Plenair Kox bij debat over Verslag van de Tijdelijke commissie voorbereiding parlementair onderzoek effectiviteit anti-discriminatiewetgeving



Verslag van de vergadering van 22 februari 2021 (2020/2021 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.38 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Ik dank de voorzitter van de voorbereidingscommissie voor de gegeven antwoorden en ik dank de collega's die er samen met de voorzitter van de commissie voor hebben gezorgd dat wat er ligt, nog wat duidelijker is geworden. Het heeft onze steun, zoals ik al gezegd heb. Dat geldt zowel voor de onderzoeksvraag als voor de aanpak van het onderzoek als voor de omvang en de samenstelling van de commissie. Ik begrijp de commissie heel goed dat zij het politiek goed verdeeld wil hebben, maar het zou tegelijkertijd wel fijn zijn als we daar mensen in hebben die makkelijker met dit onderzoek aan de slag kunnen dan anderen. Niet iedereen is overal even goed in. Zoals gezegd, mijn fractie zal zich vertegenwoordigd voelen, ook al zit mijn fractie niet in de commissie. Zo zou het voor alle fracties moeten zijn.

Voorzitter. Een laatste opmerking om nog als tip aan de commissie mee te geven — voor zover ik daartoe gerechtigd ben — op basis van de ervaringen van de vorige onderzoekscommissie. Een belangrijk onderdeel vormen de gesprekken, de voorbereidende gesprekken en de verhoren. Ik zou willen adviseren: nodigt u daar niet te veel zittende politici voor uit. Niet omdat die niet waardevol zijn, maar die praten met een last op de rug. De ervaring van de vorige onderzoekscommissie was dat het buitengewoon leerzaam en verhelderend is om te spreken met oud-politici of met mensen die in een eerdere functie ervaring hadden met de materie, maar die er niet meer aan gebonden waren. Dus in dit geval liever Balkenende dan Rutte bij de commissie. Nou, ik ga nu niet allemaal lieverkoekjes bakken, maar dat was de ervaring van de vorige commissie. Het lijkt mij bijzonder waardevol om die mensen hier te laten komen om te reflecteren op de situatie die zij hebben meegemaakt. Dat zal toch het centrale deel van het onderzoek moeten worden.

Ik wens de commissie die straks ingesteld zal worden — niet vandaag maar straks — en de voorzitter die de commissie moet samenstellen, veel wijsheid. En dat zal wel lukken. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Kox. Dan is het woord aan de heer Raven namens de fractie van de OSF.