Plenair Vendrik bij behandeling Novelle Belastingplan 2021



Verslag van de vergadering van 14 december 2020 (2020/2021 nr. 15)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Vorige week hadden we een omvangrijk debat met deze staatssecretaris over een hele serie wetsvoorstellen, waaronder het Belastingplan 2021. Daarbij hebben we uitvoerig stilgestaan bij nut, noodzaak, opportuniteit, doelmatigheid en doeltreffendheid van de BIK, de grote subsidie die het kabinet introduceert voor investeringen en lastenverlichting voor het bedrijfsleven voor de komende twee jaar. De fractie van GroenLinks heeft dit alles betwist. Ik heb in het debat naar voren gebracht dat deze BIK niet getoetst wordt op de vraag of ze bijdraagt aan de duurzame transitie. Ook dat is namelijk voor mijn fractie een groot bezwaar.

Voorzitter. Dat was vorige week. Vanavond beperken we het debat wat mijn fractie betreft tot wat de novelle die de staatssecretaris naar de Eerste Kamer heeft gebracht nu eigenlijk behelst. Nou is mijn fractie van de gedachte dat novelles meestal ingediend worden door bewindslieden naar aanleiding van twee voorvallen. Eén. Er is een technische fout gemaakt. Dat kan gebeuren. Twee. Er is een toezegging aan de Eerste Kamer in het kader van de behandeling van een wetsvoorstel. Die behandeling heeft het kabinet er uiteindelijk in de politieke verhoudingen tussen Eerste Kamer en kabinet toe gebracht om een toezegging te doen, die vervolgens in de wetstekst een plek moet krijgen.

Voorzitter. Voor zover mijn fractie heeft kunnen nagaan, hebben we vanavond met een nieuwe figuur te maken, namelijk een staatssecretaris, een kabinet, dat zijn huiswerk eigenlijk niet op orde heeft. Er moet een toets worden gevraagd op een onderdeel van het wetsvoorstel bij de Europese Commissie en het kabinet gaat dat nu alsnog per novelle regelen. Voorzitter, dan gaan natuurlijk alle alarmbellen over ordentelijke wetgevingsprocessen, over uitvoerbaarheid en over rechtsstatelijkheid aan! Ik vraag de staatssecretaris om daar toch eens even op te reflecteren. Wat gebeurt hier nu eigenlijk en is dit nou eigenlijk wel een verstandige manier om dit om één minuut voor twaalf nog even gauw, gauw te repareren?

Voorzitter. Mijn tweede punt is: waarvoor gaat de staatssecretaris naar de Europese Commissie? Ook dat punt is vorige week al even voorbijgekomen. Het is ook gewisseld in de Tweede Kamer, maar ik denk dat het goed is dat de staatssecretaris dat hier nog even goed uiteenzet, want ook de Raad van State had daar opmerkingen over. Het was de RvS in ieder geval in eerste lezing van het oorspronkelijke wetsvoorstel niet duidelijk waarom de staatssecretaris met de BIK naar de Europese Commissie gaat. Gaat het over de BIK als totaliteit of alleen over de fiscale eenheid? Als ik het goed begrijp, ook de antwoorden van de staatssecretaris vorige week in het debat hier, dan kan de Europese Commissie eigenlijk een oordeel geven over de hele BIK, maar gaat het om de fiscale eenheid. Maar het oordeel gaat dus over de hele faciliteit, waarvan de staatssecretaris zou suggereren — graag opheldering of ik dat goed heb begrepen — dat de Europese Commissie nut en noodzaak en de algemene lijn van deze faciliteit waarschijnlijk wel gaat goedkeuren. Daarmee wordt vooruitgelopen op een oordeel, waarvoor je toch echt even je huiswerk moet doen en waarvoor je moet wachten. Kortom, nog een keer de vraag waarvoor gaat het kabinet naar de Europese Commissie.

Voorzitter. Het roept ook de vraag op — voor zover ik kon nagaan, is die nog niet gesteld in de parlementaire behandeling van deze novelle — of het mogelijk is dat deze faciliteit betwist wordt bij het Europees Hof en dat via die route een belastingplichtige een aanspraak kan doen op de faciliteit en dat bijvoorbeeld de beperking van de verrekening via de fiscale eenheid, die het kabinet beoogt, niet wordt geaccepteerd door het Hof. Aangezien er dan sprake is van gelijke behandeling van kapitaal zou een buitenlandse belastingplichtige er misschien ook gebruik van kunnen maken, iets wat het kabinet absoluut niet wil. Bestaat dat risico ook? Wordt daarop getoetst? Weten we dat? Is het wetsvoorstel, is de BIK, in dat opzicht ook houdbaar?

Voorzitter, tot slot. Mocht het zo zijn dat de Europese Commissie tot het oordeel komt dat de beperking ten aanzien van het gebruikmaken van de route van de fiscale eenheid niet toelaatbaar is, dan gaan de percentages in het wetsvoorstel omhoog. Dan worden de vrijvallende middelen in één keer het raam uit gegooid en gegeven aan ondernemers die daar niet op gerekend hebben. Ook dat punt is in de Tweede Kamer gewisseld, maar dat is natuurlijk volstrekt 100% deadweight loss. Ik snap niet waarom dat moet. Het zou toch veel logischer zijn — ik kijk ook naar de fractie van D66, in dit opzicht hoopvol — dat wanneer die besparing vrijvalt en dat deel van de BIK niet besteed mág worden op grond van het oordeel van de Europese Commissie, dat deel dan ten minste voor de transitie wordt ingezet? Dan gaan we toch niet subsidiëren daar waar daar evident geen enkele prikkel van uitgaat?

Voorzitter. Het belangrijkste punt in dit debat is wat mijn fractie betreft dat dit zo niet moet. Ik zou dan ook heel graag van de staatssecretaris willen horen: daar heeft de Eerste Kamer gelijk in en dat gaan we voortaan ook niet meer zo doen. Als het oordeel van de Europese Commissie noodzakelijk is om de houdbaarheid van wetgeving te beoordelen, dient dat tijdig te gebeuren.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Deze route verdient geen herhaling en ik hoor graag een toezegging van de staatssecretaris. Anders kom ik in tweede termijn met een motie.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Vendrik. Dan is het woord aan de heer Crone namens de fractie van de Partij van de Arbeid.