociale sector bevroren worden door de minister, bij ministeriële beschikking. U was erop tegen, maar bent u daar inmiddels ook blij mee?

De heer Rietkerk (CDA):

Als uw vraag is of wij het ermee eens zijn om dat voor de hele huurmarkt voor de sociale huurwoningen wat te matigen, dan zeg ik: wij zijn ervoor om dat te matigen, maar wij zijn er niet voor om verder terug te gaan, zoals de SP-fractie bijvoorbeeld heeft voorgesteld.

De heer Kox (SP):

Mijn vraag was of het CDA het nu, alles afwegende, eens is met het besluit van de minister om de huren dit jaar in de sociale sector te bevriezen.

De heer Rietkerk (CDA):

Als het gaat om de kortetermijnmaatregelen, dan zijn wij daar wel voor.

De voorzitter:

De heer Kox, derde.

De heer Kox (SP):

Dat is fijn, want dat is in lijn met de motie die hier aangenomen is. Maar het andere deel van die motie betrof de vrije sector. Mag ik collega Rietkerk vragen of hij ruimhartig zou kunnen kijken naar een voorstel om dat ook tijdelijk te doen voor de vrije sector? Kunnen we ook op de steun van de heer Rietkerk rekenen als we zeggen: dat ene deel is nu goed gedaan, tijdelijk; kunnen we dat ook tijdelijk doen voor de vrije sector?

De voorzitter:

De heer Rietkerk, tot slot.

De heer Rietkerk (CDA):

Wij zijn niet voor die 0%. Ik zal straks zeggen waarom. Wij zijn voor het voorstel van de heer Nijboer om voor de investeerders tijdelijk, voor de komende drie jaar, uit te gaan van plus 1%. Wij steunen daarom het initiatief van de heer Nijboer op dat punt.

De voorzitter:

De heer Kox, tot slot.

De heer Kox (SP):

U bent voor een tijdelijke huurstop in de sociale sector, maar niet in de vrije sector?

De heer Rietkerk (CDA):

Nee, ik zal ook zeggen waarom. Omdat de verduurzamingsdoelen, de renovatie en de transformatie, daardoor niet van de grond komen. Die ambities hebben wij als CDA ook.

De voorzitter:

Dank u wel. Vervolgt u uw betoog.

De heer Rietkerk (CDA):

Ik zei het al tegen de heer Kox: voor bepaalde huren hebben we zowel investeerders, de vrije sector als de woningbouwcorporaties nodig. Het CDA wil af van de verhuurderheffing. Ik gaf dat net al aan. Dan kunnen de corporaties meer gaan bouwen en komen de verhuurders in het middensegment dichter bij elkaar. We hebben ook investeerders en particuliere en institutionele beleggers nodig. Zij moeten bijdragen aan de nieuwbouw. De IVB geeft aan dat al haar leden binnen de doelstelling van het initiatiefwetsvoorstel zouden acteren. Er is laatst ook een brief over geschreven en een publicatie over verschenen. Zou de heer Nijboer, en wellicht ook de minister, kunnen aangeven of dat zo is? Hoe ziet de initiatiefnemer dat en hoe ziet de minister dat?

De voorzitter:

De heer Crone had nog een korte interruptie, begreep ik.

De heer Crone (PvdA):

Ik begrijp dat in het initiatiefvoorstel …

De heer Rietkerk (CDA):

Voorzitter, de tijd loopt nog door, en dan kom ik niet uit. Dat was net ook zo. Ik ben binnen de zeven minuten wel klaar.

De voorzitter:

Nee, daarnet stond de tijd stil, maar nu loopt ie door. Daar heeft u gelijk in.

De heer Crone (PvdA):

Ik begrijp dat in het initiatiefvoorstel staat dat de huuraanpassing wel kan plaatsvinden als er aantoonbaar woningverbeteringen plaatsvinden, waaronder verduurzaming. Heeft u dat niet meegenomen? Want dan is het juist toch goed om dat te doen?

De heer Rietkerk (CDA):

Wij steunen ook het voorstel.

De heer Crone (PvdA):

Ja, maar u zei in reactie op de interruptie van de heer Kox: niet in de hele particuliere sector. Als dit een uitzondering is, woningverbetering en verduurzaming, dan is toch iedere vorm van bevriezing wenselijk in deze krappe woningmarkt?

De heer Rietkerk (CDA):

Ja, want ik denk dat het macro-economisch gezien dan niet van de grond komt. Volgens mij hebben we dat volume nodig om de verduurzaming juist wel te doen. Ik eindig straks ook met een vraag over de verduurzaming in het Klimaatakkoord.

De voorzitter:

Gaat uw gang.

De heer Rietkerk (CDA):

Het is wat het CDA betreft goed dat de groep mensen die in aanmerking komt voor een sociale huurwoning, wordt vergroot voor gezinnen, zoals ik net al aangaf. Met name starters, ouderen en gezinnen met inkomens net boven de inkomensgrens komen in aanmerking voor een betaalbare huurwoning. Het onderliggende probleem blijft echter in stand. Op de markt zijn gezinnen op dit moment overgeleverd aan bizarre huurprijzen. Is de minister bereid om nog een keer kritisch te kijken naar de grenzen, wellicht met het oog op de dossiers die worden voorbereid voor de formatie?

Met het oog op de wenselijkheid van de doorstroming op de woningmarkt verdient ook het beleid aangaande scheefwoners aandacht. We hebben daar net over gesproken. De leden van de CDA-fractie vroegen de regering om de uitvoeringseffecten daarvan in beeld te brengen. De CDA-fractie kan goed leven met de inkomensafhankelijke huurverhoging zoals voorgesteld in dit wetsvoorstel, maar stipt nogmaals het belang van doorstroming aan en acht het wenselijk dat deze bevorderd moet worden voor hen die echt veel te veel verdienen. Ik lichtte dat net al toe.

Voorts zou de CDA-fractie graag aandacht willen vragen voor de problematiek omtrent het aardgasvrij maken van huurwoningen en, meer specifiek, sociale huurwoningen. Recent bleek uit onderzoek van onder andere Nieuwsuur dat de afspraken uit het Klimaatakkoord, waarin woningcorporaties, bouwbedrijven en energieleveranciers zijn overeengekomen uiterlijk in 2022 100.000 huurwoningen aardgasvrij te maken, niet haalbaar blijken te zijn. De uitvoering — daar gaan we ook in deze Kamer over — blijkt te complex en te weinig systematisch. Aedes geeft aan dat verduurzaming in een aantal gevallen niet rendabel blijkt, ondanks subsidiëring vanuit het Rijk. Ook met hogere huren verwacht Aedes die investering absoluut niet terug te verdienen. De CDA-fractie constateert dat de initiatiefnemer in antwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer aangeeft dat het initiatiefvoorstel geen belemmering hoeft te vormen voor het behalen van de afspraak uit het Klimaatakkoord. Verwacht de initiatiefnemer, zo vraag ik hem nu, dat de uitzonderingsbepaling uit zijn initiatiefvoorstel gebruikt zou moeten worden om de aardgasvrijdoelstelling alsnog te bereiken? Zo ja, verwacht de initiatiefnemer dat dit afbreuk doet aan de doelstellingen van zijn initiatiefvoorstel? Graag een reactie van de initiatiefnemer en van de minister.

Ten slotte. Het is hard nodig om te bouwen, te bouwen en te bouwen voor voldoende huurwoningen. Is de initiatiefnemer met ons van mening dat de zogenaamde contingenten, waar zijn partij groot voorstander van is, in de regio zouden moeten worden losgelaten om juist voldoende huurwoningen te bouwen? Dit brengt naar ons idee de ambities met betrekking tot betaalbare duurzame woningen dichterbij.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Van Hattem.

De heer Van Hattem (PVV):

De huurverhoging die beoogd wordt met het wetsvoorstel om die zogenaamde scheefwoners aan te pakken, is volgens het wetsvoorstel onder andere bedoeld voor de verduurzaming van de woningmarkt, onder andere het veel te dure gasloos maken van die woningen. Hoe kijkt het CDA aan tegen het inzetten van dat geld voor een andere, verkeerde impuls in de woningmarkt, namelijk het veel te duur maken van de woningmarkt door die maatregelen om woningen gasloos te maken? Is dat niet gewoon het paard achter de wagen spannen?

De heer Rietkerk (CDA):

Het CDA is voor de verduurzamingsmaatregelen die wel werken en die uitvoerbaar zijn. Ik heb in mijn bijdrage tegen de initiatiefnemer en de minister gezegd dat de aardgasloze huurwoningen naar ons idee niet haalbaar zijn. Ik ben benieuwd naar het antwoord van de initiatiefnemer en de minister. Daar kom ik in de tweede termijn op terug.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Pijlman namens de fractie van D66.