Plenair Kox bij behandeling (zonder stemming aangenomen)



Verslag van de vergadering van 14 december 2020 (2020/2021 nr. 15)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.07 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister voor zijn reactie op de door mij in eerste termijn aangehaalde kwesties. Hij is het met mij eens, wij zijn het met elkaar eens en wij zijn het met onze planbureaus eens dat het een van de meest cynische gevolgen van corona is dat de tweedeling in de samenleving toeneemt, dat de mensen die het het allerminst getroffen hebben, nu opnieuw de hardste klappen zullen krijgen. Daar kunnen we hier op dit moment niets aan doen, maar ik denk dat het een opdracht is voor ons allemaal om komend jaar te kijken hoe we op basis van de ervaring, op basis van de voorspellingen van onze planbureaus, additioneel beleid kunnen gaan voeren om dát te voorkomen, want dat zou toch wel het allerpijnlijkste zijn. Dat is niet eenvoudig, maar de planbureaus hebben ook aangegeven in welke richtingen en op wat voor manieren we daar iets aan zouden kunnen gaan doen. Nog een keer, dat is niet iets wat we vandaag hier oplossen, maar het is wel iets wat degene die dan minister van Sociale Zaken zal zijn gedurende het hele komende jaar op zijn of haar bordje zal hebben liggen.

De minister geeft aan hoe de NOW zich ontwikkeld heeft. Ik begrijp de cijfers, maar van 140.000 naar 38.000 is een enorme terugval. Dat moet straks op enig moment ergens naar boven komen. Ik ben daar bang voor. Betekent dat dat bedrijven besluiten om op een andere manier om te gaan met hun teruglopende productie en activiteit? Ik ga ervan uit dat, mocht vanavond bekendgemaakt worden dat niet-essentiële winkels, pretparken enzovoort allemaal dichtgaan, een enorme groep bedrijven, grote maar vooral ook kleine, een extra beroep op de regeling zullen doen. Ik mag toch aannemen dat de regering daarvoor al cijfers op een rij heeft staan om te weten om hoeveel bedrijven het zal gaan. Ik denk dat erg veel kleine zelfstandigen die vanaf morgen dicht moeten, zullen aankloppen bij de loketten. Hetzelfde geldt voor grotere bedrijven. Misschien kan de minister daar iets meer over zeggen. Het is allemaal ingewikkeld, want de minister-president moet nog iets gaan zeggen, maar ik kijk tegenwoordig ook het nieuws, dus ik weet wat er vanavond gezegd gaat worden. De minister weet dat nog veel beter dan ik.

Met betrekking tot de Tozo zegt de minister: "Wij houden toch vast aan de partnertoets. Via de TONK gaan we 130 miljoen aan de gemeenten geven. De gemeenten hebben daar zelf om gevraagd en ik ga ervan uit dat het goed zal komen." Nou, we zullen het zien. Het zou kunnen dat dit maatwerk gaat werken, maar ik wil de minister vragen om hier de vinger aan de pols te houden. Op het moment dat het, de goede bedoelingen van de gemeenten ten spijt, toch niet zou werken, moeten we opnieuw durven kijken. Dan moeten we niet zeggen "we hebben dit voor een halfjaar vastgesteld", maar moeten we tijdig ingrijpen. Ik heb vorige keer al gezegd: je zal als bewindspersoon flexibel zijn of je zal niet zijn.

Met betrekking tot de kinderarmoede ben ik blij met de ronde toezegging van de minister dat het beleid van de vorige staatssecretaris, dat afgesproken is met deze Kamer, door deze staatssecretaris wordt voortgezet. Soms kan je met een kort antwoord heel veel vragen wegnemen.

Met betrekking tot de pensioenkortingen heeft de minister gezegd: dit zal het zijn. Ik blijf het erg lastig vinden dat we bijna op de 31ste van de maand zitten en dat we nog steeds niet honderd procent zeker weten hoe het afloopt, maar we zullen zien.

Voorzitter. Mijn laatste opmerking betreft de RVU. Collega Crone wekte de indruk alsof ik hier in mijn eentje paniek aan het zaaien was. Maar het is de grootste vakbond van Nederland die zegt dat er 1.000 tot 1.500 mensen op 1 januari recht zouden kunnen doen gelden op deze vervroegde uittreding. Dat zijn politieagenten, mensen in de thuiszorg en mensen in de bouw. Dat zijn allemaal mensen die 40 jaar of langer gewerkt hebben en die zitten te wachten op de zekerheid dat ze er op 1 januari uit kunnen. Ik vind het een foute redenering om te zeggen: nou ja, dat wordt die mensen uitgelegd en uiteindelijk krijgen ze toch wel wat ze willen. Kijk, Ferd Crone en Tiny Kox merken niet eens dat ze met pensioen zijn, want we hebben de leukste baan van de wereld nu we hier mogen zitten en we hopen dat we hier nog heel lang mogen zitten. Maar er zijn een heleboel mensen die ook de leukste baan van de wereld hadden als elektricien, thuiszorgmedewerker of politieagent. Die zeggen na een jaar of 45: het is wel gedaan. Die gaan met RVU. Dat kost ze geld. Desalniettemin maken ze die keuze. Ik vind dat we er als parlement en regering voor hadden moeten zorgen dat we tijdig wetgeving hadden gerealiseerd. Dat was mogelijk geweest en ik betreur dat.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Crone heeft een korte vraag die nog niet gesteld is?

De heer Crone i (PvdA):

Ik ben blij dat de SP bij monde van de heer Kox nu zo enthousiast is over het pensioenakkoord, want dit was een van de hoofdpunten waarom Partij van de Arbeid en GroenLinks het pensioenakkoord hebben ondersteund. Wat ik slechts heb blootgelegd, is: dit komt goed. Dat heeft de minister net ook weer bevestigd in zijn termijn. Dus u zaait onrust in plaats van dat u tegen die mensen zegt dat ze allemaal gerust kunnen gaan slapen omdat het goedkomt; de FNV zal dat waarschijnlijk vanaf morgen ook doen, want de minister gaat een brief sturen. Op tijd een akkoord sluiten en netjes uitvoeren: dat is waar ik voor sta.

De heer Kox (SP):

Zeker. En tot dat netjes uitvoeren behoorde dat dit jaar de wetgeving op orde zou komen; dat was ook de afspraak. Nogmaals: de FNV waarschuwt ons hiervoor. Dat Tiny Kox zich daarbij aansluit als lid van de FNV is misschien niet van enige betekenis, maar als de vakbond zegt "dit hadden we afgesproken, dit had moeten gebeuren", en we hadden het kunnen doen … Het parlement mag vaak wijzen naar de regering en naar de samenleving, maar het mag af en toe ook naar zichzelf wijzen en zeggen: dit hadden wij beter moeten klaren. Ik ben blij dat de minister heeft toegezegd dat hij een brief stuurt naar de Tweede Kamer met een afschrift naar de Eerste Kamer om duidelijk te maken dat, ook al hebben wij ons werk niet op tijd gedaan, de 1.000 of 1.500 mannen en vrouwen die het aangaat vanaf 1 januari op basis van de in cao's gemaakte afspraken recht kunnen doen gelden op hun vervroegde uittreding.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen van de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.