Plenair Vendrik bij behandeling Incidentele suppletoire begrotingen COVID-19-crisismaatregelen SURE / ophoging IMF-middelen PRGT en EIB-pan-Europees garantiefonds



Verslag van de vergadering van 7 juli 2020 (2019/2020 nr. 36)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.19 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Het kabinet heeft er op uitzonderlijke wijze, middels twee noodpakketten banen en economie, voor gekozen om mensen en bedrijven te ondersteunen in de coronacrisis. Dat is wat betreft de fractie van GroenLinks meer dan terecht. Het is immers de taak van de overheid om de onvermijdelijke economische schade van de restrictieve maatregelen te beperken en burgers en ondernemers door deze moeilijke tijd heen te slepen. Het is voor mijn fractie van groot belang om daarbij het evenwicht tussen alle getroffen sectoren te bewaken en, met het oog op een doelmatige besteding, de duurzame transitie zo goed mogelijk te verbinden aan de steun. We hadden het daar zojuist over. Het gaat er ook om ruimte te maken voor een adequate Europese en mondiale respons. Met alle economische ellende hier, is het echt goed om oog te houden voor de misère die elders in Europa en vooral mondiaal aan het ontstaan is.

Voorzitter. Beide suppletoire wetten, de derde en vijfde suppletoire begroting, voldoen wat mijn fractie betreft hieraan. Mijn fractie steunt het besluit van het kabinet om voor 5,7 miljard een garantie af te geven op het SURE-programma. Het is goed dat het kabinet, al ging het niet vanzelf, voor 1,3 miljard steun biedt aan het Europese garantiefonds waarmee de Europese Investeringsbank 200 miljard aan financiering kan uitzetten. Zeker nu de Europese economie zwaar uit het lood hangt door grote verschillen in nationale steun, is het goed om hier tegenwicht aan te bieden.

Voorzitter. Ik stuitte bij de voorbereiding op dit debat nog eens op een rapport van de Europese Commissie, gevraagd door de Europese Raad, dat uitkwam op 27 mei. Daarin werden de enorme verschillen in de impact van de coronacrisis in Europa, maar ook de nationale respons, scherp duidelijk. De conclusie van dit rapport van de Europese Commissie is vrij dramatisch. De interne markt staat onder druk, er is geen convergentie, maar divergentie en er is ongelijk herstel. Dan is het logisch dat de Europese Commissie het gesprek aangaat met de lidstaten over hoe de grote disbalans die nu aan het ontstaan is, rechtgetrokken of althans enigszins gecorrigeerd kan worden.

Cijfermatig was het ook een indrukwekkend rapport: bijna 2.000 miljard aan staatssteunachtige faciliteiten, waarvan 1.000 miljard voor Duitsland. Het is dus niet zo dat er in de zuidelijke landen massief gesteund wordt en dat daar zombiebedrijven in stand worden gehouden; het is juist zo dat in een groot land als Duitsland de zwaarste steun aan de economie wordt verstrekt, met grote gevolgen voor de interne markt en het level playing field. Dan is het dus vanzelfsprekend dat de Europese Commissie, zoals gezegd, met de lidstaten nagaat hoe de integriteit van die interne markt kan worden bevorderd. Ik hoor graag van de minister of dit inderdaad de juiste lezing is van het rapport van de Commissie van 27 mei.

Voorzitter. Dat is Europa. Dan de mondiale coronacrisis. De ernst daarvan blijkt uit het feit dat inmiddels, als ik het goed heb, zo'n 100 landen zich hebben gemeld bij het IMF voor noodsteun. Een dergelijk massieve oploop is bij mijn weten nog nooit gebeurd. Het is dus heel goed dat dit kabinet in deze suppletoire begroting ruimte maakt om via DNB 620 miljoen bij te dragen aan het programma Poverty Reduction and Growth Trust van het IMF. Dat roept overigens de vraag op of het IMF, gelet op die grote toeloop van landen voor noodsteun omdat voor hen de financiële markten min of meer gesloten zijn, de grote toeloop van aanvragen aankan en of het IMF over voldoende financieringsruimte beschikt. Is het dan logisch dat de Nederlandse bijdrage aan het IMF per saldo afneemt, nu tegelijkertijd het bilateral loan agreement per saldo met 7,7 miljard euro wordt verlaagd? Graag een toelichting van de minister.

Voorzitter. Ik spreek graag mijn steun uit voor de vraag van mevrouw Sent over het mooie plan van het Sustainable Finance Lab.

Voorzitter. Ik herhaal mijn vraag uit het laatste debat met de ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken aan het kabinet omtrent het voorstel van de AIV om 1 miljard extra ter beschikking te stellen voor internationale noodsteun. Dat pleidooi ondersteunt de fractie van GroenLinks van harte. De minister van Buitenlandse Zaken antwoordde enkele weken geleden hier in de Eerste Kamer dat dit wordt opgepakt in de normale begrotingscyclus. Nou had ik de idee dat die normale begrotingscyclus er niet meer is, dus ik vraag de minister van Financiën te verklaren waarom het kabinet deze route kiest nu de nood zo groot is, zeker mondiaal.

Voorzitter, ten slotte. Het kabinet bereidt nu de Miljoenennota 2021 voor. Zoals de minister weet, heeft mijn fractie de voorkeur om hier voortaan een brede welvaartsnota van te maken; juist nu! We gaan ervan uit dat het kabinet niet alleen de economie van vandaag steunt, maar ook werk maakt van actief herstel en alles in het werk zal stellen om de duurzame transities die we zo broodnodig hebben, aan te jagen. De Europese Commissie heeft hier met haar pakket voor green and just recovery een uitstekende voorzet gegeven. Het enthousiasme van het kabinet voor dit plan mag ook vandaag in deze zaal klinken. De versnelling van de uitvoering van het Nederlandse Klimaatakkoord is nodig en het befaamde investeringsfonds waar we al tien maanden over horen, moet er nu komen. Kunnen we daarop rekenen, vraag ik de minister van Financiën. Graag een reactie.

Daarnaast vraagt mijn fractie grote aandacht van het kabinet voor de culturele en creatieve sector. De kans is groot dat deze sector ook na de zomer nog lange tijd in een min of meer lockdownachtige situatie zal moeten zien te overleveren. Zoals ook gisteren gewisseld met de ministers van EZK en SZW weten we dat deze sector bijzonder kwetsbaar en in sterke mate versnipperd is. Daardoor slaan veel maatregelen, ook uit het tweede noodpakket, niet neer in de sector. Een garantieregeling helpt niet als je weet dat bancaire financiering in zo'n sector gewoon eerder uitzondering dan regel is. Een TOGS-regeling is mooi als je een werkadres hebt, maar de duizenden zelfstandigen in de creatieve sector werken vanuit huis. Dat soort praktische blokkades verhindert dat de culturele en creatieve sector kan profiteren van het noodpakket, deel twee. Mijn fractie dringt aan op een extra pakket voor deze sector. Graag krijg ik een toezegging daarop van deze minister.

Voorzitter, dan het laatste. Het personeel in de zorg heeft bijzonder hard gewerkt. Maar zonder ingrijpen, zo blijkt uit de junirapportage van het Centraal Planbureau, dreigt van 2021 een daling van het besteedbaar inkomen voor verplegenden en verzorgenden. Dat zou toch eigenlijk onbestaanbaar moeten zijn voor een vitale sector? Mijn fractie vraagt het kabinet om structureel ruimte te maken voor een verbetering van de salarissen en voorstellen daarvoor te doen bij Prinsjesdag. Gaarne een reactie van de minister. Ik overweeg een motie op dit punt.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Vendrik. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor de lunch.