Plenair Sent bij debat over Verslag van de Tijdelijke commissie voorbereiding parlementair onderzoek effectiviteit anti-discriminatiewetgeving



Verslag van de vergadering van 22 februari 2021 (2020/2021 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Jezelf mogen zijn. Je thuis kunnen voelen in je eigen buurt. Zien dat je dochter zich fijn en veilig beweegt over straat, zoals zij dat wil; alleen, hand in hand met haar vriendin, of met een hoofddoek op. Dat je erop kunt vertrouwen dat iedereen gelijk wordt behandeld. Dat er gelijke rechten en kansen zijn. Dat is de samenleving waar de PvdA voor staat. Maar dat is niet de samenleving waarin wij nu leven. We zien onacceptabele scheidslijnen, dwars door de samenleving, waarbij mensen niet gelijk en niet met respect worden behandeld. Mensen worden teruggebracht tot het keppeltje of de hoofddoek die ze dragen. Mensen worden gereduceerd tot religie of afkomst. Discriminatie, uitsluiting en racisme horen niet in onze samenleving thuis. We mogen ons niet laten beperken tot een enkel belang, een etniciteit, een identiteit.

Helaas voelen veel mensen dagelijks de pijn van alledaags racisme, onrecht en uitsluiting, ook in ons land. Van grapjes in de sportkantine tot giftige teksten van politici. Van een Belastingdienst die discrimineert op basis van afkomst tot werkgevers die mensen afwijzen op basis van hun achternaam. Het is inspirerend om te zien dat een groot deel van de samenleving hier genoeg van heeft. Het is klaar. Het is tijd voor een Nederland waarin iedereen gelijk is. De haat moet stoppen.

Voorzitter. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen in 2019 hield mijn fractievoorzitter, senator Vos, een vurig pleidooi tegen de normalisering van racisme. Daarbij verwees ze naar de schokkende reacties op de troonrede van kinderkoning Yusuf Khalid. Deze 14-jarige gymnasiast sprak in zijn troonrede over depressie bij kinderen, een aangrijpend en moedig onderwerp voor een troonrede. Wat was zijn dank? Opmerkingen zoals deze, met naam en toenaam. Ik citeer: "Koning van de jeugd zijn van Nederland houdt voor mij in dat er een Hollands kind zit, en niet dit." We hebben het over een jongen van 14 jaar, een scholier, een mens, en niet "dit". De minister-president reageerde bemoedigend op de oproep van de Partij van de Arbeid. Ik citeer: "Maar als je iemand geen stageplek geeft omdat zij Fatima heet, of iemand niet in dienst neemt omdat hij Mohammed heet, of mensen afwijst op huidskleur, dan is dat zo verschrikkelijk stupide. Los van het feit dat het stupide is, doe je jezelf ook erg tekort, want het leidt niet tot een goede mix van mensen — man-vrouw, blank-zwart, homo-hetero — die uiteindelijk leidt tot betere besluiten. Als je niet denkt dat dat zo is, dan blijf je straks dus zitten met allemaal clubs van blanke Nederlandse mannen van begin 40, en we weten inmiddels waar ons dat brengt."

Voorzitter. Op papier, ook in de wetgeving, lijkt de bescherming tegen discriminatie goed geregeld, maar in de praktijk is het een groot en urgent probleem.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Mijn vraag aan mevrouw Sent is: hoe ziet zij advertenties waarin bijvoorbeeld staat dat de voorkeur naar een vrouw uitgaat? Dat zie je heel regelmatig.

Mevrouw Sent (PvdA):

In dat soort situatie gebeurt het volgende. We weten dat er onbewuste vooroordelen zijn, waardoor vrouwen minder kans maken om voor een vacature geselecteerd te worden. Met dergelijke advertenties worden pogingen ondernomen om onbewuste discriminatie tegen te gaan.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Maar waarom denkt mevrouw Sent dat vrouwen minder kans hebben om voor zo'n vacature in aanmerking te komen?

Mevrouw Sent (PvdA):

Omdat we weten dat kwaliteit beoordeeld wordt door een seksebril. De ideale kandidaat is een kloon. En we weten dat als een sollicitatiecommissie in meerderheid uit mannen bestaat, vrouwen lager gewaardeerd worden. We weten ook dat als de meerderheid van de sollicitanten een vrouw is, de baan lager gewaardeerd wordt. Kijk bijvoorbeeld naar wat er is gebeurd met het aanzien van het onderwijs en het aanzien van de huisartsen.

De voorzitter:

Mevrouw Faber, tot slot.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dan moet ik toch wel even uit eigen ervaring spreken. Men heeft mij op mijn werk nooit als minder gezien dan mijn mannelijke collega's. Ik heb zelfs vier jaar lang een fractie geleid die alleen bestond uit mannen.

De voorzitter:

Wat is uw korte vraag, mevrouw Faber?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik wil toch wel even onderschrijven dat wij hier een meningsverschil hebben. We houden hier natuurlijk ook een debat. We stellen niet alleen vragen. Ik houd het netjes. Ik ga niemand lopen bashen of zo. Ik houd het bij mezelf. Daarbij was het ook nog zo dat ik ook altijd nog heel goed verdiende. Je wilt toch niet de excuustruus van een afdeling worden! Dat zou u als vrouw toch moeten aanspreken. Ik kan dat als vrouw tegen u als vrouw zeggen.

De voorzitter:

Dat is dan uw derde vraag. Mevrouw Sent, tot slot. En vervolgt u daarna uw betoog.

Mevrouw Sent (PvdA):

We weten dat er een loonkloof is. Als we die corrigeren voor allerlei zaken, dan is er nog steeds een loonkloof. We weten dat als de minderheid van de kandidaten een vrouw is, ze lager worden gewaardeerd. We weten dat aanbevelingsbrieven voor vrouwen anders worden geformuleerd. We weten dat cv's van vrouwen anders worden gelezen. Dat blijkt allemaal uit wetenschappelijk onderzoek naar onbewuste gender biases.

De voorzitter:

Dank u wel. Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Sent (PvdA):

Op papier, ook in de wetgeving, lijkt de bescherming tegen discriminatie goed geregeld, maar in de praktijk is het een groot en urgent probleem. Vandaar de onderzoeksopdracht zoals geformuleerd in het verslag van de Tijdelijke commissie voorbereiding parlementair onderzoek effectiviteit antidiscriminatiewetgeving. Hoe kan het toch dat zo'n groot gat gaapt tussen de wet op papier en de wet in de praktijk als het gaat om discriminatie? Welke rol speelt het parlement in de effectiviteit van antidiscriminatiewetgeving?

Wij hopen dat er een afwegingskader geformuleerd kan worden en/of een lijst met aandachtspunten die behulpzaam kunnen zijn bij het toetsen van toekomstige wetgeving of toekomstig beleid door het parlement. We hadden graag gezien dat in het onderzoeksvoorstel van de tijdelijke commissie het casusonderzoek naar discriminatie op de woningmarkt en in de zorg ook wordt meegenomen, maar we begrijpen dat er keuzes moeten worden gemaakt. Voor mijn fractie is het van belang om uitgebreid stil te staan bij de rol van vooroordelen, sociale normen en onbewuste processen. En voor mijn fractie is een goede afstemming met de staatscommissie discriminatie en racisme essentieel. We gaan ervan uit dat hier gevolg aan wordt gegeven.

Voorzitter. Ik rond af. Voor ieder van ons is er de verantwoordelijkheid om op te treden tegen institutioneel racisme, xenofobie, machtsmisbruik en discriminatie. Die verantwoordelijkheid geldt ook voor de senaat. Daarom stemt mijn fractie van harte in met het voorliggende onderzoeksvoorstel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan is het woord aan mevrouw Nanninga van de Fractie-Nanninga, die ik van harte welkom heet terug in deze Kamer.