Plenair Sent bij behandeling Afschaffing fusietoets in het funderend onderwijs



Verslag van de vergadering van 9 juni 2020 (2019/2020 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Graag dank ik ook de minister voor de bevlogen beantwoording van onze vragen. Daaruit blijkt dat hij een hart heeft dat klopt voor ons onderwijs. Het beeld dat de minister schetst, staat enigszins in contrast tot dat in de roman Mannen van Maasoord, geschreven door Lein van der Wulp, die sinds 1976 in het onderwijs werkt. In deze roman brengt hij de niet-aflatende vernieuwingsdrang in het onderwijs aan het licht en het effect daarvan op de positie van mensen die het werk moeten doen. Hun positie is steeds verder uitgehold. Ik kan deze roman van harte aanbevelen, ook in het licht van mijn inbreng in eerste termijn, waarin ik heb aangegeven hoeveel wijzigingen er voortdurend worden doorgevoerd op het terrein van het onderwijs. Er moeten fundamentele keuzen worden gemaakt om goed onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Dat betekent veel meer investeren, ongelijk investeren, uitstellen van het selectiemoment, verbannen van perverse prikkels et cetera.

Voor ons ligt een andere fundamentele keuze, namelijk het beperken van belemmeringen voor het vormen van grote scholen. Het afschaffen van de fusietoets in het funderend onderwijs heeft voor- en nadelen. Het geeft schoolbesturen meer ruimte de lokale samenwerking op te zoeken en in de regio gezamenlijk een toekomstbestendig onderwijsaanbod te realiseren. Aan de andere kant is het zo dat afschaffen van de fusietoets schaalvergroting zonder inhoudelijke meerwaarde voor het onderwijs als risico heeft, met als aanvullend risico dat bestuurders zich steeds meer als managers gaan gedragen. Lein van de Wulp schrijft in de Mannen van Maasoord over ronkende LinkedIn-profielen en een hang naar CEO-status, maar dat is gelukkig een roman.

Prof. De Vos waarschuwt voor een groeiende afstand tussen het bestuur en de klas. De Onderwijsraad wijst op het belang van een fusietoets als waarborg tegen ongewenste beperking van keuzevrijheid. Volgens de Algemene Onderwijsbond laat het voorliggende wetsvoorstel de borging van de menselijke maat los. Herman Tjeenk Willink waarschuwt voor de groeiende tussenlaag tussen de verantwoordelijke minister en de professional op de werkvloer. Bestuurders en politici zijn in belangrijke mate van deze tussenlaag afhankelijk geraakt en juist daarom moet de menselijke maat worden gewaarborgd door de fusietoets.

Voor mijn fractie is het voorliggende wetsvoorstel dan ook onvoldoende onderbouwd.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Ik hoopte eigenlijk net voor die conclusie mijn vraag te kunnen stellen, want wellicht had dat net weer een ander inzicht gegeven, maar wie weet lukt het alsnog.

Ik snap het toch nog niet helemaal. Mevrouw Sent citeert met vuur Herman Tjeenk Willink, in die zin dat de tussenlaag niet groter moet worden, maar vervolgens stemt ze voor het behoud van een tussenlaag, namelijk de fusietoets waarbij mensen op het ministerie oordelen, in plaats van de mr en in plaats van de mensen in de lokale gemeenschap zelf. Dat is toch een keuze voor de tussenlaag in plaats van tegen?

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik ben vóór de goede onderdelen, te weten de fusie-effectrapportage en het betrekken van de or. Dat was al onderdeel van de invoering van de Wet fusietoets. Ik ben daar een voorstander van. Ik ben ertegen om de noodrem waarover wij uitvoerig hebben gesproken in het debat, weg te halen. Wat mij betreft is die noodrem nodig om er zorg voor te dragen dat er een optimale omvang van een schoolbestuur komt. Die optimale omvang is nog niet aangetoond. Daar moet nog aanvullend onderzoek over komen. Pas als daarvan de resultaten bekend worden, ben ik in staat om een onderbouwd oordeel over het voorliggende wetsvoorstel te hebben, om met vertrouwen voor dat wetsvoorstel te stemmen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Maar daarmee zegt mevrouw Sent eigenlijk: ik heb een rem nodig die niet werkt. Daarmee ga ik rijden en laat ik de bureaucratie van de tussenlaag in stand. Mij ontbreekt de logica om in een auto te gaan zitten waarvan de rem niet werkt. Er zijn wel andere remmen. Laten we die gewoon gebruiken als die nodig zijn.

Mevrouw Sent (PvdA):

Wat al uitvoerig in het debat is behandeld, is dat het helemaal niet verkeerd is om een noodrem te hebben als je hem zelden gebruikt en dat ook het feit dat er een noodrem is al een effect heeft op de zorgvuldigheid waarmee fusietoetsen worden doorgevoerd. Er zijn allerlei metaforen langsgekomen, ook van hekken en honden, en in dit geval vind ik de noodrem waarnaar de heer Ganzevoort heeft verwezen, een hele fijne.

Voorzitter. Voor mijn fractie is het voorliggende wetsvoorstel dan ook onvoldoende onderbouwd. We kijken zeer uit naar de uitvoering van de Tweede Kamermotie om de voor- en nadelen van de verschillende bestuursgroottes in kaart te brengen. Tot die uitkomst kunnen wij geen positief oordeel vellen over het voorliggende wetsvoorstel. Mijn fractie is niet tegen fusies in het funderend onderwijs, maar voor het betrachten van uiterste zorgvuldigheid rondom fusies.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de fractie van de SP, na reiniging van het spreekgestoelte.