Plenair Sent bij behandeling Tweede incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie



Verslag van de vergadering van 21 april 2020 (2019/2020 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dat is mijn mannelijke kant die geadresseerd wordt door de voorzitter.

Graag wil ik beide bewindspersonen heel erg hartelijk danken voor de uitvoerige en prettige beantwoording van onze vragen. Allereerst heb ik aandacht gevraagd voor de voorwaarden waaronder de maatregelen beschikbaar worden gesteld. Wij hebben van de minister de toezegging gekregen dat de Kamer daarover tijdig wordt geïnformeerd. Daar ben ik blij over. Wat ons betreft is het in de geest van de maatregelen dat bedrijven die zich maximaal inspannen om zo min mogelijk belasting te betalen, toch niet in aanmerking zouden moeten komen voor de voorliggende maatregelen. Ook lijkt het ons een voorwaarde voor het gebruik mogen maken van de maatregelen, dat er een verplichting wordt aangegaan om in de toekomst volwaardig belasting te betalen. Wij wachten rustig de berichtgeving van de minister daarover af, en wij zijn blij met de toezegging.

Aangaande de motie over flexwerkers staat in de Handelingen van de Tweede Kamer dat de minister het had over "buikpijn". In deze Kamer heeft hij het over "hoofdpijn". Ik hoop dat dat progressie inhoudt. Daarom wens ik hem vooral heel erg veel wijsheid toe om hier een creatieve en uitvoerbare oplossing voor te vinden. Ik hoop echt van harte dat dat lukt en ik heb ook geen aarzelingen over zijn inzet hierbij.

Ik kom op het punt van het vreemde vermogen en het eigen vermogen, de vreemde fiscale behandeling en de vreemde prikkels die daarin zitten. Ik ben blij met de toezegging om ons verzoek door te geleiden naar de staatssecretaris van Financiën. Wij zullen met zeer veel belangstelling uitkijken naar zijn beleidsreactie.

Als laatste punt heb ik aandacht gevraagd voor de monitoring. De minister heeft aangegeven dat er eind april een afschrift naar onze Kamer zal komen. Ik ben blij met die toezegging. Wij zullen dat met veel belangstelling beoordelen.

Ik wil afsluiten met de wens dat de beide bewindspersonen vooral veel wijsheid in kunnen blijven zetten. En ik wens ze ook een goede gezondheid toe.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan is nu het woord aan de heer Van Rooijen.