Plenair Veldhoen bij voortzetting beleidsdebat over de Staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 10 maart 2020 (2019/2020 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.32 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Veldhoen i (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ik wil beide ministers bedanken voor al hun antwoorden en in het bijzonder dank en waardering uitspreken voor minister Dekker voor de heldere en krachtige manier waarop hij zich heeft uitgesproken over de rechtspraak en deze heeft verdedigd, ook in het debat met collega Van Hattem. Dank daarvoor. Het is goed om te horen dat de minister pal staat voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de aantijgingen van activistische rechters verre van zich werpt. Ook goed om te horen dat hij zegt dat hij trots is op onze rechters. Ik hoop en ik moedig de minister aan dat hij dat ook in het publieke debat zal gaan doen. Juist ook voor die mensen die alleen maar geluiden horen over die activistische rechters en inderdaad aan die onafhankelijkheid gaan twijfelen als ze voor de rechter staan. Dus ik doe een oproep aan hem om ook dit in het publieke debat nog meer naar voren te brengen.

We hebben gesproken over de onafhankelijkheid van de rechtspraak, de eigen begroting voor de rechtspraak en de motie-Rosenmöller. We hebben van de minister gehoord dat de opdrachtverlening voor het onderzoek zo goed als rond is en dat hij geen mogelijkheid ziet om de motie verder op te rekken. Daaruit concluderen wij dat hij niet voornemens is om een onderzoek naar de onafhankelijkheid van de financiering van de rechtspraak mee te nemen in het kader van die motie. De minister zegt over het wetsvoorstel van Van Nispen: de Raad van State heeft er een oordeel over gegeven en was van oordeel dat het wetsvoorstel een niet meer dan symbolische betekenis had. Ik zeg dan: laten we dat eens goed laten uitzoeken.

Daarom dien ik een motie in om als Kamer opdracht te verlenen aan de Algemene Rekenkamer om onderzoek te laten verrichten naar de onafhankelijkheid van de financiering van de rechtspraak.

De voorzitter:

Door de leden Veldhoen, Baay-Timmerman, Nicolaï, Rombouts, Backer, Recourt, Janssen en Bikker wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht een essentieel onderdeel vormt van de trias politica;

overwegende dat de onafhankelijkheid en de financiering van de rechterlijke macht met elkaar verweven zijn;

overwegende dat de onafhankelijkheid van de rechtspraak gebaat is bij een onafhankelijke financiering;

constaterende dat Hoge Colleges van Staat een onafhankelijke financieringsstructuur kennen;

constaterende dat de Algemene Rekenkamer in 2016 een onderzoek heeft gedaan naar de bekostiging van de rechtspraak;

verzoekt de Algemene Rekenkamer in vervolg op hun eerdere bevindingen een onderzoek te doen en advies te geven hoe de onafhankelijkheid van de rechtspraak beter kan worden geborgd in de begrotingssystematiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter U (35300-VI).

Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. De tijd is doorgelopen, maar goed.

De voorzitter:

Dat is gebruikelijk, ook bij een motie. Dat is allemaal spreektijd.

Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):

Dan heb ik weer wat geleerd. Een ander punt is de IND die overbelast is. Het ziet er niet naar uit dat dat probleem zich gemakkelijk oplost, al zegt de minister dat dat voor 2021 wel het geval zal zijn. Hij spreekt in ieder geval dat vertrouwen en die verwachting uit. Voor mijn fractie is het duidelijk dat de IND op dit moment geen taken erbij moet krijgen. Afschaffing van de rechtsbijstand in de eerste fase van de asielprocedure betekent allereerst meer werk voor de IND. Daarnaast zijn er een heleboel andere fundamentele bezwaren van mijn fractie. Omdat het maar afwachten is of die problemen in 2021 zijn opgelost, wil mijn fractie een motie indienen die ziet op deze problematiek.

De voorzitter:

Door de leden Veldhoen, Karimi, Backer, Bikker, Vos, Nicolaï, Janssen, Rombouts en Gerbrandy wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de achterstanden bij de behandeling van asielaanvragen zodanig zijn opgelopen dat er naar verwachting alleen al in 2020 ten minste 70 miljoen euro aan dwangsommen zal worden uitgekeerd aan asielzoekers;

overwegende dat deze achterstanden het gevolg zijn van capaciteitstekorten en problemen in de interne organisatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND; zie het rapport van het onderzoeksbureau Significant Public, 21 februari 2020);

verzoekt de regering om geen nieuwe regelgeving te introduceren die aanvullende taken aan de IND toebedeelt totdat genoemde achterstanden zijn ingehaald en de IND zich structureel aan de wettelijke beslistermijnen houdt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter V (35300-VI).

Mevrouw Veldhoen (GroenLinks):

Ik heb in mijn eerste termijn gesproken over zorgen die bij mij leven over de uitgeholde justitiële keten. Ik moet zeggen dat die zorgen vandaag niet helemaal bij mij zijn weggenomen. Dat had ik eerlijk gezegd ook niet verwacht. Maar er is ook geen begin daarvan, als ik heel eerlijk ben.

Ik ben met name heel benieuwd wat de minister gaat doen aan de problematiek in de justitiële keten als het gaat om de rechtspraak, juist omdat we net deze week hebben gehoord dat er meer dan 20.000 zaken op de plank liggen die simpelweg niet kunnen worden behandeld. De vraag is: welke structurele maatregelen worden er genomen? Daar zou ik graag toch nog iets meer over willen horen van de minister. De 95 miljoen die er vorig jaar bij is gekomen, is grotendeels opgegaan aan oude tekorten en nieuwe projecten. We moeten constateren dat er, ondanks die investering, nog steeds hele grote achterstanden zijn. Het verplaatsen van rechters is daarbij ook niet de oplossing, want dat is een waterbed: haal je ze bij het ene gerecht weg, dan hebben de andere gerechten tekorten. Dus dat is ook geen structurele oplossing. De vraag aan de minister is of hij vanavond in zijn tweede termijn toch nog iets kan zeggen over wat hij gaat doen om meer structureel een oplossing te bieden voor de keten, die, zoals collega Backer aanhaalt, "piept en kraakt". Misschien dat de zorgen dan toch nog iets worden weggenomen vanavond.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Veldhoen. Dan is het woord aan de heer Janssen.