Plenair Van Rooijen bij stemming en stemverklaringen over de Tweede incidentele suppletoire begroting SZW 2020 en stemverklaringen over vier andere wetsvoorstellen en twee moties



Verslag van de vergadering van 21 april 2020 (2019/2020 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.22 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitting, dank. Als ik zie hoe het spreekgestoelte wordt schoongemaakt, denk ik: we hebben er een vitaal beroep bij.

De fractie van 50PLUS steunt alle vijf de wetsvoorstellen. We steunen de motie-Kox, die we zelf mee hebben ondertekend. We steunen de motie-Otten niet.

Ik heb verder één stemverklaring bij de tweede incidentele suppletoire begroting Financiën inzake het leverancierskrediet. In mijn stemverklaring op 7 april, bij de eerste suppletoire begroting van Financiën, heb ik de minister aangegeven dat noodregelingen onvermijdelijk globaal en grofmazig moeten zijn. Het voorbeeld dat we vandaag bespreken, over het leverancierskrediet, is een extreem voorbeeld daarvan. In dat voorstel gaat het om een principiële, ingrijpende en extreem generieke maatregel. De Staat neemt de gehele markt voor het leverancierskrediet van de particuliere verzekeraars over, inclusief de herverzekering. Corona doet deze hele markt instorten en er is sprake van overmacht. Het gaat om een budgettair beslag van 12 miljard voor garanties, met een verlies van 1 miljard. Dat is ingrijpend in de sfeer van verdeling van de verantwoordelijkheid tussen publiek en privaat. Daar komen we in een later debat uiteraard met de staatssecretaris over te spreken. Wij steunen het wetsvoorstel.

Ten slotte dank ik de minister. Ik wens hem wijsheid, sterkte en gezondheid. Die wijsheid en sterkte wens ik hem vooral in binnen- én buitenland. Ik vraag de minister om die wens ook aan de twee staatssecretarissen over te brengen. Toen zij begonnen in januari, wisten zij niet dat zij door zulke zware tijden heel snel in het diepe zijn gesprongen. De staatssecretaris had het als nederig bewindsman vanavond over "vaarwater". Verder wens ik het hele apparaat van Financiën hetzelfde.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. De heer Wever wenst het woord niet. Het woord is aan de heer Otten.