Plenair Janssen bij behandeling Invoeringswet Europees Openbaar Ministerie



Verslag van de vergadering van 9 maart 2021 (2020/2021 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.37 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Janssen i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Ik kijk toch even terug naar het ontstaan van het EOM, want dat is onlosmakelijk verbonden met waar we het vandaag over hebben. Het ontstaan van het Europees Openbaar Ministerie vindt zijn oorsprong in het tegengaan van fraude met EU-gelden. De memorie van toelichting vermeldt daarover het volgende: "Volgens het verslag van de Commissie over de bescherming van de financiële belangen van de Unie in 2017 wordt ondanks het huidige rechtskader vermoedelijk voor een bedrag van 467 miljoen euro gefraudeerd aan de uitgaven- en ontvangstenzijde. Mogelijk ligt het werkelijke bedrag nog hoger, aangezien niet alle gevallen worden ontdekt en gemeld."

Voorzitter. De SP is altijd duidelijk geweest over fraude: boeven moet je opsporen en voor de rechter brengen, ook boeven die frauderen met EU-gelden. Maar waarom moest dat dan met een nieuw op te richten EU-entiteit waarmee de EU zelf fraude op gaat sporen? Dat is mij nog steeds niet duidelijk geworden. De uitleg van de regering in de memorie van toelichting en de beantwoording van de vragen in de Tweede Kamer helpen mij niet heel veel verder. De regering zegt er dit over: "De doorslaggevende overweging voor opname van een passage in het regeerakkoord over het EOM is geweest de omstandigheid dat de EU-fraude vaak grensoverschrijdend van aard is en veelal ook verband houdt met georganiseerde criminaliteit. Intensieve samenwerking tussen de lidstaten bij de bestrijding van deze omvangrijke vorm van criminaliteit met EU-gelden is dan ook onontkoombaar, ook voor de effectiviteit van strafrechtelijk onderzoek in Nederland. De oprichting van het EOM zal daaraan naar de mening van het kabinet een belangrijke impuls geven, in het bijzonder in die lidstaten waar thans sprake is van een handhavingstekort op dit vlak." Maar het doorslaggevende argument voor dit kabinet is dus dat intensieve samenwerking alleen schijnt te kunnen via een nieuwe EU-entiteit met nieuwe bevoegdheden. Dat is toch op z'n minst opmerkelijk. Als je vrienden hebt die fraude niet willen aanpakken, dan moet je je afvragen of je de goede vrienden hebt en misschien moet je daar dan iets aan doen.

Het kabinet wilde een signaal afgeven, maar dit is dan wel meteen een heel ingewikkeld en vergaand signaal. Een andere overweging van het kabinet is eveneens wonderlijk: "De oprichting van het EOM zal daaraan naar de mening van het kabinet een belangrijke impuls geven, in het bijzonder in die lidstaten waar thans sprake is van een handhavingstekort op dit vlak." De vraag is echter waarom er in die lidstaten een handhavingstekort is. Willen ze niet of kunnen ze niet? En in welke landen is er dan sprake van een dergelijk handhavingstekort? Moet je dat niet op een andere manier oplossen? De omweg die gekozen is met het EOM, omdat de vereiste unanimiteit een andere oplossing in de weg stond, is een signaal op zich. Moeten we niet gewoon vaststellen dat sommige landen gewoonweg niet willen meewerken, ook niet aan het beëindigen van fraude met EU-gelden, en dat het EOM daar ook niet bij zal helpen? Hoe gaat het dan met de aanpak van EU-fraude in landen die niet deelnemen: Hongarije, Polen, Ierland, Zweden en Denemarken met zijn opt-outpositie? Hoe gaat het daar?

Wat de SP ziet, is vooral een ingewikkelde redenering waarmee een nieuw EU-instituut in het zadel is geholpen. Vervolgens moet alles uit de kast worden gehaald om ervoor te zorgen dat het instituut geen doel op zich gaat worden. Het is dus maar zeer de vraag of dit in de uitvoering gaat brengen wat voorzien is. Is het geen werkelijkheid die alleen op papier bestaat? Ook bij de monitoring zal er heel scherp gekeken moeten worden — ik hoor graag een toezegging van de minister — of er geen successen omgekat worden, successen die we ook anders hadden kunnen behalen, maar nu aan het EOM worden toegeschreven om het toch maar successen te laten boeken.

Voorzitter. Hoe serieus gaat Nederland invulling geven aan de bijdrage aan het EOM? De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bevindt zich in een soort permanente staat van doorlichting, omdat ze haar taken niet aankan en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst loopt het werk ook over de schoenen. Hoe inhoudelijk van belang moet ik dan een Nederlandse bijdrage ter ondersteuning van het EOM zien? Ook ons eigen Openbaar Ministerie kampt met een onderbezetting. We kunnen het werk in Nederland niet eens aan, maar als signaal moet er capaciteit naar het EOM. Ik kan het niet rijmen. Het EOM doe je er volgens mij niet even bij.

Hoe houdt het kabinet de uitvoering van de motie van mijn SP-voorganger senator Wezel actueel? Hoe wordt daaraan uitvoering gegeven? Dat was geen oproep tot een eenmalige bijdrage, dat zou te makkelijk zijn. Hoe worden de Kamers hierover geïnformeerd? Graag een reactie.

Voorzitter. Ik ben ook benieuwd of het oordeel van het EOM om wel of niet te gaan vervolgen voor het Nederlandse OM een soort baken zal worden waar het OM op gaat varen om zelf al dan niet tot vervolging over te gaan. Dreigt het EOM niet een uitvlucht te gaan worden, gelet op de capaciteitsproblemen die het OM zelf kent? "Als het EOM het niet belangrijk genoeg vindt om te gaan vervolgen, dan doen wij dat als Nederlands OM ook niet." Graag een reactie van de minister.

Het kabinet wijdt heel veel omfloerste termen aan de wens tot uitbreiding van de Europese Commissie. De Europese Raad moet het voorstel nog bestuderen. Het kabinet zegt dat het nog onduidelijk is of en, zo ja, wanneer en waar de bespreking van het voorstel concreet zal plaatsvinden. Uit het feit dat geen van de voorzitterschappen sedertdien het voorstel ter bespreking heeft geagendeerd, leidt de minister voorzichtig af dat er op dit moment onvoldoende breed draagvlak onder de lidstaten bestaat om uitbreiding van het mandaat van het EOM te bespreken, althans voordat het EOM daadwerkelijk operationeel is, aldus het kabinet. Maar goed, dat gaat nu veranderen.

Los daarvan zegt het kabinet niet overtuigd te zijn van de operationele noodzaak het EOM een aanvullende rol te geven bij bijvoorbeeld de bestrijding van terrorisme. Het feit dat Nederland gekant is tegen deze uitbreiding, is overigens wijd en zijd bekend in EU-verband, zegt de minister. Dat verhaal klinkt als een klok, maar wat mij betreft nog wel als een avondklok, en we weten allemaal hoe het met de toezeggingen rond de verlenging daarvan is verlopen. Het kabinet sluit geen deuren, maar houdt de deuren open. Als het kabinet nu niet gewoon nee zegt tegen uitbreiding van het EOM-mandaat, dan wordt dat op enig moment Europees wisselgeld, is mijn zorg en die van mijn fractie. Wil de minister daarom hier in deze zaal vandaag nogmaals duidelijk zeggen dat er geen uitbreiding zal komen van het EOM-mandaat?

Ik kijk uit naar de beantwoording door de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Dan is het woord aan mevrouw Baay-Timmerman namens de fractie van 50PLUS.