Plenair Van Hattem bij voortzetting behandeling Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 26 oktober 2020 (2020/2021 nr. 6)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.05 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Voorzitter. In de eerste termijn hebben we het kabinet regelmatig horen spreken over slagkracht. Het gaat dan om slagkracht ten aanzien van de vrijheidsbeperkende maatregelen om zo de incompetentie van dit kabinet te maskeren ten aanzien van het leveren van de noodzakelijke zorg. Waar blijft de slagkracht voor de zorg? Die roep om slagkracht bij het inperken van de grondrechten van onze burgers gaat in deze Kamer zelfs zo ver dat het CDA oproept om de anderhalvemetermaatregel en andere dwangmaatregelen te laten handhaven door het leger. De krijgsmacht inzetten tegen onze eigen burgers! Zo erg is het al in dit kader.

Eerder, bij de protesten van onze boeren tegen de stikstofmaatregelen, bleek al dat dit kabinet daar niet eens voor terugdeinst. Toen kwamen militairen hier de Haagse binnenstad afgrendelen. Het leger zou niet ingezet moeten worden tegen onze eigen burgers, maar zou ingezet moeten worden om onze grenzen te beveiligen tegen de massa-immigratie. Die massa-immigratie wordt ondanks de coronatoestand nog steeds door dit kabinet aan alle kanten gefaciliteerd. Het is zelfs zo erg dat voor asielzoekers met corona nu in Overijssel een deftig landgoed wordt ingericht, terwijl voor onze zieken de zorg wordt afgeschaald.

Voorzitter. Terwijl middels deze wet heel veel beperkingen worden opgelegd aan onze burgers, wordt volgens dagblad De Stentor dit zogenaamde corona-azc geen gevangenis en kunnen besmette asielzoekers in principe ongestoord het terrein verlaten. Hoe kan het kabinet zo met twee maten meten ten opzichte van onze burgers?

Voorzitter. Dan heb ik nog enkele openstaande vragen uit de eerste termijn. Op de vragen over de tests in Abu Dhabi en het gebruik van de Belgische laboratoria heb ik nog geen antwoord gehad.

Verder zei de minister in eerste termijn dat het OMT in de zomer aangaf dat mondkapjes niet zo nodig waren, maar dat dit nu anders is met de oplopende besmettingen. De uitspraken waar ik naar verwees, van de twee veiligheidsregiovoorzitters, dat mondkapjes geen medische noodzaak hebben en vooral bedoeld zijn voor de symboolwaarde en slechts om bewustwording te creëren, waren echter niet uit de zomer, maar uit de afgelopen maand. Hoe kan de minister dan nog volhouden dat een mondkapjesplicht proportioneel is, als nota bene de veiligheidsregiovoorzitters zelf aangeven dat mondkapjes niet effectief zijn? En wat is dan de daadwerkelijke winst van het handhaven, waar de minister het in de eerste termijn over had?

Voorzitter. Dan nog een punt over de maatregelen rond de groepsvorming. In de buitenlucht mogen straks niet meer dan vier personen samenkomen. Nu staat hier buiten op het Binnenhof altijd een groep bootcampers oefeningen te doen in de gezonde buitenlucht. Het kan toch niet zo zijn dat dat straks niet meer zou mogen. Graag een reactie daarop van de minister.

Voorzitter. Nog een punt dat ik in eerste termijn ook al heb aangehaald. Welke mogelijkheden zijn er voor de kermisexploitanten? Krijgen zij een eerlijke kans?

De minister gaf in de eerste termijn aan dat voor de noodzaak van de wet "de aanwezigheid van het virus bepalend is", maar de vraag is: in welke mate? Een virus kan immers ook in zeer beperkte mate nog in lengte der jaren actief blijven. Is dit specifieker te duiden? Blijft deze wet dan ook tot in lengte van jaren voortduren? Juist daarom is een informatiegerichte insteek, zoals ik in de eerste termijn ook duidelijk heb gemaakt, nodig. Het is positief dat de minister kiest voor een informatiegerichte insteek, maar die indicatoren moeten dan ook echt aan de voorkant kenbaar zijn, zodat de maatregelen daarop kunnen worden afgewogen.

Hoe dan ook blijft de PVV deze wet disproportioneel vinden. De grondrechten van onze burgers worden te veel aangetast. Wij zullen morgen dan ook tegen deze wet stemmen tijdens de hoofdelijke stemming.

Voorzitter, tot zover in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan de heer Meijer namens de fractie van de VVD.