Plenair Vendrik bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2020 (2020/2021 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Voorzitter. Bijzonder dank aan de drie bewindslieden voor hun antwoorden. Dat was fijn en dat helpt. Zo werkt democratie en daar word je soms ook gelukkig van, ik wel tenminste, even los van de antwoorden natuurlijk, maar dat hadden de bewindslieden al wel begrepen.

Ik noteer wat de minister van Financiën zei over het IMF: Nederland doet zijn fair share. Het is bepaald niet ondenkbeeldig dat er komend jaar nog veel meer gevraagd wordt van het IMF. En wat dan? Misschien kan de minister daar nog iets over zeggen?

Ik zie graag de bespiegeling tegemoet over de toekomst van de staatsschuld en de openbare financiën. Het kan mij inderdaad niet alternatief en breed genoeg zijn, met dank aan alle slimme economen van mevrouw Sent, want die hebben we dit keer hard nodig. En de goede economen van deze tijd, dat helpt ook, zijn allemaal vrouwen, zoals Kate Rabers, Mariana Mazzucato, Esther Duflo en zo zijn er nog een aantal. Zij komen op het podium en maken dat ook Duitsland in Europa een nieuwe koers voert. Dit zijn de nieuwe geluiden die ik hoop terug te horen in de bespiegeling van de minister van Financiën.

Het debat over de BIK zetten wij graag voort. Uiteraard, daarover is het laatste woord nog niet gezegd. Dit geldt ook voor het Groeifonds, maar ik begrijp dat de minister nog met een brief naar het parlement komt waarin hij schrijft hoe het verder moet.

Tot slot nog twee punten. Ik begreep van de minister van Financiën dat bij de stemming over de triloog rond het rechtsstaatmechanisme en het MFK — de heer Van Ballekom had het er ook over — een veto is uitgesproken. De minister-president is daar vanmiddag ook op bevraagd. Hij zei, en we sluiten ons daar van harte bij aan: wij houden onze rug recht, wij gaan hier niet op toegeven. Dat lijkt ons eerlijk gezegd een uitstekende politieke positie. Dat is ook de uitdrukking van de motie die vorige week door de Eerste Kamer is aanvaard.

Mijn allerlaatste vraag gaat toch over de coronacrisis. De minister van Financiën deed alsof hij bevraagd zou worden op zijn expertise rond vaccins. Dat was in ieder geval niet wat ik heb bedoeld. Wat ik wel heb willen zeggen — en misschien kan de minister van Financiën daar kort nog iets over zeggen — is dat het mij veilig en reëel lijkt om ervan uit te gaan dat deze coronacrisis echt komend jaar nog niet voorbij is en dat we niet een voldoende mate van groepsimmuniteit bereiken binnen een half- of driekwart jaar. Dat is het economisch perspectief. Hoe gaan we volgend jaar die economie zo open mogelijk houden met zo min mogelijk schade? Dat wordt almaar belangrijker. Het is vandaag al heel belangrijk. Daarop vroeg ik om een reactie van de minister van Financiën. Ik zou het zeer op prijs stellen als hij daar in tweede termijn nog ruimte voor heeft.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Vendrik. Dan is het woord aan de heer Van Kesteren namens de fractie van het CDA.