Plenair Van Rooijen bij behandeling Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten



Verslag van de vergadering van 26 mei 2020 (2019/2020 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.34 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. In de eerste plaats felicitaties aan mevrouw Pouw-Verweij voor haar inhoudelijk sterke betoog. Ik neem aan dat de heer Van Pareren dat graag aan zijn collega doorgeeft.

Voorzitter. Vandaag behandelen we een uitzonderlijk wetsvoorstel, waarbij het opheffen centraal staat van het discriminerend onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en andere niet-bloedverwanten die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij een zorgbehoefte bestaat. Het destijds aangenomen amendement-Noorman-Den Uyl/Bakker moet ongedaan worden gemaakt. Daarbij werd juist een wettelijke uitzondering gemaakt voor verwanten in de tweede graad en niet-verwanten die een gemeenschappelijke huishouding voeren, waarbij de zorgbehoefte van de een vooropstaat, om zodoende de zorg te kunnen leveren die anders door een professionele zorgverlener moet worden verricht, waarbij geen rekening hoefde te worden gehouden met de middelen van de partner. Deze afwijkende bepaling van bloedverwanten in de tweede graad zou discriminerend zijn ten opzichte van niet-bloedverwanten, zoals bepaald door de Centrale Raad van Beroep en de Hoge Raad.

De regering meent dat de meest reële optie is om deze uitzondering voor bloedverwanten dan maar te schrappen in plaats van deze te handhaven en deze ook in te voeren voor de groep niet-bloedverwanten. Zij baseert deze opvatting op het feit dat dit niet zou stroken met het uitgangspunt van de Participatiewet om tot beoordeling te komen of iemand in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering.

Voorzitter. De regering gaat er volledig aan voorbij dat het een volstrekt reële juridische optie is om het discriminatoire aspect tussen bloedverwanten en niet-bloedverwanten gelijk te trekken, zodat samenwonende personen, met een gemeenschappelijke huishouding, waarbij de zorgbehoefte in het algemeen als onderdeel geldt, gelijk behandeld kunnen worden. Dit is een politieke keuze en ook een ethische keuze van de regering en geen juridische. Het gaat over niemand of iedereen. Ik vond dat de heer Van Gurp van GroenLinks het treffend zei: het is een ethische kwestie en ook een kwestie van naastenliefde, liefde voor de naaste.

Het doel van de participatiesamenleving of participatiemaatschappij was gericht op het streven naar bezuinigingen. Vanwege steeds stijgende kosten wil deze regering de verzorgingsstaat beperken door middel van het overdragen van steeds meer taken aan de individuele burger. Hoe vreemd is het dat uit het oogpunt van participatie het zorgen voor een familielid of naaste financieel bestraft gaat worden. Zorgen voor je naaste of dierbare zou vanuit de samenleving gefaciliteerd moeten worden in plaats van afgeremd. Is de staatssecretaris het met 50PLUS eens dat iemand die voor een ander zorgt, daardoor niet financieel benadeeld moet worden?

Het wetsvoorstel leidt tot een slechtere situatie, omdat het schrappen van de uitzondering het moeilijker maakt om voor je familie of naaste te zorgen. De ruimere overgangstermijn en de inzet die gemeenten kunnen plegen om schrijnende situaties te voorkomen zijn lapmiddelen, aldus ook de brief van Ieder(in) van 12 mei, samen met de Landelijke Cliëntenraad, Mind, Federatie Opvang en MantelzorgNL. Ik citeer met mevrouw Stienen uit de brief van 12 mei: "Ondanks de aangenomen amendementen en moties wordt de mogelijkheid om voor je eigen familie, bloedverwanten in de tweede graad of een naaste te zorgen ernstig beperkt. De argumentatie om de discriminatie op te heffen door de uitzondering te schrappen in plaats van breder toe te passen, geeft in essentie het probleem weer: mensen met een beperking passen niet binnen de kaders van de Participatiewet." Duidelijker kan het niet.

In de brief van 12 mei wordt gewezen op het vereiste om, gelet op de eerder aangehaalde uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en de Hoge Raad, dit wetsvoorstel te toetsen aan het VN-verdrag Handicap van het College voor de Rechten van de Mens. Internationale verdragen gaan boven nationale wetgeving. Heeft de minister dit wetsvoorstel getoetst aan dit VN-verdrag? Klopt het dat door afschaffing van het thans als discriminerend gekwalificeerde onderscheid tussen bloedverwanten en niet-bloedverwanten een nieuw discriminerend onderscheid ontstaat? Immers, door het onderscheid tussen de groep mensen met een bijstandsuitkering die de zorgbehoefte vervult en de groep zonder bijstandsuitkering, wordt de eerste groep met een financiële achteruitgang geconfronteerd. Mensen zonder bijstand kunnen wél gaan samenwonen om voor elkaar te zorgen. Mensen met een bijstandsuitkering worden financieel gestraft als zij voor iemand gaan zorgen en om die reden gaan samenwonen.

Hoe valt dit te rijmen met de bestaanszekerheid van de zorgverlener? En levert deze verslechtering van de inkomenspositie van zowel de zorgbehoevende als de zorgverlener geen indirecte strijd op met de beginselen van het VN-verdrag? Graag een reactie van de minister.

50PLUS meent dat het argument om niet over te gaan tot het verbreden van de doelgroep naar niet-bloedverwanten omdat dit niet zou passen bij het karakter van de Participatiewet een volstrekte drogreden is. De werkelijke reden is een politieke ideologie, waarvan bepaalde categorieën in de samenleving de dupe worden en die ertoe leidt dat samenwonen met een gemeenschappelijke huishouding, waarbij de een de ander verzorgt, vanwege louter financiële redenen onmogelijk wordt gemaakt. De Raad van State wees ook op de zorg over het afzien van zorg. Mijn fractie volgt de Centrale Raad van Beroep en breidt de groep dus uit.

Bij het uitbreiden van de groep gaat het om een zorgbehoefte van mensen die thuis voor elkaar willen zorgen. Zij voorzien in een zorgbehoefte. Stop het afzien van zorg. Stop deze straf op zorgverlening. Stop — ik spreek het toch maar uit — deze boete op zorg.

Wij spreken over een participatiesamenleving. Dit voorstel gaat in tegen participatie en samenleven. Participatie is samen thuis ook voor elkaar zorgen. Samenleven is ook samen leven en samen zorgen. Laat deze zorgbonus, als ik dat woord hier mag gebruiken, in stand door deze groep uit te breiden. Eigenlijk hebben wij hier vandaag voor het eerst een echt debat over de participatiesamenleving. Wat is zorgen voor elkaar? Zorgverlening dient centraal te staan, in dit geval ook tussen grootouders en kleinkinderen. Ik kan erover meepraten.

Voor 50PLUS is dit een kwestie van beschaving. Het afzien van zorg, zoals de Raad van State memoreerde — het is ook eerder vanmiddag genoemd — is heel zorgelijk.

Ten slotte moet het mij volgende van het hart. Ik heb in de afgelopen tijd ook in de Tweede Kamer gewerkt. Het is toch bizar dat er in de Tweede Kamer een scheiding van geesten is — de heer Van Gurp noemde het ook al — die dwars door de politieke verhoudingen gaat. Aan de ene kant een motorblok — een term die ik daar uitgevonden heb — waar andere fracties zich steeds op hebben vastgelopen, tegenover de gehele oppositie, van links naar rechts. Dat is toch veelzeggend. Politiek of juridisch, het is ook een kwestie van ethiek.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord nog aan de heer Janssen, namens de SP, met het vriendelijke verzoek aan de leden om zich te houden aan de afgesproken deadline voor de inschrijving voor de termijnen, voorafgaand aan het debat, zoals wij hadden afgesproken, omdat ik anders moeilijk tegemoet kan komen aan de wens van de Kamer om na vrijdag de agenda niet meer te veranderen. Dus ik doe het vriendelijke verzoek om waar mogelijk het inschrijven voor de termijnen vóór woensdag 12.00 uur te doen.