Plenair Van Strien bij Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2020 (2020/2021 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Strien i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Terwijl Wuhan weer een stroom Chinese toeristen verwelkomt en de economie in China weer tot leven is gewekt, zitten wij midden in de problemen. Niet alleen onze gezondheidszorg zit in de problemen, maar ook onze economie. In september werd nog gedacht dat er geen tweede lockdown zou komen. In de basisraming zou de economie dit jaar met 5% krimpen en in 2021 met 3% groeien. De werkloosheid zou oplopen tot 6%. In het tweedegolfscenario krimpt de economie ook in 2021 en loopt de werkloosheid op richting 10%. Wij zijn bijna aan het eind van 2020 en mijn fractie vraagt zich verontrust af of de regering eigenlijk wel weet waar we nu precies staan.

Ambtenaren, adviseurs van de regering en wij Kamerleden videovergaderen wat af en onze salarissen worden gewoon doorbetaald. Hoe anders is dat met flexwerkers, zpp'ers en kleine zelfstandigen in de horeca. Die mensen maken zich terecht ernstig zorgen over hoe ze de winter door moeten komen. Dan hebben die mensen in bijvoorbeeld de horeca zich in eerste instantie netjes aangepast aan de nieuwe regels om vervolgens alsnog te horen te krijgen dat ze dicht moeten. Hoe deprimerend en frustrerend moet het zijn als goed gedrag bestraft wordt.

Voorzitter. Het CPB geeft zelf al aan dat de statische koopkrachtvoorspelling, dus wat er gemiddeld gebeurt bij een persoon die niet werkloos wordt of andere wijzigingen ziet plaatsvinden, een nauwelijks relevante indicator is. Als ik aan de ene kant denk aan dat marginale plusje aan lastenverlichting dat nu in de Miljoenennota wordt voorgespiegeld, en aan de andere kant de snelheid zie waarmee de economie nog verder ontspoort, dan kan de conclusie niet anders zijn dan dat na jarenlange krimp de burger ondanks de voorgehouden klimaatverandering wederom in een Siberische kou terechtkomt. De afgelopen jaren waren jaren van economische groei. Vanaf 2010 tot 2020 groeide de economie met 14%. De collectievelastendruk steeg daarbij met circa 7%, een vrijwel geheel beleidsmatige stijging, onder meer door het krankzinnige Klimaatakkoord, om maar eens een voorbeeld te noemen. Ondertussen zijn de huren onbetaalbaar geworden, stegen huizenprijzen tot een niveau waarop het voor de gewone Nederlander, laat staan een jong gezin, volstrekt onmogelijk wordt om een huis te kopen. Het beschikbare gezinsinkomen bleef vrijwel stilstaan. De rente werd door de ECB, eerst onder leiding van een Italiaan en nu een Française, bewust naar nul gestuurd om Zuid-Europa door te kunnen laten gaan met brassen, waardoor ons spaargeld verdampt en pensioenen niet geïndexeerd worden. Dat laatste, het niet-indexeren van de pensioen, vindt alleen plaats door de gekunstelde, door eurofielen uitgevonden truc om de rekenrente de facto door Frankfurt te laten bepalen, in plaats van door die met een voorzichtigheidsfactor te koppelen aan reële rendementen. Alleen daardoor is het mogelijk een soort psychologische oorlogsvoering jegens gepensioneerden te voeren, door ze permanent te dreigen met kortingen en, wie weet, ook nog echt binnenkort te korten.

In de afgelopen tien jaar, waarin de economie fors groeide, bleef het gemiddelde gezinsinkomen in tegenstelling tot de ons omringende Europese landen gewoon op nul staan. Voorzitter, voorwaar een slechte positie om de huidige crisis aan te pakken.

En hoe wordt die crisis nu aangepakt, of misschien wel verergerd? Het meest in het oog springt natuurlijk de begroting voor de EU, die afgelopen juli voor de komende zeven jaar is vastgesteld op 1.074 miljard euro, met daarnaast ook nog 750 miljard euro voor het coronaherstelfonds. Van die 1.824 miljard betalen wij zo'n 6%, oftewel 110 miljard, waarvan we bij nederig smeken nog een paar kruimels terugkrijgen. Ondertussen gaat die eerste 1.100 miljard op aan bizar riante Europese salarissen, met niet te vergeten goudgerande pensioenvoorzieningen voor eurobureaucraten, aan onrendabele landbouw buiten Nederland, aan geluidsschermen voor koeien in Polen en dat soort onnutte dingen. Nog niet genoemd heb ik dan de maandelijkse verhuispartijtjes tussen Brussel en Straatsburg, die nu vanwege de corona tot grote woede van de Fransen even stilliggen.

Die 750 miljard van het coronaherstelfonds zijn bestemd voor giften aan Zuid-Europa en gratis leningen die nooit meer terugbetaald worden. Zo kunnen ze in Frankrijk ten koste van Europa de pensioenleeftijd houden op 62 jaar met, let wel, een minimum voor iedereen van minstens €1.000 per maand. In Nederland bedraagt het gemiddelde pensioen €700 per maand. Het zorgpersoneel in Frankrijk krijgt een historische salarisverhoging van gemiddeld €183 per maand extra, van ons geld dus. Hier vluchten de regeringspartijen de Tweede Kamer uit om te voorkomen dat er over een extraatje voor de zorg gestemd gaat worden. En als ze er dan niet meer onderuit kunnen komen, dan worden aangenomen moties niet uitgevoerd. In Spanje wordt nu vanwege de coronacrisis het basisinkomen versneld ingevoerd. Italië krijgt 81 miljard van de Europese Unie om het land na de corona-epidemie weer op te bouwen en mag ook nog eens 127 miljard vrijwel gratis lenen, met sint-juttemis als einddatum.

Voorzitter. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar de belangrijke vraag voor vandaag is: wat doet de regering voor Nederland? Dat een enorm groot pakket aan steunmaatregelen nodig is, zal niemand ontkennen. Waar nodig, heeft de PVV die maatregelen in de afgelopen periode dan ook gesteund. Maar dan verwacht je wel dat zo'n pakket een beetje intelligent is samengesteld. De lockdown is al niet zo intelligent gebleken en de verschillende financiële noodmaatregelen blijken dat evenmin te zijn. Juist omdat de staatsschuld als een raket omhoogvliegt, is het bittere noodzaak geen maatregelen door te voeren waarvan het beoogde effect, te weten zo min mogelijk banenverlies, geen verdere terugval in koopkracht en behoud van bedrijvigheid, niet of nauwelijks aanwezig is.

Zo is daar om te beginnen de Baangerelateerde Investeringskorting, à raison van 2 miljard per jaar, die ervoor zou moeten zorgen dat bedrijven ook in roerige tijden blijven investeren in, bijvoorbeeld, nieuwe machines. Dit heeft volgens het CPB nauwelijks effect op de werkgelegenheid en de economie, en de effecten die er al zouden zijn, worden tenietgedaan omdat het een tijdelijke maatregel is. Vraag aan de minister: waarom doen we dit eigenlijk? En wie verkoopt die machines eigenlijk?

Dan hebben we het Nationaal Groeifonds, dat projecten moet gaan financieren die nog bedacht moeten worden. Minister Wiebes zei daarvan dat dit fonds hard nodig is om de sterk oplopende kosten van de verzorgingsstaat en de pensioenen te kunnen blijven betalen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat burgers iets terugzien van de verdiende welvaartsgroei in de huishoudportemonnee. Met dat laatste bevestigt hij in ieder geval het falen van dit kabinet om in de afgelopen jaren die welvaartsgroei gedurende de recente jaren van economische groei om te zetten in welvaartsgroei voor de burger. De stijgende kosten van de pensioenen worden eveneens door falend kabinetsbeleid veroorzaakt, namelijk door de rekenrente de facto door de ECB te laten bepalen en op nul te zetten. Dat heeft namelijk niet alleen gevolgen voor de pensioenen, maar ook voor de pensioenpremies.

Voorzitter. Met een premier die natuurlijk in de kern diepsocialistisch is — dat werd afgelopen vrijdag nog bevestigd in een column van oud-minister Plasterk — vreest de PVV dat met dit fonds vooral luchtfietserij en klimaatgekte gefinancierd gaat worden. Ons vertrouwen in dit fonds is dus vooralsnog nihil. Groen en links Nederland — ik zei het straks al — laat immers geen gelegenheid voorbijgaan om te benadrukken dat het geld in dit fonds moet dienen voor meer klimaathysterie in plaats van economische groei. Kan de minister überhaupt garanderen dat bij dit fonds economische groei op de eerste plaats zal staan?

Voorzitter. Ik kom bij het derde steunpakket in verband met corona, en dan met name bij de Tijdelijke noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid. Die voorziet in een tegemoetkoming in de loonkosten voor bedrijven die als gevolg van de coronacrisis minder omzet hebben, met als doel zo veel mogelijk banen en inkomens te behouden. Voor mijn fractie is het onbegrijpelijk dat de crisis aan het oplopen is, terwijl de regering deze regeling — ik heb het dan over NOW 3 — aan het afbouwen is. Ik kom dan ook terug bij mijn verontruste vraag aan het begin van dit betoog: weet de regering eigenlijk wel waar we nu staan in deze economische crisis?

Voorzitter. Een niet met het coronavirus samenhangende crisis is die op de woningmarkt. Al jaren geeft de PVV aan hoe die woningnood ontstaat, namelijk door de open grenzen die ervoor zorgen dat we er jaarlijks netto zo'n 100.000 mensen in dit land erbij krijgen, terwijl de oorspronkelijke Nederlandse bevolking ieder jaar krimpt. Tegen die groei is met alle milieuregeltjes en uitgedijde Natura 2000-gebieden in Nederland niet aan te bouwen. Dan krijgen vervolgens statushouders met voorrang gratis huizen, zodat de gewone Nederlander naar commerciële huurhuizen of koopwoningen moet, met desastreuze gevolgen voor zowel de huren als de woningprijzen, en dus voor Henk en Ingrid. Woningprijzen die tot een surrealistische hoogte stijgen, mede door de geldmachines in Frankfurt.

In dezelfde tijd horen we in de Europese Unie geluiden om alle teugels van de begrotingsregels maar los te laten. De voorzitter van de Europese Commissie wil voorlopig geen begrotingsdiscipline en Frankrijk heeft al gezegd niet meer terug te willen naar de Europese begrotingsregels. Alles wordt simpelweg gefinancierd met de geldmachines in Frankfurt.

Voorzitter. De EU is als een auto zonder remmen. Daar komen zeker ongelukken van. Als minister-president Rutte denkt dat hij een noodrem in handen heeft, dan zit hij echt in een andere auto; misschien wel met een noodrem, maar dan zonder kaart of routeplanner. Mijn vraag aan de minister van Financiën is of hij hier ook het gevaar van hyperinflatie ziet ontstaan. Ondertussen kan Jan Modaal niet meer lenen en niet meer rondkomen door onbetaalbare huren. Ik vraag het ieder jaar aan de minister van Financiën: ziet hij nog steeds niet dat wij uit de euro moeten, en dus uit de EU?

Voorzitter. Tot slot nog wat andere hoofdpunten aan de uitgavenkant die illustrerend zijn voor de door deze regering veroorzaakte gekte. De wereldwijde crisis is volgens het kabinet zo ingrijpend dat men ervoor moet kiezen om eenmalig 500 miljoen extra beschikbaar te maken uit de algemene middelen om de coronacrisis in het buitenland te gaan bestrijden. Gecombineerd met een kasschuif uit latere jaren zorgt het kabinet ervoor dat het budget voor Ontwikkelingssamenwerking in 2020 en 2021 stabiliseert. Tja. In eigen land lukte het niet om de corona effectief te bestrijden, dus geven we maar een half miljard extra aan Afrika om daar de corona te gaan bestrijden.

Onbegrijpelijk, voorzitter. Even onbegrijpelijk als de ruim 5 miljard euro die in de periode tot en met 2030 is gereserveerd voor klimaatgekte. Voorts 350 miljoen voor de asielindustrie en, nu komt het: een schamele 130 miljoen extra om de zorg aantrekkelijk te maken. Wat een wanverhouding, zeker als je weet dat in 2018 de ziekenhuizen ook al in de problemen zaten met de toen heersende ernstige griepepidemie. Alleen toen heeft er geen NOS-haan naar gekraaid. Dat een ernstige epidemie als corona tot de huidige problemen leidt, is dus bepaald niet verbazingwekkend.

Voorzitter, ik rond af. Het moet en het kan anders. Als het aan de PVV ligt, stoppen we de zojuist genoemde miljardenverspilling aan immigratie, klimaathysterie, ontwikkelingshulp en Europa. Dan gaan we ons geld besteden aan ons land. Dan zorgen we dat alle generaties weer perspectief hebben op werk, wonen en welzijn. Maart volgend jaar is het aan de kiezer om een uitspraak te doen, de kans om het roer om te gooien. De PVV is daar klaar voor.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Strien.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors voor de lunchpauze tot 13.30 uur.